Centraal Azië, langs de Zijderoute: Oezbekistan

Hits: 48450

Artikelindex

Een reis in 2015 door Centraal Azië: de reisreportage met veel foto's over Oezbekistan

Op drie aparte webpagina's vindt u een reisverslag, met daarbij een reisfotoreportage, over onze reis door Centraal Azië, namelijk langs de mooiste stukken van de legendarische Zijderoute, en wel door Turkmenistan, Oezbekistan en Kirgizië. Aan elk land is een pagina gewijd.  Op deze pagina het land met de meeste kunstschatten: Oezbekistan. Eerst wat bladzijden over Oezbekistan als land: politiek, geografisch, culinair, etc. Dan komt het reisverslag, met uitgebreide informatie over de bezochte kunststeden als Khiva, Bukhara en Samarkand. De tekst telt op papier 47 pag. A-4. U zou het reisverslag misschien als kunstreisgids kunnen gebruiken. Het verhaal wordt geïllustreerd met 657 foto's, die u aan het eind allemaal nog eens kunt bekijken in een galerij, zonder bijschriften.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor dit deel van mijn verslag over de Zijderoute heb ik, naast van mijn eigen ervaringen, en info van reisbegeleider en gids,   gebruik gemaakt van diverse internetbronnen, als Wikipedia, Oezbekistan.nl, Amnesty.nl en diverse andere websites o.a. van reisorganisaties en de reisgids “Kunst-Reiseführer Zentralasien Uzbekistan, Kirgistan, Turkmenistan” u.s.w. Fascinierende Reiseziele entlang der legendären Seidenstrasse" door Klaus Pander/ uitg. Dumont Kunst-Reiseführer). 

 

 

© Lammert Metselaar/ Reizenenschrijven.com/ 2015

 

 

 

 

Onze reis een klimaat-neutrale reis

Onze reis hebben wij voor C02 gecompenseerd via het Fair Climate Fund. Wat is FairClimateFund?

"FairClimateFund is een BV zonder winstoogmerk. Voor bedrijven en organisaties die maatschappelijke verantwoordelijkheid willen nemen, biedt FCF de mogelijkheid om co2 uitstoot te compenseren met eerlijke co2 rechten. FairClimateFund is door ICCO opgericht die ook de enige aandeelhouder is.

Hoe werkt FairClimateFund?   (klik voor meer info)

FairClimateFund investeert in projecten in ontwikkelingslanden, zoals het bouwen van biogasinstallaties in India. Met deze biogasinstallaties koken families klimaatvriendelijk. Ze gebruiken geen benzine of hout meer en dat zorgt voor een vermindering van de CO₂-uitstoot. Die besparing levert CO2 rechten op. FairClimateFund biedt deze CO2 rechten aan op de Nederlandse markt waar bedrijven, instellingen en particulieren deze kunnen kopen. Op die manier worden zij klimaatneutraal waar zij, met recht, trots op zijn. Door te verminderen en de restuitstoot te compenseren investeert men in schone energievoorziening in ontwikkelingslanden. Het mes snijdt dus aan twee kanten."

 


 

 

Aan de rand van de kaart

Ik verbaas me tijdens de reis en erna over hoe weinig wij eigenlijk van deze landen weten. Wanneer staat er iets in de krant of in andere media over Oezbekistan? Maar goed ook, misschien, want zou er wel iets in staan dan is het meestal niet veel goeds. Als er iets in de krant staat, gaat het bijvoorbeeld over Karimov, de absolute heerser, of liever nog over zijn dochter, die een ware boef met een poppengezichtje schijnt te zijn. En zich als dekmantel een aura van popartiest heef aangemeten. 

 

Maar ook de geweldige cultuurschatten die hier staan en liggen, wie kent ze? Iedereen die van onze bestemming hoort, vraagt: wat zoek je dáár dan? Ook mensen die toch wel culturele belangstelling hebben. Reizen worden mondjesmaat aangeboden, meestal door wat avontuurlijker of specialistischer organisaties. Oezbekistan zie ik nu ook in het programma van Kras, trouwens. Teken van popularisering. 

Voor mij, maar al langer voor mijn vrouw, heeft vooral de naam Samarkand een gevoelsbetekenis, die te vergelijken is met die de sprookjes van 1001 nacht: sprookjesachtig inderdaad, gewagend van onaardse schoonheid en mysterie, en bijna onbereikbaar. Zo aan de rand van de wereldkaart liggend, in onze verbeelding. Tot we in Ede op de open dag van SRC-reizen een presentatie over de Zijderoute meemaken en op dezelfde dag besluiten het dit jaar dan toch te gaan doen. Nú meteen boeken. 

Als wij in Oezbekistan arriveren, hebben we ons avontuur in dat totaal andere Centraal Aziatische buurland al achter de rug. Turkmenistan. Mijn reisverhaal daarover staat op deze website in een aparte webpagina (onder Azië). 

Een bord in Khiva, waarop de hele Zijderoute (Silk Road) is aangegeven. Van Rome en Granada tot Beijing en Shanghai. 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Oezbekistan: het kleurrijke hart van Azië

Ooit waren de Oezbeekse steden Khiva, Samarkand en Bukhara bruisende steden aan de Zijderoute. De steden liggen nog steeds geïsoleerd, te midden van woestijnen en bergen. Mede hierdoor zijn ze door de eeuwen heen verrassend intact gebleven. Wandelend door de smalle straatjes van Khiva en over de lemen stadsmuur, die nog grotendeels intact is, waan je je terug in de tijd waarin de kooplieden hun waren van oost naar west transporteerden en van west naar oost. Met karavanen met kamelen en dromedarissen en (muil)ezels. In Steden als Khiva ontmoetten ze elkaar en verkochten hun waren door. Want geen koopman reisde de hele route, het was meer een estafettesysteem. De route waarlangs dat gebeurde kreeg de naam Zijderoute, omdat een belangrijk deel van de goederen bestond uit zijde uit China. 

De steden staan niet voor niets op de UNESCO-Werelderfgoedlijst. Ze hebben een rijke geschiedenis en de cultuurschatten die bewaard zijn, verbazen de hedendaagse reiziger nog steeds. In de verschillende steden aan de roemruchte Zijderoute zijn niet alleen de imposante koranscholen, paleizen en minaretten goed bewaard gebleven, maar ook de kleurrijke tradities en gebruiken. Sinds de onafhankelijkheid in 1991 zijn deze sterk opgeleefd. 

 een kaartje van Oezbekistan en zijn buurlanden

De vriendelijke bevolking is open naar vreemdelingen en is niet wars van fotografie zoals je dat in moslimlanden vaak merkt, integendeel. Ze lopen zelf ook veelal met een mobieltje, zeker de jongeren, en een foto is snel gemaakt. Vaak vragen ze ons, net als in Turkmenistan, of ze samen met ons op de foto mogen. Bij de meeste bezienswaardigheden wordt een bedrag gevraagd voor het mogen gebruiken van een foto/filmcamera, boven op het entreegeld. Het betalingsbewijs hiervan, een handgeschreven briefje, moet je tijdens het bezoek bij de hand te houden, want er wordt wel eens gecontroleerd, zegt men. Wij hebben dat overigens niet meegemaakt. 

 

Eerst wat algemene informatie in cijfers

Hoofdstad: Tashkent 

Staatsvorm: Republiek

Oppervlakte: 447.400 km²;  dat is twaalf keer zo groot als Nederland.

Aantal inwoners: 28.394.180 

Bevolkingsdichtheid: 63,5/km²; ter vergelijking:  Nederland: 406 /km2 

Gemiddelde leeftijd: 21,8 jaar (2002)

Levensverwachting: 64 jaar (2003)

Leeftijdsopbouw: 0-14 jaar: 34,7%, 15-64 jaar: 60,5%, 65 jaar en ouder: 4,7% (2003)

Etnische groepen: Oezbeken 76%, Russen 6%, Tadzjieken 4,8%, Kazachen 4%, Tataren 1,6%, Kirgiezen 1%, anders: 6,6% (volkstelling 1998). De Karakalpakken (2,5%) worden sinds de onafhankelijkheid door de overheid bij de Oezbeken gerekend.

Officiële taal: Oezbeeks

Overige talen: Russisch en Perzisch

Religies: Moslim (soennitisch) 88%, Russisch-orthodox 9%, overig 3%

Economie: Landbouw 44%, diensten 36% en industrie 20%

Ligging/ aangrenzende landen: Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan, Afghanistan en Turkmenistan

 

Betalen 

Valuta: Sum; het biljet van 1000 sum = ca. 0,35 Euro

De munteenheid van het land is de sum. In Oezbekistan zijn nauwelijks pinautomaten aanwezig. Je kunt dus het beste contant geld mee te nemen. Neem kleinere coupures en onbeschadigde biljetten mee. Betalen kun je meestal wel met een kreukelig dollarbiljet, maar wisselen niet. Ze accepteren gewoon geen biljetten met vouwen en kreukels. Er zijn op vele plaatsen wisselkantoren te vinden en ook in de meeste hotels kun je geld wisselen. Nergens is een zo grote zwarte wisselmarkt als hier.  In Oezbekistan krijgt u over het algemeen een gunstigere koers voor US-dollars dan voor euro’s. Op sommige plaatsen kunt u ook direct met dollars betalen, maar bijv. niet in restaurants en in musea. Het meest gebruikte bankbiljet is dat van 1000 sum. Omdat dit ongeveer € 0,35 waard is, heb je al snel een flinke stapel sum. Vrijwel niemand gebruikt dan ook een portemonnee, men heeft een stapel van 1000 sum briefjes met een elastiek eromheen in de zak, of handtas. Zo deden wij dat ook.

 

Klimaat

 

Oezbekistan heeft een landklimaat. Het is streng continentaal en zeer droog. Dat betekent dat de winters koud en de zomers warm zijn. In het voorjaar en het najaar is het over het algemeen droog met temperaturen die overdag meestal tussen de 20 en de 30 graden liggen. Dit is dan ook de beste tijd voor een reis. In de zomer kan het ’s middags wel 40 graden worden en ’s winters valt er af en toe sneeuw. ’s Nachts kan het vriezen en overdag liggen de temperaturen rond de 5 à 10 graden.

 

Tijdsverschil

In Oezbekistan is het tijdens de Nederlandse zomertijd 3 uur later en tijdens de wintertijd 4 uur later.

 

Geografie

Het westelijke deel van Oezbekistan ligt op het Ustjurtplateau. Het deltagebied van de rivier Amu Darja aan de zuidrand van het Aralmeer scheidt dit deel af van het woestijnachtige centrale deel van Oezbekistan. Dit gebied heet Kyzylkum en gaat langzaam over in een heuvelgebied aan de voet van de Tian Shan, dat ‘hemelberg’ betekent in het Chinees. In dit heuvelgebied liggen de geïrrigeerde oase van Tasjkent en de Kleine of Zuidelijke Hongersteppe. Ook Fergana, het meest oostelijke deel van Oezbekistan, ligt te midden van de hoge ketens van de Tian Shan en de Pamir, waar ook de meeste rivieren ontstaan van het smeltwater in de Tian Shan en de Pamir; veel van de kleinere rivieren verliezen echter in de woestijn zoveel water dat zij simpelweg ophouden te bestaan. De belangrijkste rivieren zijn de Amu Darja met haar zijrivieren Soerchandarja en Zeravsjan en de Syr Darja met haar zijrivier Tsjirtsjik, die beide uitmonden in het Aralmeer. 

 

  Beeldjes van derwisjen vind je overal. Ze zijn allemaal verschillend. Leuke souvenirs!

Geschiedenis  

De val van het Mongoolse Rijk in Centraal-Azië bracht in de 15e eeuw verschillende Oezbeekse dynastieën aan de macht, die er o.m. de onafhankelijke rijken Chiva, Buchara (Bochara) en Kokand stichtten. Geleidelijk aan annexeerde Rusland deze Islamitische kanaten en emiraten rond Xiva (Khiva), Buchara en Kokand in de laatste 30 jaar van de 19e eeuw en bracht ze uiteindelijk onder in het immense Midden-Aziatische gouvernement-generaal Turkestan van het Russische Rijk. De Oezbeken kwamen tot aan de Eerste Wereldoorlog meermalen in opstand. Tijdens de Russische Burgeroorlog (1918-1922) was Centraal-Azië een van de gebieden waar de oorlog het langst voortduurde, vooral door het verzet van de Basmatsji's, die een islamitische staat wilden. Al in 1918 werd eveneens de communistische Turkestaanse Autonome Socialistische Sovjetrepubliek opgezet.

