Centraal Azië, langs de Zijderoute: Oezbekistan - Over Khiva

Hits: 48454

Artikelindex

 

Over Khiva

Khiva is een stad die tussen de Kyzylkum en de Karakum woestijn ligt en zij was vroeger een rustplaats voor de karavanen die door het gebied trokken. Het prachtige oude centrum is misschien wel een van de best bewaarde historische steden van Centraal-Azië. De stadsmuren dateren uit het einde van de 17e eeuw en hebben een hoogte van 10 meter. In de oude stad bevinden zich ruim 50 historische monumenten en 250 oude huizen, vooral uit de 18e en 19e eeuw.

Khiva is een stad die ouder is dan tweeëneenhalf duizend jaar, gelegen op 32 km van Urgench op een oude karavaanroute. Ze behoorde tot het koninkrijk Khorezm (Perzië), welvarend dankzij de verbetering van de irrigatietechnieken, wat belangrijk is in deze Karakum woestijn. De stad werd overrompeld door de Arabieren in 712, door de Mongolen in 1221, door Tamerlan (of Timoer Lenk, dat is Timur de manke; tegenwoordig Amir Timur) op het einde van de 14de eeuw en door de Oezbeken in 1512. Khiva herleefde eindelijk als hoofdstad van een onafhankelijk kanaat in het begin van de 17de eeuw. Na onophoudelijke oorlogen kon de sjah van Perzië, Nadir Sjah, Khiva in 1740 opnieuw annexeren. Pas in het begin van de 19de eeuw, in 1804, kwam er onder de dynastie van de Koungraten weer welvaart en stabiliteit. 

  de eeuwenoude binnenstad Ichan-Kala van Khiva op een tegeltableau

met alle culturele bezienswaardigheden in blauw

 

De Ichan-Kala, de binnenstad

Er is een binnen- en buitenstad, elk met hun eigen ommuring: de Dihan Kala, of de buitenstad, waar de huidige bevolking leeft, en de Ichan-Kala, de binnenstad, waar je je in een openluchtmuseum waant. Als je je ogen tot spleetjes knijpt en de talrijke souvenirstalletjes wegdenkt, kun je met je gedachten gemakkelijk terug naar de tijd dat hier stoffige kooplui elkaar troffen en genoten van de geneugten van een stad, na wekenlange ontberingen in de woestijn. Verkeer is er niet in deze binnenstad, alleen wandelaars, die slenteren langs de bijna overal aanwezige souvenirstalletjes, die vaak allemaal hetzelfde assortiment voeren. Hoewel je wel mooie dingen kunt kopen hoor: zijden en wollen kleren, en prachtig aardewerk met de motieven en de kleuren die je om je heen ziet. 

Hoewel Khiva dus een ‘openluchtmuseum’ is, is het er dus niet stil. Maar dat ligt er ook maar aan wanneer je er bent. ’s Morgens vroeg is natuurlijk goed, maar zo rond en na de middag is de ergste drukte ook al voorbij en heb je alle ruimte. In de jaren zeventig van de vorige eeuw hebben de Russen besloten de binnenstad af te sluiten en er een museum van te maken. Een groot deel van de oorspronkelijke bevolking werd gedwongen te verhuizen naar elders. Men zegt dat jaren daarna het een dooie boel was in Khiva. Ik kan dat absoluut niet beamen. Zeker, in Buchara is het veel drukker met veel meer plaatselijke bewoners en autoverkeer, maar het is maar waar je van houdt. Wij vonden de afwezigheid van verkeer in Khiva juist heerlijk. En een dooie boel zou ik het niet willen noemen. Je kunt je hier juist goed concentreren op al het moois om je heen.

 

Wirwar

In heel Khiva wonen zo’n 60.000 mensen, waarvan in de oude binnenstad toch nog 4000. Die oude binnenstad is een zandkleurige wirwar van stegen, doorgangen, en straatjes, die omzoomd worden door woonhuizen, mausolea, moskeeën, madrassa’s, (ook wel  medresses of koranscholen), paleizen en minaretten, en dat alles versierd met turkooizen geglazuurde tegels en ingewikkelde mozaïeken met steeds weer nieuwe motieven. Het cliché ‘je komt ogen te kort’ is hier misschien wel meer dan waar ook van toepassing. Riet en ik wisten tenminste niet waar we eerst moesten kijken, waar een foto van maken, want welke kant je ook op kijkt, er is altijd een bijzonder plaatje te maken. Die doolhof maakt ook dat wij ons gelukkig prezen hier eerst met een gids door te lopen, want zonder iemand die goed de weg weet, heb je kans dat je allerlei doorgangen en ingangen mist en op de ‘doorgaande’ straat blijft. 