Het verzet tegen het Rode Leger was halverwege de jaren 1920 grotendeels neergeslagen en in 1924 werd de Oezbeekse Socialistische Sovjetrepubliek gevormd, waartoe tot 1929 eveneens de Tadzjiekse Socialistische Sovjetrepubliek behoorde. Gedurende het Sovjetregime was er een intensieve productie van het 'witte goud' (katoen) en graan, wat leidde tot overgebruik van agrochemicaliën en water. Hierdoor is een deel van het land zwaar vervuild en het Aralmeer en rivieren (vooral de Amu Darja) hebben hierdoor enorm veel water verloren.

 

Onafhankelijkheid

Oezbekistan werd onafhankelijk in 1991, en nu probeert het land zijn afhankelijkheid van de landbouw te verminderen, en zijn mineralen– en aardolie en -gasreserves te gebruiken. Huidige zorgen zijn het moslimterrorisme en de ermee gepaard gaande inperking van de godsdienstvrijheid, mensenrechten en democratie. 

Sinds 1989 houdt president Islom Karimov het land in een stevige greep. Er is een oppositie, maar de verkiezingen worden steevast een overwinning voor Karimov en zijn partij. Nadat het land in 1992 een presidentiële republiek werd, breidde Karimov zijn macht uit. De premier en het kabinet hebben daardoor nauwelijks invloed meer. Religieus georiënteerde politieke partijen zijn verboden.

Net als zijn Turkmeense collega Saparmurat Niazov, is Karimov erg bevreesd voor een opkomst van het moslimfundamentalisme. Op zich waarschijnlijk terecht, maar als uitvloeisel worden zowel de islamistische partijen als ook de seculiere partijen vervolgd. Er heerst in Oezbekistan dan ook een zekere censuur. Alleen die oppositiepartijen die loyaal aan de president zijn, mogen worden gevormd, hoewel echt oppositie voeren verboden is. Per referendum werd zijn ambtstermijn als president tot 2000 verlengd. Nu is hij nog aan de macht. 

In het jaar 2000 werd Karimov als president herkozen. Naast de CDP, die loyaal is aan Karimov, richtte de president nu ook een eigen partij op, Fidokorlor ('Zelfopoffering'). Een naam die bij sommigen enige scepsis zal teweegbrengen. 

 

Onderstaand artikel is door mij ingekort geciteerd. Het gaat over de dochter van president Karimov, tot voor kort was zij zijn gedoodverfde opvolger. 

“Meedogenloos meisje”

Door Hanneke Chin- A-Fo en Joep Dohmen; uit: NRC-Reader 25-04-2015

“Gulnara Karimova, de dochter van de Oezbeekse president Karimov, lid van de internationale jetset en gedoodverfd opvolger van haar vader, beheerde een groot corrupt imperium. Ook in Nederland haalde ze geld op.

Gulnara Karimova (42) staat sinds februari vorig jaar onder huisarrest in de Oezbeekse hoofdstad Tasjkent. Daar ziet het althans naar uit; officieel is het niet bevestigd en vrije pers bestaat niet in het Centraal-Aziatische land. Karimova is van de buitenwereld afgesloten, voor zover bekend met haar tienerdochter Iman. De meeste analisten vermoeden dat Karimova, na jaren de wereld naar haar hand te hebben gezet, dan toch in ongenade is gevallen bij haar vader. Wat blijft zijn de meisjesachtige trekken in haar gezicht. Poppigheid die niet overeenkomt met de groeiende stapel aanwijzingen dat Gulnara in werkelijkheid een schurk van formaat is.

Mobiele telefonie

Corruptie, afpersing, witwassen, bedreiging. De lijst aan beschuldigingen is lang en herhaalt zich vele malen. Gisteren maakte deze krant bekend dat het Nederlandse Openbaar Ministerie 247,9 miljoen euro aan voor Karimova bestemd smeergeld wil terughalen.

Een soort roofridder

Een Oost-Europees netwerk van onderzoeksjournalisten, verenigd in het Organized Crime and Corruption Reporting Project, heeft becijferd dat Karimova in de loop der jaren op die manier alleen al in de telecomsector één miljard dollar heeft vergaard. Haar zakelijke belangen wist Karimova te combineren met diplomatieke functies als ambassadeur bij de Verenigde Naties in Genève en ambassadeur in Spanje. In eigen land presenteerde ze zich als weldoener, volgens velen mede met het doel ooit haar vader op te volgen als president. Ze runde liefdadigheidsfondsen die studiebeurzen verstrekten aan arme kinderen, schoolspullen uitdeelden en cultuurvoorstellingen organiseerden. De fondsen zijn inmiddels gesloten.

Of het liefdadigheidswerk haar imago in eigen land veel goed heeft gedaan, is de vraag. In een via Wikileaks gelekt ambtsbericht omschrijft de Amerikaanse ambassade in Tasjkent haar als „de meest gehate persoon in Oezbekistan” en „een soort roofridder”.

Dat Karimova als VN-ambassadeur de mensenrechten zou verdedigen moet velen vreemd in de oren hebben geklonken. Het Oezbekistan van president Karimov (77), die het land al leidde toen het nog bij de Sovjet-Unie hoorde, is een repressieve staat, waar nepotisme, corruptie en het gebruik van geweld door de overheid aan de orde van de dag zijn.

Mensenrechtenorganisaties publiceren rapporten over willekeurige detenties en systematische marteling. Een veelgebruikte marteltechniek is volgens Human Rights Watch het hoofd van een slachtoffer omwikkelen met plastic folie, daar een gasmasker overheen plaatsen en dan de luchttoevoer dichtdraaien. Dit gebeurt ook bij minderjarigen, vertelden moeders wier zonen zo valse bekentenissen aflegden.

Elk jaar worden kinderen uit de klas geplukt en ingezet voor de oogst van katoen, het belangrijkste landbouwgewas. Het land is na 2005, toen een opstand in Andizjon bloedig werd neergeslagen, afgesloten voor buitenlandse journalisten. Oppositieleden zijn gevangen genomen, gevlucht of ondergedoken. Ondanks dit alles geniet president Karimov, die vorige maand met 90 procent van de stemmen een vierde termijn won, militaire steun van onder andere de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Oezbekistan grenst aan Afghanistan, en moet helpen het moslimterrorisme tegen te houden.

Het is moeilijk voorstelbaar dat de mensenrechtensituatie zou veranderen als Karimova president werd. Onafhankelijke opiniepeilingen zijn er niet, maar volgens de Amerikaanse ambassade in Tasjkent „zien de meeste Oezbeken haar als hebzuchtig, machtsbelust individu dat haar vader gebruikt om zakenmensen of wie haar ook maar in de weg loopt, kapot te maken”.

Nu president Karimov een nieuwe termijn heeft, is de opvolgingskwestie even minder urgent. De president zou kunnen inzetten op zijn tweede dochter, de 36-jarige Lola, die onder meer ambassadeur is bij Unesco.”

 

Ook in Dagblad Trouw een lezenswaardig artikel over deze zaken: “Het einde van een sprookje voor Oezbeekse 'prinses' Karimova” Door: Sacha Kester − 05/11/13   / In dit artikel op de website van Trouw ook een link naar een filmpje met een clip van Karomova, de popster. Ook met beelden van Oezbeekse steden. 

klik hier voor dit artikel

 

 

Economie

Oezbekistan is rijk aan bodemschatten olie, gas en goud. Ook is het één van ’s werelds grootste katoenproducenten. Slechts een klein deel van het Oezbeekse grondgebied is vruchtbaar. Het land heeft een grote buitenlandse schuld opgebouwd, waardoor veel inwoners onder armoedige omstandigheden leven. De werkloosheid schat men op zo’n 30%. Door de verslechterde economische situatie neemt de sociale onrust toe.

 

In 2001 sloot Karimov een verdrag met de Verenigde Staten, die vanuit Oezbekistan hun strijdkrachten in Afghanistan mochten bevoorraden. Toen echter in 2005 een opstand in de stad Andijan bloedig werd neergeslagen en het westen stevige kritiek liet horen, sloot Karimov de Amerikaanse basis en zocht zijn toevlucht bij Rusland en China. Enkele jaren later sloot echter ook Pakistan zijn grens met Afghanistan voor Amerikaanse goederen, waardoor de bevoorrading van de ISAF troepen in gevaar kwam. Vandaar dat de westerse machten wederom bij Karimov aanklopten voor hulp. Hierdoor ontstond een breuk tussen Oezbeekse milities in Noord-Afghanistan en de ISAF troepen, omdat veel Oezbeekse milities fel gekant zijn tegen Karimov en zij de knieval zien als erkenning van Karimovs regime. Daarna verdubbelde het aantal leden van Oezbeekse milities in Afghanistan binnen enkele maanden, en ontstond tijdelijk een onveilige situatie rond steden als Kunduz, waar de milities voor het eerst in jaren weer Taliban toelieten op grond van het feit dat zij dezelfde vijand hadden. Voor Oezbekistan betekent de groei van Oezbeeks verzet in Afghanistan een gevaar voor Karimovs regering.

 

Mensenrechten

De mensenrechten in Oezbekistan worden geschonden. Zowel politie als veiligheidsdiensten maken zich schuldig aan mishandelingen en willekeurige arrestaties. De situatie in de gevangenissen is triest en marteling is daar geen uitzondering. De vrijheden van meningsuiting en vergadering zijn beperkt, evenals de mogelijkheden voor internationale en nationale NGO’s (non-gouvermentele organisaties) om in het land te werken.

Westerse landen hebben geen aandacht voor de verschrikkelijke martelingen en schendingen van de mensenrechten in Oezbekistan. Dit omdat het land van cruciaal belang is voor de NAVO-troepen in Afghanistan. Dat meldde Human Rights Watch, de mensenrechtenorganisatie. 

HRW meent dat Oezbekistan, ooit een Sovjetrepubliek, beloftes om te stoppen met marteltechnieken niet nakomt. HRW noemt de technieken bijna-verstikking en elektroshocks als voorbeelden. De Oezbeekse onderzoeker van HRW genaamd Steve Swerdlow, schrijft in een rapport dat het Westen toe moet geven dat de staat van Oezbekistan verwaarloosd is en dat er in het land sprake is van de meest belabberde situaties ter wereld op het gebied van mensenrechten. Swerdlow geeft ook aan dat Oezbekistan geen toestemming heeft om verschrikkelijke marteltechnieken en onderdrukkingen toe te passen omdat het land zich naast Afghanistan bevindt. 

President Karimov zegt dit te doen om op deze manier opstanden van radicale islamieten in te dijken.

 

 

Religie

De meeste Oezbeken zijn van oorsprong soennitische islamieten (88%). Het islamitische centrum van Oezbekistan is de heilige stad Buchara. Door de antireligieuze houding van het Sovjetbewind was het lange tijd moeilijk na te gaan in hoeverre de bevolking nog praktiserend gelovig was. De Russisch-orthodoxe christenen maken 9% van de bevolking uit. De Katholieke Kerk heeft een Apostolische administratie in Oezbekistan met zetel in Tasjkent.

Voor het kleine aantal christenen is het leven in Oezbekistan niet gemakkelijk. In 2006 is er een nieuwe wet in het land gekomen: op het bezit van meer dan één Bijbel per persoon staat een boete van $ 2000-6000. Op verspreiding van traktaten en andere christelijke lectuur staat 3-8 jaar gevangenisstraf. Kerkdiensten zijn illegaal; voorgangers lopen het risico beboet of gearresteerd te worden. 

Maar ook de militante islam wordt stevig onderdrukt. Nu is daar natuurlijk veel voor te zeggen. De ervaringen met militante, extremistische zich noemende ‘moslims’ zijn niet zodanig dat enig zichzelf respecterend land deze bewegingen de vrije hand zou willen geven. De excessen die daarvan echter weer een uitvloeisel zijn in dit land, geven zorgen. 

 

De Zijderoute

De Zijderoute was een netwerk van karavaanroutes door Centraal-Azië. Gedurende vele eeuwen werd langs de Zijderoute handel gedreven tussen China en het oosten van Azië aan de ene kant en het Midden-Oosten en het Middellandse Zeegebied aan de andere kant. Van de klassieke oudheid tot de late middeleeuwen was de Zijderoute de belangrijkste verbinding tussen oost en west. Het Centraal-Aziatische deel van de route was al in gebruik ten tijde van de Han-dynastie. (206 v.Chr. - 220 na Chr.) De Zijderoute dankt de naam aan het feit dat zijde uit het oosten, toen bijzonder kostbare handelswaar, langs de route naar het westen vervoerd werd. Langs de routes konden mensen handelsgoederen vervoeren, in het bijzonder luxegoederen zoals zijde, satijn, muskus, robijnen, diamanten, parels, porselein, papier, rabarber, vruchten zoals perziken en sinaasappels, paarden en buskruit. Uiteraard reisden niet alleen goederen mee langs de route, maar ook opvattingen, ideeën, ziektes en culturen. Vanwege het transport van andere producten kennen bepaalde delen van de route ook andere namen, zoals de Wierookroute en de Theeroute.

 

Vertakkingen in de Zijderoute

Hoewel de term Zijderoute suggereert dat het om één route ging, hebben er in de loop der eeuwen verschillende routes bestaan. Vaak waren op hetzelfde moment verschillende routes tegelijk in gebruik. Daarnaast doet de term vermoeden dat het een lange reis betreft. In feite waren er maar weinig reizigers die de gehele route aflegden van begin tot eind. De continentale Zijderoute splitst zich in noordelijke en zuidelijke routes vanuit de commerciële centra in Noord-China en besloeg een afstand van 11.265 kilometer. De noordelijke route verliep door de Chinese provincie Gansu en splitste zich in drie andere routes, waarvan er twee de bergketens ten noorden en zuiden van de Taklamakanwoestijn volgen en weer samenkwamen in Kashgar. De derde route liep ten noorden van de woestijn Tiensjan en ging door Turpan, Talgar en Alma-Ata (in huidig Kazachstan). In Kashgar splitste zich een route die naar de Alaivallei liep in de richting van Termez en Balkh; een andere ging door Kokand in de Vallei van Fergana en vervolgens naar het westen door de Karakumwoestijn richting Merv waar het zich kort erna bij de zuidelijke route voegde. Een van de takken gaat noordwestelijk naar het Aralmeer en de Kaspische Zee en verder naar de Zwarte Zee.

De noordelijke route werd in het bijzonder gebruikt door karavanen met goederen als dadels, saffraanpoeder en pistachenoten uit Perzië, wierook, aloësap en mirre uit Somalië, sandelhout uit India, glazen flessen uit Egypte en andere dure en belangrijke producten uit de wereld, bestemd voor China. Op de terugreis namen de karavanen rollen met zijdebrokaat, lakwerk en porselein mee terug.

 



 

De keuken van Oezbekistan

De Oezbeekse keuken wordt gekenmerkt door veel vlees en is naar onze maatstaven vrij vet. Het is in Oezbekistan gebruikelijk om de belangrijkste, zwaarste maaltijd van de dag tussen de middag te gebruiken. ’s Avonds wordt dan weliswaar ook een warme maaltijd genuttigd, maar iets minder uitgebreid. Meestal begint men de maaltijd met een paar salades met brood. Soms kiest men deze van de kaart, vaak komt er iemand langs met een groot dienblad met daarop de salades waaruit men een keuze kan maken. De tweede gang is soep, deze wordt vaak al geserveerd voordat men klaar is met de salade. De derde gang bestaat in de traditionele Oezbeekse keuken voornamelijk uit vlees. Lamsvlees, rundvlees en kip zijn het meest gangbaar. In de restaurants waar tegenwoordig ook toeristen komen, krijgt men ook wel aardappelen of rijst erbij. Groente bij deze gang is zeldzaam, die wordt immers vooraf als salade geserveerd. Ook de derde gang wordt vaak al gebracht voordat men klaar is met de tweede. In Oezbekistan staan dus vaak meerdere gangen tegelijk op tafel en besteedt men over het algemeen niet veel tijd aan het diner.

 

Van oezbekistan.nl: Culinair

Het uitzonderlijke klimaat in Oezbekistan en een lange traditie van sedentaire ontwikkeling hebben ertoe bijgedragen dat er een uitzonderlijke variëteit aan zowel gekende als uitzonderlijke fruit- en groentesoorten te proeven is. Abrikozen, perziken, druiven, watermeloenen, granaatappels, appelen, peren, vijgen, dadels, kersen en talrijke variëteiten van meloensoorten zijn er in overweldigende mate. Groene radijzen, gele wortels, uitzonderlijke tomaten, aubergines, zwarte pepers, kleurrijke courgettes en verschillende pompoensoorten zijn de voornaamste en lekkerste groenten. Zira (zwarte komijnsoort), look, dille, koriander, peterselie en sesamzaad zijn de voornaamste kruiden.

Vers gegeten zijn deze fruit- en groentesoorten onovertroffen. Maar de bezoeker laat deze lekkernijen spijtig genoeg meestal links liggen om zich te laten verleiden door de warme Oezbeekse gerechten die hem met veel fierheid door de Oezbeekse gastheer worden aangeboden. Deze gerechten zijn soms naar Westerse smaak nogal vettig. Nochtans zijn sommige van deze gerechten bijzonder lekker en verdienen geproefd te worden. Traditioneel wordt iedere gast op plov getrakteerd. Plov is een rijstschotel met meestal lamsvlees en een grote keur aan gestoofde groenten. Naast lamsvlees wordt ook rund, paard en kip regelmatig geserveerd. Enkele andere gerechten die het ontdekken waard zijn :

Lagman : een Centraal-Aziatische tagliatelli

Manti : grote ravioli gevuld met lamsgehakt en specerijen

Samsa : een deegkoekje gevuld met al naargelang, vlees of groenten of beiden (ook wel somsa)

Kabab of schaslik : geroosterde vleespennen

Shurpa : soep op basis van lamsbouillon.

Kazy : paardenworst die vooral mannen zou versterken.

Thee wordt bij iedere gelegenheid geserveerd. In de winter wordt de thee meestal vergezeld van gedroogd fruit en talrijke notenvariëteiten. De gedroogde druiven en abrikozen zijn van uitzonderlijke kwaliteit. Populair bij uitgebreide eetmaaltijden is de geïmporteerde maar ook eigen vodka. Bier kent een gestage opgang en dan vooral de Russische bieren. Oezbeekse wijn en cognac worden ook geserveerd maar zijn naar Westerse smaak nogal zwaar in alcoholgehalte en dikwijls te zoet. Een uitdaging vormt de drank koumis. Dit is gestremde paardenmelk met een alcoholgehalte van ongeveer 5%.  (Bron: oezbekistan.iskra.be)

 

Thee en wijn

“De bewoners van Oezbekistan drinken over het algemeen thee of wijn. Dit zijn de twee nationale dranken die het land heeft. Thee kan overal gedronken worden, waar je ook maar bent. De Oezbeken vinden thee ook de meest geschikt drank om bij de maaltijd te gebruiken. Het is een oude traditie dat degene die thee inschenkt, het eerste kopje zelf neemt en pas dan de andere aanwezigen van thee voorziet. Ook is het een teken van beleefdheid om de kopjes van gasten niet helemaal vol te schenken. In de winter drinken ze vooral zwarte thee, in de zomer groene. De wijn in Oezbekistan is van hoge kwaliteit en heeft al vele internationale prijzen gewonnen.”

Naast deze dranken is er ook altijd bier te koop. Goed lokaal bier, en in restaurants vaak ook wel buitenlandse bieren. De lokale wijn is naar onze smaak gauw te zoet. 

 

Veel voorkomende gerechten op Oezbeekse menukaart:

Mastava Dit is een rijstsoep met ui, wortel, tomaat, erwt en wilde pruimen.

Shurpa   Dit is een soep gemaakt van schapenvlees, groente en noedels.

Chuchvara Lijkt op ravioli, is gevuld met schapenvlees, ui, wortels en pompoen.

Plov Het nationale gerecht: rijst met groente en vlees. 

 

Brood

In ieder reisverslag over Oezbekistan wordt het genoemd: brood. Bij iedere maaltijd wordt brood gegeten en op de markten rijden vrouwen met kinderwagens vol broden rond. De bakkers merken de broden met een speciale stempel, maar ook aan de vorm is vaak te herkennen in welke stad het brood gemaakt wordt. Soms zijn de broden hoog, soms vrij plat, maar altijd rond, goudgeel en lekker. Brood is heilig in Oezbekistan en het is verstandig daar rekening mee te houden. Leg brood nooit op de grond en gooi het zeker niet weg. Brood moet altijd met de bovenkant naar boven liggen. De broden worden steeds vers aangevoerd op de markt. De fotoreportage laat beelden zien van broodverkopers. Meestal verkopen ze vanaf een oude kinderwagen. Wat voor symboliek we daar achter moeten zoeken...? 

 

Oezbeekse plov

Soms wordt wel eens van een bepaald gerecht gezegd, dat het geen gerecht is, maar een levensstijl. Dat geldt zeker ook voor plov, de nationale dis van Oezbekistan. Er gaat geen feestdag voorbij zonder plov. Huwelijken, geboortes en ook begrafenissen kunnen niet zonder plov. Het nationale gerecht wordt ook gegeten op 1 september, als Oezbekistan de Onafhankelijkheidsdag viert.

Plov is een gerecht dat bestaat uit vlees en rijst en er zijn verschillende recepten voor. Er wordt beweerd dat je aan hoe iemand plov maakt, kunt zien of het een echte kerel is. Plov wordt dan ook uitsluitend door mannen gemaakt. Als er iets te vieren is in Oezbekistan, dan moet dat in het groot: de de hele buurt wordt uitgenodigd voor een bord plov. Of er wordt een zogenaamde chaj-khanah (theehuis) of karavan saraj (herberg) gehuurd, waar de man 's ochtends vroeg rechtstreeks vanaf de markt met zijn ingrediënten naartoe gaat om er zijn eigen plov te maken. 

Het maken van plov is bijna een ritueel en verloopt volgens een vast patroon. Niets wordt aan het toeval overgelaten, want de eer van kok en familie hangt ervan af. De Russische invloed in Oezbekistan heeft echter een aspect toegevoegd: na iedere stap nemen de kok en zijn assistenten een 'ritueel' glaasje wodka. Dat stemt de goden goed. Als de plov dan eindelijk op tafel staat, is de kok dan ook vaak 'erg moe'...

 


 

 

 

Het REISVERSLAG

Van Turkmenistan ...    NAAR OEZBEKISTAN

(vervolg van dag 6 van onze reis langs de Zijderoute; voor wat hieraan vooraf ging: zie Turkmenistan) 

 

Na de laatste lunch in Turkmenistan (in Dashoguz) rijden we in een kwartiertje naar de grens met Oezbekistan. We nemen afscheid van onze ‘schone Helena’ en van de chauffeur. Over beiden niets dan lof. Het verkeer heeft hier wel wat andere mores dan bij ons, maar ik heb me geen moment onveilig gevoeld bij deze chauffeur. 

Dan beginnen een paar stoere uurtjes. Een grens passeer je hier niet zomaar. Dat duurt zomaar uren. 

 

"Stempelstan"

Dan moeten we dus eerst Turkmenistan uit. Het begint natuurlijk altijd met een ‘securitycheck’. Koffer, handbagage, scannen. We gaan niet vliegen toch? Maakt niet uit. Paspoort. Stempels. Geen vragen naar Travel passes of hotelregistraties. Valt al weer mee. Nog een controle en dan een strook niemandsland. Oezbekistan. Passport please. Beleefd zijn ze hier wel, beter dan de Turkmenen en wat minder formeel. Het joch in uniform een eind verderop vraagt om een dollar. Nee, dus. Is ook nog strafbaar voor ons. Securitycheck. Koffer, handbagage, scannen. In het hotel vooraf al ingevuld formulier van inklaring afgeven, stempelen en -paspoort tonen natuurlijk; groepsvisum controleren. Ieder mannetje met een grote pet op vraagt standaard naar je paspoort. Eind lopen door de hitte met de koffer aan de hand. Niemandsland. Leve de rolkoffer. Tussen de beide grenzen, waar de grensrivier over gaan, worden we een stuk gebracht met een soort taxi, waar vier personen in kunnen, plus de bijbehorende koffers. Dus steeds wachten tot de auto weer terug is. We zijn met 22 dus dat duurt weer even. Wel betalen hè?! Dollars. Ander geld hebben we nog niet.