 

Het is overigens knap lastig om achteraf thuis achter de computer te bepalen wat er precies op een van de ruim 300 foto’s staat, die ik hier in Khiva maakte. De moskeeën en medressen lijken voor een leek nogal op elkaar, ze hebben namen die ik vaak alweer vergeet zodra ik ze heb gelezen of gehoord van onze gids John, en dan komt er nog bij dat de bezienswaardigheden zo dicht op elkaar staan dat je, staande bij het ene, een foto maakt van het andere. U zult me vast vergeven als een foto eens een verkeerd bijschrift heeft. Of liever nog: meld het mij, zodat ik het kan verbeteren!

 

Onze reisbegeleider heeft op de site van SRC over Oezbekistan een paar blogs geschreven. Hier volgt er een over Khiva. 

 

Sven Standhart: blog op SRC-reizen.nl: 

De gouden glimlach van Oezbekistan in Khiva     (11-09-2013)

Tussen de rode en zwarte woestijnen in het westen van Oezbekistan ligt de oase van Choresm. In deze oase ligt de opmerkelijke stad Khiva, een halteplaats voor de karavanen die de zijderoute aflegden op weg naar Europa. De stad vierde in 1997 haar 2.500-jarige bestaan en heeft een roerige geschiedenis. Vele oorlogen verwoestten de stad, waardoor haar huidige aanblik vooral die van de 18e eeuw is.

Ooit was de stad het centrum van de slavenhandel. De slaven werkten in de vesting, de Ark. Hun oor was aan de muur gespijkerd, zodat ze niet konden vluchten. De khan stond bekend om zijn wreedheden. Ooggetuigen vertelden hoe talloze krijgsgevangenen dagenlang gemarteld werden, waarna hun ogen uitgestoken werden. Overspelige mannen werden opgehangen, terwijl de vrouwen tot hun middel werden ingegraven en werden gestenigd. Uiteindelijk waren het de geestelijken die de khan tot matigheid moesten dwingen. Een uitbraak van de pest in de 18e eeuw zorgde ervoor dat de stad nagenoeg uitgestorven was. Slechts drie of vier mannen kwamen in die tijd naar het vrijdaggebed. Huizen vervielen, werden overwoekerd en ingenomen door wilde dieren. Pas met de Kungrat-dynastie veranderde de situatie en begon Khiva weer te bloeien. 

Haar afgelegen positie heeft ervoor gezorgd dat de stad nagenoeg geheel bewaard is gebleven. De stad is geheel omgeven met stadsmuren en stadspoorten. De korte minaret, de Kalta Minor, is het symbool van de stad. Prachtig versierd met blauwe tegels verwelkomt deze minaret iedere gast die door de westelijke stadspoort de oude stad binnenloopt. Even verderop staat de vrijdagsmoskee. Deze moskee heeft honderden houten pilaren, die los op het fundament staan, om ze zo bestand te maken tegen aardbevingen. Wandelend door Khiva word je getroffen door de schoonheid van de oude binnenstad. De bevolking is bijzonder vriendelijk en behulpzaam. Velen spreken je aan en vragen waar je vandaan komt en of je met ze op de foto wilt. Niet zij zijn hier de bezienswaardigheid, maar jij, als zeldzame westerling.

Oezbekistan staat bekend om zijn gastvrijheid. Het wordt ook wel ‘het land van de gouden glimlach’ genoemd, maar dit wordt pas duidelijk wanneer we in een traditionele tsjajkhona, een theehuis, wat gaan eten. De serveerster brengt ons het menu en vraagt met een brede glimlach of we alvast iets willen drinken. Tientallen gouden kronen glimmen ons tegemoet. Een teken van rijkdom en schoonheid. Na een paar dagen hebben we door dat de meeste mensen gouden kronen laten zetten. Dat maakt Oezbekistan letterlijk het land van de gouden glimlach.

 

naar boven