Nieuw gebouwtje. Nu: Gezondheidscheck. Met een thermometer-op-afstand richt de man achter het loketje op je hoofd, en:  'passport please!'. Riet heeft 36.7 graden ondanks de hitte, laat de man haar zien. Ze krijgt een duim en is gezond verklaard en mag het land in. 

Van Persie! Good!

Ik krijg niet te zien hoeveel graden ik tel, maar ik schat onderhand wel 38.9…  We zijn ondertussen al twaalf uur in touw! En het is me hier heet! En het getrek en gedoe met bagage en papieren verhit me nog meer. De man begint over bekende voetballers in Nederland. Ik noem ook maar een naam en dat levert me een duim op. Van Persie! Good! De man vergeet hierdoor mijn naam op een Heel Belangrijk Formulier te zetten. Naderhand is daar even paniek over maar Sven strijkt het snel glad. Handig toch hoor, als je vloeiend Russisch spreekt. De man heeft gewoon niet opgelet. Ik heb alle stempels. Niet zeuren. Weer een eind lopen door niemandsland. Dan zetten we eindelijk als vrij man / vrouw voet op Oezbeekse grond. We zijn ondertussen wel ruim twee volle uren verder… “Stempelstan”, noemt mijn provinciegenoot en wereldfietser Frank van Rijn deze landen. Zijn boek “In de ban van Stempelstan” geeft hilarische beschrijvingen van de bureaucratie. Erger nog dan wij het meemaakten. 

Oezbekistan. We zijn er! Ik word tot mijn verbazing welkom geheten door onze plaatselijke gids (‘zeg maar John’)  in het Nederlands. Vrijwel accentloos. Hij heeft onze taal geleerd uit boekjes en van het contact met toeristen. Zonder ooit in Nederland te zijn geweest! Petje af hoor. 

En daar staat een glanzende moderne bus. Met twee aardige chauffeurs. En airco, niet onbelangrijk. Naar het hotel heerlijk onderuit op de zitting. We hebben, net als in de vorige bus, zo veel ruimte dat we lekker apart kunnen zitten. Lekker in verband met de warmte en handig voor je fototoestel, waterfles en andere spullen. Onderweg zien we eindeloze velden, soms met katoen, vaak ook onbewerkt. Hier en daar een dorpje met armoedige lemen huisjes, veel blikplaten. Een moestuintje waarin mensen bezig zijn, en een paar schapen of een koe om het huis. En wat kinderen. 

Hotel aan de lemen stadsmuur

In Khiva checken we in in het Hayat Inn Hotel. Ziet er wel goed uit en… onze kamer heeft uitzicht op de brede lemen stadsmuren van de oude stad. Er bovenuit zien we al wat blauwe koepels blinken. Khiva! Here we come.

 Het Hyat Inn Hotel in Khiva

De straat ziet er uit alsof ze ooit nog wel eens geasfalteerd zal gaan worden. 

 

Nadat we even een uurtje hebben gedoucht en gerust, wandelen we met de groep langs de muur naar de poort die naar de oude binnenstad leidt. Het gouden licht van de avondzon strijkt langs de muren en de kantelen. Prachtige vormen en schaduwen en tinten in veel nuances oranje en geel. Gelukkig heb ik mijn kleine Samsung cameraatje bij me. Morgen zullen we dit allemaal wel weer zien, maar niet in dit licht! Wat een sprookjesachtig gezicht! Ons hotel staat net op een hoek van de stadsmuur om de oude binnenstad, dus ik kan twee kanten van de muur in beeld krijgen. Op allebei de muren tovert de oranje avondzon een gouden gloed, en de kantelen steken als een fijn kantwerkje fel af tegen de nog steeds helblauwe lucht. Op de zuidermuur tekenen de kantelen een fraaie schaduwlijn op de muur eronder. Het enige jammere is de leidingen en buizen die onder langs de muur open en bloot liggen en zo de illusie van een lang voorbije tijd verstoren.

 uitzichten uit onze hotelkamer

    

 

Diner-plek in de top-drie

De stadsmuur is praktisch volledig behouden, compleet met bastions, en ommuurt een gebied van 400 bij 720 meter. Hij is gemaakt van leem en aan de lucht gedroogde stenen. 

Eenmaal door de poort in de oude stad valt mijn mond open van de mooie dingen die ik al zie. Op een pleintje, onder de van kleur spetterende gevels van eeuwenoude koranscholen en minaretten, is een terras ingericht, waar wij mogen aanschuiven voor het diner. Ik heb al op heel wat exotische en bijzondere plaatsen gegeten, maar deze plek staat zeker in de top-drie. En het eten is nog lekker ook, en het gezelschap goed. Ik laat me een grote pils goed smaken. Dat heb ik na zo’n lange en intensieve dag wel verdiend. Het is een bijna windstille avond. Langzaam wordt de hemel donkerblauw. Hier en daar gaan spaarzaam wat lichten aan. Spaarzaam, als om de sfeer van middeleeuwse stad enigszins in stand te houden. 

Het is al schemerig als we door de nu stille straten en onder langs de stadsmuur terug lopen naar ons hotel. Morgen de hele dag in deze bijzondere stad. Een van de best bewaarde historische steden van Centraal-Azië. Het zal een, misschien wel het hoogtepunt van deze reis zijn voor ons beiden. 

 de muur in gouden avondzonlicht

  

 bij de westpoort

  

  

beeld van de beroemde uitvinder van de algebra Algoritmus, voor de westpoort

  

  

  

 


 

Over Khiva

Khiva is een stad die tussen de Kyzylkum en de Karakum woestijn ligt en zij was vroeger een rustplaats voor de karavanen die door het gebied trokken. Het prachtige oude centrum is misschien wel een van de best bewaarde historische steden van Centraal-Azië. De stadsmuren dateren uit het einde van de 17e eeuw en hebben een hoogte van 10 meter. In de oude stad bevinden zich ruim 50 historische monumenten en 250 oude huizen, vooral uit de 18e en 19e eeuw.

Khiva is een stad die ouder is dan tweeëneenhalf duizend jaar, gelegen op 32 km van Urgench op een oude karavaanroute. Ze behoorde tot het koninkrijk Khorezm (Perzië), welvarend dankzij de verbetering van de irrigatietechnieken, wat belangrijk is in deze Karakum woestijn. De stad werd overrompeld door de Arabieren in 712, door de Mongolen in 1221, door Tamerlan (of Timoer Lenk, dat is Timur de manke; tegenwoordig Amir Timur) op het einde van de 14de eeuw en door de Oezbeken in 1512. Khiva herleefde eindelijk als hoofdstad van een onafhankelijk kanaat in het begin van de 17de eeuw. Na onophoudelijke oorlogen kon de sjah van Perzië, Nadir Sjah, Khiva in 1740 opnieuw annexeren. Pas in het begin van de 19de eeuw, in 1804, kwam er onder de dynastie van de Koungraten weer welvaart en stabiliteit. 

  de eeuwenoude binnenstad Ichan-Kala van Khiva op een tegeltableau

met alle culturele bezienswaardigheden in blauw

 

De Ichan-Kala, de binnenstad

Er is een binnen- en buitenstad, elk met hun eigen ommuring: de Dihan Kala, of de buitenstad, waar de huidige bevolking leeft, en de Ichan-Kala, de binnenstad, waar je je in een openluchtmuseum waant. Als je je ogen tot spleetjes knijpt en de talrijke souvenirstalletjes wegdenkt, kun je met je gedachten gemakkelijk terug naar de tijd dat hier stoffige kooplui elkaar troffen en genoten van de geneugten van een stad, na wekenlange ontberingen in de woestijn. Verkeer is er niet in deze binnenstad, alleen wandelaars, die slenteren langs de bijna overal aanwezige souvenirstalletjes, die vaak allemaal hetzelfde assortiment voeren. Hoewel je wel mooie dingen kunt kopen hoor: zijden en wollen kleren, en prachtig aardewerk met de motieven en de kleuren die je om je heen ziet. 

Hoewel Khiva dus een ‘openluchtmuseum’ is, is het er dus niet stil. Maar dat ligt er ook maar aan wanneer je er bent. ’s Morgens vroeg is natuurlijk goed, maar zo rond en na de middag is de ergste drukte ook al voorbij en heb je alle ruimte. In de jaren zeventig van de vorige eeuw hebben de Russen besloten de binnenstad af te sluiten en er een museum van te maken. Een groot deel van de oorspronkelijke bevolking werd gedwongen te verhuizen naar elders. Men zegt dat jaren daarna het een dooie boel was in Khiva. Ik kan dat absoluut niet beamen. Zeker, in Buchara is het veel drukker met veel meer plaatselijke bewoners en autoverkeer, maar het is maar waar je van houdt. Wij vonden de afwezigheid van verkeer in Khiva juist heerlijk. En een dooie boel zou ik het niet willen noemen. Je kunt je hier juist goed concentreren op al het moois om je heen.

 

Wirwar

In heel Khiva wonen zo’n 60.000 mensen, waarvan in de oude binnenstad toch nog 4000. Die oude binnenstad is een zandkleurige wirwar van stegen, doorgangen, en straatjes, die omzoomd worden door woonhuizen, mausolea, moskeeën, madrassa’s, (ook wel  medresses of koranscholen), paleizen en minaretten, en dat alles versierd met turkooizen geglazuurde tegels en ingewikkelde mozaïeken met steeds weer nieuwe motieven. Het cliché ‘je komt ogen te kort’ is hier misschien wel meer dan waar ook van toepassing. Riet en ik wisten tenminste niet waar we eerst moesten kijken, waar een foto van maken, want welke kant je ook op kijkt, er is altijd een bijzonder plaatje te maken. Die doolhof maakt ook dat wij ons gelukkig prezen hier eerst met een gids door te lopen, want zonder iemand die goed de weg weet, heb je kans dat je allerlei doorgangen en ingangen mist en op de ‘doorgaande’ straat blijft. 

 

Het is overigens knap lastig om achteraf thuis achter de computer te bepalen wat er precies op een van de ruim 300 foto’s staat, die ik hier in Khiva maakte. De moskeeën en medressen lijken voor een leek nogal op elkaar, ze hebben namen die ik vaak alweer vergeet zodra ik ze heb gelezen of gehoord van onze gids John, en dan komt er nog bij dat de bezienswaardigheden zo dicht op elkaar staan dat je, staande bij het ene, een foto maakt van het andere. U zult me vast vergeven als een foto eens een verkeerd bijschrift heeft. Of liever nog: meld het mij, zodat ik het kan verbeteren!

 

Onze reisbegeleider heeft op de site van SRC over Oezbekistan een paar blogs geschreven. Hier volgt er een over Khiva. 

 

Sven Standhart: blog op SRC-reizen.nl: 

De gouden glimlach van Oezbekistan in Khiva     (11-09-2013)

Tussen de rode en zwarte woestijnen in het westen van Oezbekistan ligt de oase van Choresm. In deze oase ligt de opmerkelijke stad Khiva, een halteplaats voor de karavanen die de zijderoute aflegden op weg naar Europa. De stad vierde in 1997 haar 2.500-jarige bestaan en heeft een roerige geschiedenis. Vele oorlogen verwoestten de stad, waardoor haar huidige aanblik vooral die van de 18e eeuw is.

Ooit was de stad het centrum van de slavenhandel. De slaven werkten in de vesting, de Ark. Hun oor was aan de muur gespijkerd, zodat ze niet konden vluchten. De khan stond bekend om zijn wreedheden. Ooggetuigen vertelden hoe talloze krijgsgevangenen dagenlang gemarteld werden, waarna hun ogen uitgestoken werden. Overspelige mannen werden opgehangen, terwijl de vrouwen tot hun middel werden ingegraven en werden gestenigd. Uiteindelijk waren het de geestelijken die de khan tot matigheid moesten dwingen. Een uitbraak van de pest in de 18e eeuw zorgde ervoor dat de stad nagenoeg uitgestorven was. Slechts drie of vier mannen kwamen in die tijd naar het vrijdaggebed. Huizen vervielen, werden overwoekerd en ingenomen door wilde dieren. Pas met de Kungrat-dynastie veranderde de situatie en begon Khiva weer te bloeien. 

Haar afgelegen positie heeft ervoor gezorgd dat de stad nagenoeg geheel bewaard is gebleven. De stad is geheel omgeven met stadsmuren en stadspoorten. De korte minaret, de Kalta Minor, is het symbool van de stad. Prachtig versierd met blauwe tegels verwelkomt deze minaret iedere gast die door de westelijke stadspoort de oude stad binnenloopt. Even verderop staat de vrijdagsmoskee. Deze moskee heeft honderden houten pilaren, die los op het fundament staan, om ze zo bestand te maken tegen aardbevingen. Wandelend door Khiva word je getroffen door de schoonheid van de oude binnenstad. De bevolking is bijzonder vriendelijk en behulpzaam. Velen spreken je aan en vragen waar je vandaan komt en of je met ze op de foto wilt. Niet zij zijn hier de bezienswaardigheid, maar jij, als zeldzame westerling.

Oezbekistan staat bekend om zijn gastvrijheid. Het wordt ook wel ‘het land van de gouden glimlach’ genoemd, maar dit wordt pas duidelijk wanneer we in een traditionele tsjajkhona, een theehuis, wat gaan eten. De serveerster brengt ons het menu en vraagt met een brede glimlach of we alvast iets willen drinken. Tientallen gouden kronen glimmen ons tegemoet. Een teken van rijkdom en schoonheid. Na een paar dagen hebben we door dat de meeste mensen gouden kronen laten zetten. Dat maakt Oezbekistan letterlijk het land van de gouden glimlach.

 


 

Dag 8 van onze reis langs de Zijderoute   27 mei 2015

Khiva

Vandaag gaan we de hele dag besteden aan dit ‘openluchtmuseum’. We bereiden ons voor met een goed ontbijt. De ontbijten zijn trouwens goed op deze reis. Brood is er altijd, in verschillende soorten vaak, met zoet beleg en soms wat vleeswaar en kaas, soms ook wel Engelse ingrediënten als gebakken bacon en worstjes, en eieren, gekookt en soms op verzoek gebakken. En wat wij erg op prijs stellen: kefir. Kefir is een fris zure, dik-vloeibare zuiveldrank die ontstaat door kefir (=micro-organismen) toe te voegen aan melk. Hierdoor begint de melk te fermenteren. Door deze fermentatie is het een zeer licht alcoholische ‘drank’ (0,1 - 0,3%). 

 

 de muur weer maar nu in fel ochtendlicht

door mij digitaal samengestelde panoramafoto van de muur van Khiva

 

 

Ata Darwase

Om negen uur starten we onze wandeling vanaf het hotel. Langs de westelijke muur lopen we naar de gerestaureerde Westelijke poort, de Ata Darwase (Oezb: Ota Darvoza). Aan onze linkerhand is achter de muur de Kohne Ark, de vesting. Voor de muur, d.w.z net buiten de muur dus, staat een beeld van de uitvinder van de algebra. Omstreeks 783 werd in Khiva de grondlegger van de algebra met het tientallige stelsel geboren: Abu Jafar Muhammed Ibn Musa al-Khorazmi, bij ons bekend onder zijn Latijnse naam Algoritmus. Zonder algoritmen was dit verslag niet op deze manier tot stand gekomen, want Google maakt driftig gebruik van deze rekenmethode om de zoekopdrachten te verwerken. 

 

   re: de Westelijke poort, de Ata Darwase

De muur bij de westelijke poort; op onze wandeling over de muur 's middags zouden we tot hier komen, want hier loopt het pad over de muur dood in het ronde bastion. 

  

Omstreeks 783 werd in Khiva de grondlegger van de algebra met het tientallige stelsel geboren: Abu Jafar Muhammed Ibn Musa al-Khorazmi, bij ons bekend onder zijn Latijnse naam Algoritmus./// Re: overal verkochte beeldjes van derwisjen 

                                    

      

Oezbeekse vrouwen bij een souvenirstalletje

        

Madrassa Amin Kahn                        en het icoon van de stad, de minaret Kalta Menar

 

 

     

De minaret Kalta Menar zit met een bruggetje door de lucht vast aan de koranschool Madrassa Amin Kahn

     

re: de bovenrand van de minaret, met o.a. teksten uit de koran in het Arabisch schrift

                      

 Minaret Kalta Menar

 

Minaret Kalta Menar

De minaret Kalta Menar (ook wel - Minor) is het meest gezichtsbepalende gebouw van de binnenstad. En waarschijnlijk ook het meest gefotografeerde. Vaak staat de minaret ook op de achtergrond van andere foto’s die je maakt. Deze minaret zou ooit een van de grootste van Centraal Azië zijn geworden (nl. drie keer zo hoog als hij nu is), maar na de dood van de toenmalige heerser Muhammad Amin Khan is de bouw stopgezet. De minaret dateert uit 1855; de doorsnee is bijna 15 meter en de hoogte 28 m. Amin Kahn wilde een minaret die vanuit Buchara nog te zien zou zijn. Buchara ligt 400 km ver! Dat was dus nogal… ambitieus. De toren is prachtig versierd met geglazuurde stenen, voornamelijk blauw en wat goudbruin en wit, tegen de grondkleur terracotta. Hij staat vlak bij en zit met een brug vast aan de Madrassa Amin Kahn. Een koranschool van 60 bij 70 m met vier iwans. Met 99 cellen voor de scholieren van deze hogere school was het de grootste Islamitische hogeschool van Khiva. Er zit nu een hotel in, maar de binnenplaats is vrij te bekijken en zeker de moeite waard. 

                

 

   Madrassa Amin Kahn, nu hotel

     

 

     

Souvenirs zijn in dit land vaak zeer de moeite waard en niet in honderdtallen in China vervaardigd...  Hier heel mooi gedecoreerd aardewerk. Helaas te zwaar voor de koffer. 

   

Souvenirverkoopster stalt haar waren uit op een muurtje                          De politie is hier zijn kameraad....

  Het vestingcomplex, Kohne Ark in Khiva

 

Vesting Kohne Ark

De vesting, Kohne Ark, werd gesticht in de 17e  eeuw, maar in latere jaren is het complex verbouwd en uitgebreid. Het geheel bestaat uit vier grote gebouwen om een binnenplaats: een paleis, een moskee, een zuilenhal en een wintermoskee. Daarnaast zijn er nog bv. een haremverblijf, en een arsenaal. Hier in de vesting woonde de emir met zijn harem. Vooral de Zomermoskee is bijzonder. De iwan (poortgewelf en gevel)  heeft slanke houten zuilen, die het bonte plafond dragen. Dat plafond doet me in zijn kleuren met veel goud en rood en blauw denken aan Chinese bouwwerken. De wanden van de iwan zijn voornamelijk in wit en blauw gehouden: volledig bekleed met de voor Khiva typerende versieringen: o.a. de gereh, een soort knoopvormig motief van sterren-, planten- en bloemenvormen. De houten zuilen rusten op marmeren sokkels; ze zouden bij aardbevingen schade kunnen voorkomen of verminderen. Je ziet dat hier meer. En ook zie je wel dat er in de muur van een bouwwerk op een meter hoogte een laag houtvezels verwerkt is. Die kunnen goed trillingen opvangen en neutraliseren. 

   

    

    

Zomermoskee in de Kohne Ark 

       

li: plaats waar de imam preekt en mi: gebedsnis

 

   

de kleuren en decoratie van het plafond doen mij denken aan Chinese tempels

    

                                                     gereh-versiering (knoopmotief)                                          de houten zuilen rusten op een stenen voet

   

deze vrolijke  jonge dames wilden graag poseren

     

(onder) broertje maakt een foto van de toeristen met zijn smartphone

    

toegang tot de wintermoskee (re en onder)

    

 de Kalta Menar minaret is overal te zien...

 

  chorpoys (divans) op het pleintje

 

 

 

 

Vrijdagmoskee Juma Mashid va Minorasi  

De vrijdagmoskee Juma Mashid va Minorasi  werd in de 18e eeuw gereconstrueerd en opnieuw opgebouwd. Basis is een uit de 10e eeuw daterende paleismoskee. Het is een merkwaardige gewaarwording om vanuit het felle licht buiten, binnen te treden in de schemerachtige, schijnbaar eindeloze ruimte van de grote hal. Wat naast het schaarse licht meteen opvalt, zijn de houten pilaren die het dak dragen. 213 stuks zijn het er maar liefst. Ze dragen het zwaar uitgevoerde balkenplafond. Het verschuivende perspectief door al die zuilen geeft je het gevoel dat er veel ruimte is, maar het zware balkenplafond drukt je weer neer op de aarde. Er is een schoolklas met een mooi juf met wie we even een praatje maken. Ze spreekt zorgvuldig Engels, is heel aardig en vindt Nederland een heel ‘goed’ land. Ze is erg verguld met onze complimenten voor de cultuurschatten in haar land. Ze bedankt uitvoerig dat ze met ons mocht spreken. Ach gos. Wat een aardige mensen, ook hier. 

      

fraai bewerkte voeten van de pilaren;  fragment van de deur en de deur: overgang van schemerdonker naar fel daglicht -en andersom

    

ik loop tussen de honderden bewerkte houten zuilen van de vrijdagmoskee van Khiva 

    

 Er is een schoolklas op bezoek. De juf wil graag even poseren en met ons spreken in keurig Engels

    

 leerlingen van de schoolklas

   

  oudere Oezbeekse man in de vrijdagmoskee

 

 

 

 Museum

   

Even de camera-instellingen controleren voor het naar buitengaan in de felle zon /////                 Deze simpele pomp bij een moestuintje moest ik natuurlijk proberen. Hij piepte zo hard dat ik het maar zo liet.

 

 

Na een museum voor (toegepaste?) kunst waar ik niet veel van heb onthouden, is het tijd voor een kop koffie. Op een soort binnenplaats waar het redelijk koel is, zitten we even uit te puffen. Het is zo halverwege de ochtend al weer flink warm. 

 serveerster met gouden tanden

Tijd voor koffie en thee op een heerlijk beschaduwd terras. Onder: Onze Oezbeekse gids John neemt even zijn gemak op een chorpoy. 

  

 Betalen voor de koffie. 't Kost duizenden sums, maar is niet duur. 

 

 

 

Madrassa Kutlug Murad Inak

Dan bekijken we de Madrassa Kutlug Murad Inak. Begin 19e eeuw begon er voor Khiva een periode van stabilisering en dus voorspoed. Vooral in het oostelijke deel van de binnenstad was het een drukte van belang van handelende kooplieden. Om de welvaart te benadrukken en consolideren ontstonden hier grote monumentale gebouwen. In de jaren 1804-1812 werd de Madrassa Kutlug Murad Inak gebouwd. Een 40 bij 30 m groot gebouw met een indrukwekkende iwan met pishtak, twee torens op de hoeken en daartussen twee lagen studentencellen. Het is een rijkversierd gebouw rondom een hof, waar in het midden een waterput staat. Er zit diep weg inderdaad nog water in. We maken foto’s waarop we ons spiegelbeeld in het water zien. Een heel bijzondere ‘selfie’ dus. 

 

   

   

   

              

     

 

       

Op het binnenplein van deze madrassa is een diepe put met water erin. Het water weerspiegelt zo goed dat Riet en ik allebei een selfie van ons maken in het water diep beneden.

 

 We komen aan het andere eind van de straat bij de oostpoort, de Palwan Darwase. Hij dateert uit 1806. Hij heeft twee torentjes met een blauw koepeltje erop. Stad inwaarts is een vijftig meter lange overkoepelde galerij met verkoopstandjes. Een bazaar. Hier concentreerde de handel zich vroeger ook al. 

        

Bazaar bij de oostelijke poort; vrouwen zitten gezellig de keuvelen tegen de poort.

 de oostelijke poort, Palwan Darwase

 

 Minaret van de Madrassa Islam Khodja

De Minaret van de Madrassa Islam Khodja kun je niet missen: met zijn 57 m hoogte is hij overal in de stad te zien. Het is een prachtig versierde minaret, met banden van blauwe en groene geglazuurde stenen. Vooral de top ziet er door de telelens fantastisch uit. De top bestaat volledig uit kleurige geglazuurde stenen. 

     

   

   

   Madrassa Islam Khodja

 

Vóór het middageten bezoeken we nog een tapijthandel en een houtsnijdersatelier. De tapijthandel zit in een pand met een binnenplaats waar spullen zijn uitgestald. In nissen kun je nog meer bekijken. 

Tapijten en een pomp

Op de binnenplaats staat een houten plateau, een soort podium lijkt het, bedekt met kleden en kussens. Een chorpoy noemen ze dat hier. Je ziet ze in Centraal Azië op veel plaatsen, bij huizen en ook bij cafés en restaurants. Deze is een luxe uitvoering met leuningen en een extra dak van riet. Extra want de binnenplaats is ook al bedekt met rietmatten, tegen de felle zon. Dat geeft een heel mooi gezeefd licht. Twee medewerksters zitten op de chorpoy te eten, gekruiste benen onder zich, thermosfles in het midden. Tja, het is zo langzamerhand etenstijd. 

   

  

    

de binnenplaats met tapijthandel

                               

  Ik krijg maar weinig water uit de aftandse pomp   

 

Op de binnenplaats staat een pomp. Zo een met een echte hefboom, die de zuiger in een buis op en neer brengt. Een vrouw begint te pompen. Er komt maar bedroevend weinig water in de gele plastic emmer. De meesten van de groep zijn al naar de houtsnijder, maar wij zijn er nog en ik wil de vrouw wel even helpen pompen. Glimlachend ziet ze mijn pogingen aan. Er zit zoveel ruimte tussen de zuiger en de buis dat goed pompen onmogelijk is. Maar als de vrouw het weer van me overneemt, komt er toch nog meer water uit de buis dan bij mij. Ach, ik bedoelde het goed. Als we weglopen, zwaai ik naar de beide etende dames. Ze zwaaien terug. 

Familiebedrijf van houtsnijders

Bij de houtsnijder zijn prachtige werkstukken te zien, bv. deuren die helemaal met houtsnijwerk zijn versierd. Het is een oud familiebedrijf. Shavkat Jumaniazov werd geboren in 1968; samen met zijn zes broers is hij houtsnijder. Hij heeft zijn producten zelfs geëxposeerd in Duitsland en is door de president bij de viering van de tienjarige onafhankelijkheid beloond met een zilveren medaille. 

Ze verkopen er ook typisch Oezbeekse boekenstaanders, d.w.z.  niet om boeken tegenaan te zetten, maar om een boek op te leggen. Een soort lessenaartje dus. Je ziet grote exemplaren wel in moskeeën. Het bijzondere van deze is dat ze in- en uitklapbaar zijn en uit één stuk hout gesneden. Ingeklapt zijn ze maar drie centimeter dik. Zij zijn zo ingenieus uitgedacht en geconstrueerd dat ze in verschillende standen te zetten zijn, in een X-vorm. Ze zijn er van drie tot negen posities. Hoe meer mogelijkheden hoe duurder, zo gaat dat natuurlijk. Mijn vrouw en ik zijn allebei gefascineerd door deze ambachtelijke kunstwerkjes. 

    bij de houtsnijder          

 

Negen posities

We besluiten om een exemplaar te kopen van negen posities. Kost veertig dollar. Maar dan heb je ook wat. Ik spreek met de verkoper/ maker af dat hij me eerst voordoet hoe je het ding in de verschillende posities zet, want dat lijkt wel toverij. Zoals hij het doet, gaat het zo snel dat je het met de ogen niet kunt volgen. Ik laat het hem doen terwijl ik er een filmpje van maak. Later in de middag oefenen we met een paar mensen al even maar het valt nog niet mee… Thuis krijg ik hem na wat pogingen wel in een mooie positie om neer te zetten, maar zonder filmpje ben je echt nergens. En dan nog… Maar we hebben er geen spijt van. Hij staat mooi in de kamer met een antiquarisch 19e eeuws boekje met goud gestempelde kaft erop. En iedere bezoeker bewondert het ingenieuze idee en het vakmanschap waarmee het is gemaakt. 

Hij doet wel even voor hoe het moet: de boekensteun die we kopen, in negen verschillende posities zetten...

 

Het lijkt zo simpel...                                              re: de tekeningen voor de houtsnijders

 

 

Lunchen op een terras in Khiva

De lunch gebruiken wij bij een restaurant op een terras buiten. We zitten er goed en het eten is prima. Ik meen dat ik soep had (shurpa?) en een paar stokjes sjaslik. Brood is er altijd en thee en water. Brood is hier vaak rond, witbrood en goudkleurig aan de bovenzijde. Er staat vaak een stempel in van de bakker. Op de toeristenmarkt heeft R. zo’n stempel gekocht. Kan ze op het brood of de koek die ze thuis bakt, ook haar stempel drukken. De smaak en versheid van brood verschillen nogal eens. Veel drinken is noodzakelijk want het is extreem warm in de straatjes en je verliest veel vocht. Dus schenk ik een paar keer bij uit de theepot. 

  

Lunch: gestempeld brood en een groene pasta met lamsvlees. Prima eten. 

 

 

 

Wandelen op de eeuwenoude lemen stadsmuren van Khiva

Na de lunch hebben we de middag vrij voor eigen gebruik. Dat is voor het eerst deze reis. Mijn vrouw en ik willen eigenlijk wel iets doen/ zien, wat we vanmorgen nog niet gezien hebben. We kijken naar de stadsmuren: zou je daar op kunnen komen? We zien nog net op tijd John lopen, onze Oezbeekse gids die zo goed Nederlands spreekt en verstaat. We vragen het hem: hoe kom je daar op? Hij denkt even na, wijst naar de zuiderpoort. Daar moet je erop kunnen komen. ‘Maar wacht’, zegt hij, ‘ik loop wel even mee.’ We zijn al snel het toeristische deel uit en lopen door straten waar het wegdek slecht is, het nu en dan een beetje vies ruikt, en de huizen er tamelijk troosteloos uit zien. Maar ja, kom eens ergens achteraf in een Franse stad of in Rome… We komen bij de zuiderpoort en daar loopt inderdaad een pad schuin omhoog, schuin tegen de muur op. John loopt even mee naar boven; halverwege is een opstap naar een hoger niveau, en daar is de zaak nogal uitgezakt. We moeten anderhalve meter omhoog. Een helpende hand helpt ons er toch boven op. John neemt afscheid. Naar beneden zal straks wel lukken (hopen we dan maar). 

De muur is ongeveer 10 m hoog. Naar de kant van de binnenstad is de muur zonder rand of hekje, naar de buitenkant is er een hoge borstwering, waar we op sommige plaatsen doorheen kunnen kijken. We zien de nieuwe stad en een soort speeltuin met een klein reuzenrad. En heel veel groen. Dat is verrassend want hier ‘binnen’ is nauwelijks groen. 

 

 hoge borstwering aan de buitenzijde van de muur

 ook hier springt meteen de minaret in 't oog

 

Boven de monumenten

De fundamenten van deze enorme muur zouden al in de 10e eeuw zouden zijn gelegd. De huidige gecreneleerde (van kantelen voorziene) muren dateren uit het einde van de 17e eeuw. De muur heeft een pad bovenlangs en daarnaast rijst de verdedigingswal, de borstwering op. Daarop staan de kantelen. Soms liggen er tegels op de grond, maar vaker is de bodem gewoon van aangestampt leem. Compleet met scheuren en uitgesleten stukken door regen. Het pad loopt soms wat schuin naar beneden naar de open kant -zonder hekje uiteraard- en daar lopen we extra voorzichtig. Tien meter willen we niet vallen. Beneden was het warm, hier boven tegen de lemen borstwering is het gloeiend heet. 

In de oude stad bevinden zich ruim 50 historische monumenten en 250 oude huizen, vooral uit de 18e en 19e eeuw. Het is heel bijzonder om dat alles nu van bovenaf te kunnen bekijken. We herkennen diverse punten waar we vanochtend waren. Uiteraard de minaretten. Maar ook iwans en pishtaks van moskeeën en koranscholen. Maar ook zien we de gewone huizen langs de muur. Niet veel bijzonders, hoewel sommigen er toch nog iets van maken. We zien een vrouw in haar piepkleine voortuintje wat redderen. Op gelijke hoogte met ons kijken we zo een slaapkamer in. Die mensen slapen gewoon buiten op een soort balkon. Och, hier op de muur loopt toch nooit iemand… Zeker ’s avonds niet. Lijkt me niet verstandig…

   

 het pad loopt wat schuin af

 lijnenspel van kantelen

    

    

We zijn aan het einde van het pad. Op de westelijke poort loopt het pad dood in een bastion. 

     

We zijn nu weer vlak bij de bezienswaardigheden aan de 'hoofdstraat' 

  

tuintjes en huizen van Khiva van bovenaf gezien

 

 




 

En weer naar beneden

We kunnen doorlopen over de muur tot aan de westpoort, waar we vanmorgen onderdoor liepen, de oude stad in. Daar loopt de weg over de muur gewoon dood in een breed bastion. We maken foto’s en lopen terug. Het beschadigde stukje waar we naar beneden moeten, een niveau van anderhalve meter lager, is even spannend, maar als we de rugzak en camera afdoen, lukt het. Ik houd er alleen een beetje pijnlijke knie aan over. We lopen dezelfde weg terug naar de straat met de meeste monumenten. 

   

kinderen spelen buiten op een chorpoy                                                    re.: de niet gerestaureerde Amir Tora madrassa

 

Buiten het toeristencentrum

Onderweg doen we nog een koranschool aan, de Amir Tora madrassa. Duidelijk is dat dit bouwwerk, dat buiten het toeristische centrum staat, niet meegedeeld heeft in fondsen voor restauratie. Toch is er op de binnenplaats nog wel moois te zien. Vier iwans met mooie blauwe mozaïeken, hier en daar wat beschadigd maar de kleuren zijn nog even helder als toen de tegels gezet werden, denk ik. Er is geen mens, ergens klinken wel stemmen maar niemand legt ons iets in de weg. We kijken op ons gemak rond en maken wat foto’s. 

  binnenplaats van de Amir Tora madrassa

 misschien niet zo mooi als de andere beroemde, maar toch...

  

 

 

Daarna lopen we door de stoffige, een beetje sombere straten terug naar het toeristische centrum. In een souterrain horen we geluiden van metaal op metaal. We kijken voorzichtig naar binnen en zien een man bezig met het bewerken van een koperen onderdeel. We kijken vragend en de man wenkt en noodt ons binnen. Een paar treetjes naar beneden en we staan in een klein werkplaatsje waar twee mannen werken. De man die wij eerst zagen, werkt aan een mooie koperen kan. Op een plank staan er een paar die af zijn. Mooi hoor. De man is verguld met onze opgestoken duim. Hij had vast nog liever een verkocht, maar dat zit er nu eenmaal niet in. Onze koffer raakt toch al wel vol en zwaar…

    koperslager

Kutlug Murad Inak Madrassa

We kijken nog eens bij de Kutlug Murad Inak Madrassa. Ik maak een paar foto’s met de 10-20 mm supergroothoeklens. De lens vertekent uiteraard sterk, maar het is als tussendoortje wel leuk. Toch krijg ik zelfs met deze supergroothoeklens de hele gevel er nog niet op. 

 

   

  

 een paar opnamen met mijn super-groothoek-objectief (10-20 mm)

 

We hebben dorst. En zijn nu toch ook wel wat moe. We komen terecht bij hetzelfde cafeetje waar we vanochtend koffie dronken. Ik bestel weer koffie, Riet thee. Er zitten nog een paar mensen van onze groep. We zitten gezellig in de schaduw te genieten van ons drankje en van even rust. Ik pak ons boekenstaandertje er bij en probeer het eens uit. Iedereen heeft ideeën maar de negen posities staan nog niet zomaar. Maar men vindt het wel een leuk ding. Wij ook. 

 en weer de minaret 

Tegen vijven lopen we terug naar de westpoort. We komen onze reisbegeleider tegen die wacht op mensen die mee terug willen lopen naar het hotel. Wij lopen mee, maar vinden de weg zelf ook wel. We maken nog even een stop bij een kring oude mannen die zitten te kaarten. In een zijstraatje zitten vrouwen op de grond te keuvelen en een man laat zijn zoontje rijden in een heuse elektrische mini-auto. In het hotel voelen we pas dat we moe zijn. Even douchen, even op bed liggen. 

 op weg naar de Silk Road...

 bij de westelijke poort

 potje kaarten 

 

Traditionele dansen

Om kwart voor zeven verzamelen we voor het diner. We lopen weer langs de muur naar de westpoort. Weer die mooie oranje avondzon. Deze keer gaan we niet door de poort, maar er tegenover aan de andere kant van het plein is een restaurant waar men ons verwacht. Er is ook een orkestje en een paar mannen en vrouwen die traditionele dansen voor ons zullen uitvoeren. We zitten op een soort binnenhof in de buitenlucht. De avondlucht is heerlijk, langzaam wordt het iets frisser. Het eten is prima, de dansers en het orkest doen hun best. Aan het laatste nummer mogen natuurlijk de gasten meedoen. Een paar groepsleden gaan even helemaal los. 

 de muur en Ark in avondlicht

 danseressen en muzikant

 we krijgen een zang-, dans- en muziekshow

 

   

 

De zon gaat onder achter Khiva en wij nemen afscheid van deze bijzondere stad aan de Zijderoute

 



 

  Op de hotelkamer tellen we even hoeveel Sums we nog hebben. Het bed ligt algauw vol. (voor ca. $ 100) 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dag 9 van onze reis langs de Zijderoute,  Van Khiva naar Buchara 28 mei 2015

 

 

Kaart van de routeKLIK hier  

Laveren om de kuilen

We hebben vandaag een flinke reis voor de boeg als we om acht uur vertrekken met onze bus. 480 km in de bus over een weg die zeer verschillend van kwaliteit is. Sommige stukken zijn nieuw: glad beton, twee gescheiden banen. Andere (grote) stukken zijn nog niet klaar (of de nieuwe ligt ernaast of ze zijn er in verschillende stadia mee bezig, of nog helemaal niet…) en daar is de kwaliteit redelijk tot gewoon slecht. Op die slechte stukken komt de bus maar moeizaam vooruit. ’t Is laveren om de kuilen heen. Ik moet zeggen: de chauffeur doet het voortreffelijk. Nergens heb ik me onveilig gevoeld en nergens werd het oncomfortabel. Niets dan lof dus. Veel verkeer komen we onderweg overigens niet tegen. 

 

 

     

Vanuit de bus fotografeert Riet nog een poort van Khiva. 

  We steken de rivier de Amu Darya over. 

                                

   

    

de Amu Darya                                     //  Onderweg kom je controleposten tegen. Wij hebben er verder geen last van. 

  

De beide chauffeurs zijn in de pauzes ook nog actief, in ieder geval in de koffiepauze. Er is namelijk geen restaurant langs deze weg. Nou, dat is niet helemaal waar, want waar we stoppen is ooit een wegrestaurant geweest, maar het is nu verlaten en vervallen. Wij lopen er wat rond tussen de puinhopen met een kopje oploskoffie in een kartonnen bekertje. Daarvoor hebben de chauffeurs in de kofferruimte heet water en oploskoffie, suiker en melk en theezakjes. Prima geregeld. 

 

Bushtoilet

Een toilet is er ook niet echt. Dus maar achter een hokje waarop staat “Tualet” maar dat dicht zit, of een struik, -hoewel die hier heel schaars zijn in de woestijn.  We maken deze reis wel vaker gebruik van een ‘bushtoilet’. 

Als je niet beter wist

De weg loopt hier een eind langs de grote rivier de Amu Darja. We kijken er over uit waar we hier staan met de koffiepauze. Een flinke rivier nog wel, zou je zeggen. Als je niet beter wist. Want er wordt ons gewezen op het peil dat de rivier vroeger had en nog zou horen te hebben. En dan schrik je toch wel even. Geen wonder dat het Aralmeer langzaam droog valt! Op den duur moet dit toch een ramp voor Oezbekistan worden?! Dan is het gebeurd met de katoenteelt. En het drinkwater! Maar het zal vast nog veel meer vervelende gevolgen hebben. Als de mens zo grootschalig ingrijpt in de natuur als hier gebeurd is in Centraal Azië, gaat het bijna altijd mis…

 

Verder gaat het door de woestijn. Soms is een rit door de woestijn zeer afwisselend en zelfs spectaculair, zoals we in Zuid-Amerika zagen in de Atacama-woestijn. Maar hier is het voornamelijk saai. Grijsgeel zand, hier en daar een struikje van een halve meter hoog, soms een kudde schapen met een herder erbij. Het armzalige hokje dat erbij staat zal wel het onderkomen zijn voor de herder. Urenlang geen huis  te zien. 

 

   

Hier langs de zwarte stippellijn (foto boven) zou de rivier eigenlijk moeten staan. De figuurtjes rechts zouden in het water moeten lopen. Zo laag staat de Amu Darja. 

   

Het enige "toilet" dat die naam heeft, is afgesloten. Dan maar erachter. //                      Onze chauffeurs zijn in de pauze nog actief met ons voorzien van koffie en thee. Vanuit de bagageruimte. 

 

 

  

Naast de oude weg waarop wij rijden, leggen ze een nieuwe betonnen weg aan. 

  

   

Soms is een "toilet" letterlijk een gat in de grond                                                            onze bus onder de wijde woestijnhemel

  

dit was ooit het terras van een wegrestaurant                                                            re: de woestijn

 

 

Aardgas

De lunch gebruiken we bij een soort restaurant onderweg. ‘Soort’, schrijf ik, want we zitten aan lange tafels en mogen ons meegebrachte lunchpakketje hier opeten. Dat mag niet in elk restaurant. We vieren ook de verjaardag van een van de dames. Ze krijgt een bosje bloemen aangeboden uit de ‘tuin’ van dit restaurantje. Later in het hotel krijgen we een rondje van de jarige. 

Verder maar weer over de zeer matige weg door de eindeloze woestijn. Na een pauze is het ongenadig heet in de bus. Al rijdend wordt dat wel beter, maar de zon blijft erop branden, dus ik trek het gordijntje maar dicht. Zoveel is er toch niet te zien buiten. Een oogje of twee dichtknijpen is dan ook geen verkeerd idee. Nog een keer een toilet- en benenstrekpauze langs de weg. We komen langs een monument voor de gasproductie die hier op gang is gekomen. Oezbekistan kan zich gelukkig prijzen met een forse hoeveelheid aardgas in de bodem. Op een gegeven moment zie ik langs de weg halfronde buizen op palen: een irrigatiesysteem voor de katoen. 

Hotel

Zo komen we dan na een volle dag van negen uur rijden over een kleine 500 km tegen vijf uur toch aan in Buchara. We checken in in het Siyavush Hotel, net buiten het toeristische centrum. Van zo’n dag zitten word je ook moe. Lekker even douchen en dan ben ik al aardig opgeknapt. We lopen van het hotel naar het centrum, waar we zullen dineren. Het is druk in de stad. 

Madrassa Nadir Diwan-Begi

We komen langs de Madrassa Nadir Diwan-Begi. Morgen zullen we die niet weer bekijken van deze kant, dus ik maak alvast in de drukte wat foto’s van het hoofdportaal, de grote iwan. De koranschool van 70 x 70 m is gebouwd in 1623 als karavanserai, een soort herberg zeg maar. Later heeft men hem veranderd in een theologische hogeschool (madrassa of medrese). Hij is bijzonder omdat in de Islam een verbod geldt op het afbeelden van levende wezens (uitgezonderd planten, dat dan weer wel) en op de gevel van deze iwan staan… vogels. Duidelijk herkenbaar! Vliegende reigers zijn het volgens de reisgids. (‘Zentralasien’ van Dumont). Onder de staart is aan beide kanten ook nog een zoogdier afgebeeld zie ik. Ik zou zweren dat het een varkentje was, maar zo ver naast de ‘canon’ zal de bouwmeester toch wel niet hebben durven gaan, lijkt me! In de zon boven de pishtak  is trouwens een gezichtje afgebeeld. Gekker moet het toch niet worden. Pure ketterij hier. Ik vind het wel leuk. Misschien kun je het wel vergelijken met de beeldhouwers die onze grote gotische kathedralen versierden: boven, buiten het normale gezichtsveld, beeldden ze duiveltjes en zotten af. 

    

  Madrassa Nadir Diwan-Begi met de vliegende reigers...

 ... varkentjes...je zou het zweren

 

Eten op dakterras aan Lyabi Hausz in Bukhara

Aan het Lyabi Hausz complex zitten we op een dakterras van restaurant Saroy Adras, waar we van een heerlijk diner genieten. Langs het water beneden is het druk, met stalletjes en flanerende mensen. Er is een festival over de Zijderoute. Weer zo’n pracht plek om te dineren, overigens. 

  

gezellige drukte bij Labi Hausz complex 

 

Wandeling door verlicht, avondlijk Bukhara

Na het diner maken we nog even een rondje stad. Dat is leuk: overal is het druk en er is van alles te doen. Langzaam gaan overal de lichten aan. Anders dan in Khiva liggen alle bezienswaardigheden hier in de drukke stad. Dat is enerzijds leuk, anderzijds missen wij meteen al de sfeer van ‘vroeger’ die je in Khiva op zo bijzondere manier onderging. Daar was het relaxt, hier druk. Ook ’s avonds –of misschien wel juist ’s avonds als de hitte wat minder wordt-, is het druk op straat. We lopen o.a. naar de grote minaret Kalyan (Kalian, Kalan, Kalon) en de bijbehorende moskee Kalyan en de Madrasa Mir-e-Arab. Ze zijn verlicht met grote schijnwerpers en voor de madrassa is een podium en daar treden mensen op. Het lijkt wel wat op een volksfeest want veel ‘gewone’ mensen dansen er en zingen en er is oorverdovende muziek. Maar niet iedereen mag daar zomaar dansen. Om het plein heen is een afzetting en staan en zitten mensen te kijken, rijen dik. Onze gids loopt door de rijen heen, smoest wat met een bewaker en even later mogen wij als groep dóór de rijen,  en het plein oversteken om tegen de moskee onder de minaret te kijken naar het podium. We maken foto’s en kijken en luisteren. Na een poosje is het genoeg en gaan we terug. Door een langzaam minder druk wordende stad lopen we naar het hotel terug. Het laatste stuk naar het hotel  loopt de  weg door vrij nauwe stegen en daar is minder verlichting. En het wegdek kent daar nogal obstakels dus het is oppassen geblazen. Onze gids licht op heikele punten even bij met een lantaarntje. Tja, dat heb ik ook maar dat zit in mijn koffer… Niet op gerekend dat ik het nodig zou kunnen hebben. Maar het gaat goed en we komen zonder struikelen terug bij het hotel. 

  

     de Madrasa Mir-e-Arab

     moskee Kalyan en minaret

 

  dans en muziek op het plein voor de moskee Kalyan en de Madrasa Mir-e-Arab

   

 


 

Over Buchara, de heiligste, de nobele

Buchara (Bukhara) was “meer dan duizend jaar de heiligste stad van Centraal Azië, een oosters doolhof met moskeeën en medresses in iedere straat, met tientallen karavanserais, met de prachtigste turkooise koepeltjes daarboven en de uitbundigste façades op de vele pleintjes, waar de kamelen met balen zijde de straat onveilig maakten, waar op iedere vierkante meter goederen verhandeld werden, waar de ezeltjes zich in de massa een weg baanden en waar om de honderd meter een overdekte bazar was met winkeltjes van de juweliers, de wisselaars of de kopersmeden.” Dit schrijft publicist Ton Vroom die een tijd woonde in Oezbekistan. 

In de negende en tiende eeuw was deze stad te vergelijken geweest met het huidige New York of Parijs. Er woonden in deze belangrijke stop op de Zijderoute toen 300.000 inwoners, een echte metropool dus in die tijd. Na Mekka was de stad met 300 moskeeën en vele madrassa’s het belangrijkste Islamitische centrum van de wereld. Het licht van de Islam scheen op de aarde, zei men, maar vanuit het heilige Bouchara scheen het naar boven. 

Gematigde Islam

Tegenwoordig is Buchara en het land Oezbekistan nog steeds Islamitisch, maar net als in Turkmenistan zie ik hier geen gesluierde vrouwen lopen, laat staan chadors. Wel zie ik hoofddoekjes, maar kleurig, sierlijk en losjes gedragen. De oproep tot gebed die je in landen als Egypte vijf keer per dag doet opschrikken als hij van de minaretten schalt, is hier nauwelijks of niet te horen. Ik heb hem niet gehoord. Ook openbare uitingen van de Islam zie ik hier niet. Buchara is een drukke stad, die bijna een westerse stad zou kunnen zijn, ware het niet dat daar niet zulke fraaie moskeeën en koranscholen staan. Ik heb in delen van onze grote steden –als ik daar al eens kom-  meer het gevoel dat ik in een Islamitisch land ben dan ik dat hier had. Vreemd toch eigenlijk. 

Vroeger

In 2006 kwam Colin Thubron (auteur van “Schaduw van de Zijderoute”) hier terug na een eerder bezoek in de vorige eeuw. Er strekt zich “een woestenij van restauratiewerkzaamheden uit”, schrijft hij. “Alles werd in razende vaart met felgekleurde baksteen vernieuwd.” Op de binnenplaatsen van de theologische hogescholen waren de studentencellen veranderd in “nesten voor winkeliers, volgehangen met bijouterieën en tapijten”. De meeste van die scholen waren in de 16e eeuw opgericht door de Sjaibaniden. De stad beleefde gloriedagen en streefde Samarkand voorbij. Buchara, ‘de heilige, de nobele’ werd ze genoemd. Wie de geschiedenis napluist zal weinig of geen bron vinden die negatief schrijft over deze stad. In de 19e eeuw trad langzaam het verval in. De vele stilstaande vijvers en kanalen zoals het Labi Hausz complex, raakten vervuild door vee en honden, en verspreidden besmettelijke ziekten. De enkele westerling die zich hier nog waagde, sprak van smerigheid,” trots, ontaarde etiquette en vroomheid”. De kanalen en vijvers werden via een kanaal gevoed door water uit de Zerafshan rivier; deze loopt dood in de woestijn. Omdat het water onvoldoende werd ververst, en door de warmte, was het water een broeinest van insecten en parasieten en ongedierte. Men dronk eruit maar het vee ook. En de talloze zwerfhonden. 

De Russen hebben een eind gemaakt aan deze ongezonde situatie door de meeste ‘hauzen’ te dempen. Labi Hausz is dus nog over. Rond de vijver staan drie madrassa’s en het is nog steeds dé hangplek voor ouderen en jongeren. 

Dzjengis Kahn onder de indruk

In 2006 zag Thubron de 46 m hoge Kalyan minaret, in 2015 loop ik langs de voet ervan. Dzjengis Khan was zo onder de indruk van de minaret dat hij die liet staan toen hij de rest van de stad in 1220 met de grond gelijk maakte. In zijn hele bestaansgeschiedenis is de minaret fier overeind gebleven, alleen in een burgeroorlog in de 20e eeuw liep hij wat schade op. 

    Kalyan minaret bij zon en maan   

Over de minaret worden gruwelijke verhalen verteld in verband met executies en slaven die met het oor werden vastgespijkerd. Nu waren dat andere tijden dan nu en de doodstraf was een vaak uitgedeelde straf. Het bloed op het hakblok van de beul had nauwelijks tijd om op te drogen. Was het niet het hoofd dat van de romp moest worden gescheiden, dan was het wel een hand van iemand die een wat minder zwaar misdrijf, zoals diefstal, had gepleegd. Straffen die overigens in landen als Saoedi Arabië en Iran nu nog tot de zeer gebruikelijke horen. 

Maar laten we niet vergeten dat bij ons in de 16e eeuw het niet veel anders toeging. Ik lees momenteel “De beloofde stad” van historicus Luc Panhuysen over de geschiedenis van de wederdopers in de stad Munster. ( Je weet wel: over Jan(tje) van Leiden…) Wel, daarin kom je dezelfde gruwelen tegen. Niet alleen gepleegd door rauwdouwers als Greate Pier maar ook door de overheid. Wederdopers werden zonder pardon onthoofd, vrouwen in zakken genaaid en in de rivier gegooid of opgehangen aan hun deurpost. Bijzondere ‘vangsten’ kregen een speciale behandeling: Panhuysen beschrijft een geval dat bij iemand op de pijnbank zijn hart werd uitgesneden. Dat werd het slachtoffer in zijn gezicht gesmeten met woorden als: hier, vreet je slechte hart maar op; de rest van het lichaam werd in vieren gedeeld en bij elke stadspoort werd een deel opgehangen of op een paal gespietst. Nederland, begin 16e eeuw. Betekent dit, dat deze Islamitische landen als Saoedi Arabië en Iran wat dit betreft honderden jaren “achter” lopen? Is de vraag stellen, hem beantwoorden? 

Wel héél wreed

Maar sommige emirs waren wel extra wreed. Zo regeerde in de 19e eeuw nog de emir Nashrullah Khan over Buchara. Om aan de macht te komen, liet hij zijn drie broers onthoofden en meteen ook maar 28 familieleden vermoorden. Risicobeheersing zal hij dat wel genoemd hebben. Op zijn sterfbed gaf hij bevel zijn vrouw en drie dochters te doden, waarschijnlijk opdat ze niet een ander toevielen. 

Welnu, misdadigers die het wel erg bont hadden gemaakt, kregen ook hier een speciale behandeling. Na 105 treden klimmen naar de top van de Kalyan minaret werd de schurk in een zak gestopt en na het voorlezen van zijn wandaden over de rand geduwd. De zak zal misschien een soort genade geweest zijn: de schurk zag niet hoe hoog het wel was en kreeg dus in zijn laatste ogenblikken geen last van hoogtevrees. Anderen zien in het toepassen van de zak een hygiënische en praktische reden: het zou het opruimen beneden vergemakkelijken en de omstanders, die er natuurlijk altijd  zijn bij zo’n schouwspel, zouden hun kleren schoon houden. 

In dit verband vertelt Sven Standhardt, SRC-reisleider sinds 1995, in zijn blog “Het rijke verleden van Bukhara” (sept.2013) het volgende:

“Midden in Bukhara staat de hoogste minaret van het land, de Kalyan-minaret. Vele legenden zijn hieraan verbonden. Eén ervan vertelt ons dat het leven van de vrouw van de khan niet altijd even gemakkelijk was. Ooit leefde er in Bukhara een wrede khan die zijn bevolking onderdrukte en voor wie iedereen grote angst had. Hij was een slechte bestuurder en besteedde zijn meeste tijd en geld aan persoonlijke pleziertjes. Zijn vrouw probeerde de situatie in het land te verbeteren en deed veel voor de bevolking. Ze moest dit in het geheim doen. 

Op een dag kwam aan het licht wat ze had gedaan en de khan veroordeelde zijn vrouw tot de doodstraf. Ze zou van de Kalyan-minaret geworpen worden. Van haar man mag ze nog een wens doen. Ze trekt al haar jurken aan en neemt afscheid van het volk. Tot grote verwondering van de bevolking vangen al die jurken veel wind en vliegt de vrouw als aan een parachute naar beneden, waar ze ongedeerd aankomt.”

 

Wreedheid, schoonheid en wijsheid

Naast al die wreedheden was er in Bukhara  ook ruimte voor schoonheid en wijsheid. Door de geschiedenis heen was het een magneet voor kunstenaars en geleerden. Grootmeesters als Avicenna en al-Farabi verbleven er geruime tijd.  Toen de islam in de 10de eeuw zijn opmars kende, droeg Bukhara hiertoe bij via beroemde telgen zoals Abou Ali Ibn Sina, bij ons beter bekend als Avicenna, de Aristoteles van de Middeleeuwen, dichter, geleerde en dokter, auteur van de “Canon”, gedurende eeuwen het basiswerk voor studenten geneeskunde.  En de geleerde Ulugh Beg, maar over hem later meer. 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dag 10 van onze reis langs de Zijderoute,  Bukhara     29 mei 2015

 

Mausoleum van de Samaniden

Weer een hele dag die we kunnen besteden aan deze stad. We zijn geen van beiden helemaal fit trouwens. De reizigersdiarree spaart bijna niemand, zo horen we wel, en ook wij ontkomen er niet aan. Nu ben ik er wel aan gewend, op bijna elke reis is het wel raak bij mij, maar Riet heeft er meestal niet zo’n last van.  Maar we beginnen de dag nog fris en vol goede moed. Met de bus rijden we naar de andere kant van de stad en stappen daar uit bij het Mausoleum van de Samaniden. Met de Kalyan minaret is dit het enige gebouw van vóór Dzjengis Khan. Het is maar een bescheiden gebouw van 10 bij 10 m en 14 m hoog. Het ligt merkwaardig genoeg in een pretpark. Dat is er gewoon omheen neergezet. Gelukkig heeft men wel enige afstand bewaard en staat het reuzenrad niet pal naast het monument.

 mausoleum in pretpark...

Het mausoleum dateert uit de 9e tot 10e eeuw. Op grond van opgravingen weet men dat hier voor de islam een zoroastrische vuurtempel heeft gestaan, een zonnetempel. Op de resten daarvan is dit gebouw neergezet. Het bouwwerk is zo goed behouden gebleven doordat het onder het woestijnzand heeft gezeten. Dzjengis Khan heeft het dus waarschijnlijk over het hoofd gezien. Gelukkig maar. Het gebouwtje is namelijk een lust voor het oog. Het straalt een rust en evenwicht uit zoals ik dat bij weinig gebouwen ervaar. Het is overigens pas begin vorige eeuw opgegraven. 

 

Mausoleum van de Samaniden

 

     

    

Mausoleum van de Samaniden, details. Beroemd om zijn decoratie zonder kleurgebruik, met 'slechts' de patronen van de metselstenen. Deze techniek levert een bijzonder levendige aanblik op. 

  het interieur, 't plafond van baksteen, een kunstwerk op zich

 

 

…een van de grootste scheppingen van Islamitische bouwkunst…

Nu nog wordt hier het graf van Ismael Ibn Ahmad (892-907) vereerd. Hij zou vermoord zijn omdat hij het Arabisch in plaats van het Perzisch tot zijn ambtstaal zou hebben gemaakt. Ook toen al rivaliteit tussen Arabisch en Perzisch dus. De legende vertelt dat na zijn dood en bijzetting in de tombe mensen briefjes met vragen onder zijn tombe stopten. De volgende morgen lag er dan een briefje met het antwoord onder de tombe. Kijk, dat is nog eens efficiënte communicatie. 

Het is een van de oudste grafmonumenten in de Oriënt. Het bouwwerk is o.a. bijzonder omdat de gebakken en niet geglazuurde stenen niet alleen als bouwmateriaal maar ook tegelijk als versiering gebruikt zijn. Er zijn verrassende patronen mee gemetseld, zowel in de wanden als ook in de koepel. Voor die patronen zou voor het eerst gebruik gemaakt zijn van de rekenkundige en geometrische inzichten van Avicenna en zijn tijdgenoten.

Hoewel van één kleur, terracotta, komt het gebouw toch heel levendig over op de toeschouwer. De patronen in de koepel zijn vooral in het interieur goed te zien. Ook hier veel variatie, alleen maar door de patronen in de stenen. Naar boven toe verandert het vierkant van het grondvlak in een achtkant en even hoger in een zestienhoek. Daarop rust de koepel. Die koepel is zeker voor die tijd een architectonisch hoogstandje. Mijn kunstreisgids ‘Zentralasien ‘ van Dumont is erg enthousiast: “het geldt als een van de grootste scheppingen van Islamitische bouwkunst; het stelde maatstaven die in latere eeuwen niet zonder gevolgen konden blijven.”

Bron van Job, Chashma Ayub mausoleum

Na ons bezoek lopen we door een lekker beschaduwd park naar de Bron van Job, Chashma Ayub mausoleum.   Het gebouw dateert volgens de plaat op de muur uit de 12e tot 16e eeuw. In de eeuwen daartussen is er telkens aan ge- en verbouwd. Nu is er een kegelvormige koepel en enkele kleine koepeltjes. Op een hoek staat een torentje. Binnen is een tentoonstelling over waterbeheer in dit land, maar die stelt niet veel voor. Er staat een model van een irrigatieconstructie die absoluut niet kan werken zoals het in dit model getoond wordt. Maar goed, er is water en wel uit de bron onder dit bouwsel. Als pelgrim kun je het drinken. Allemaal uit dezelfde beker, dat dan weer wel. Hopen maar dat de geneeskracht sterker is dan het besmettingsgevaar. Ik neem liever nog een slokje mineraalwater uit mijn fles. Er staat niets van in de Bijbel, maar volgens de legende  zou Job met een staf op de rots geslagen hebben om het water in deze bron te voorschijn te brengen. Volgens mij was dat meer een kunstje dat aan Mozes wordt toegeschreven, maar dat doet er niet toe. En dat Job hier ter plaatse geweest is, lijkt mij nogal twijfelachtig. Maar ach, ’t zijn  mooie verhalen. 

   water uit de bron

 Oezbeekse vrouwen voor de 'Bron van Job'

 straattafereel Bukhara

 winkelinterieur (bakker en levensmiddelen)

        broodverkoop

 

  

straatbazaar en                                              re: balen katoen voor een winkel? bedrijf? 

 

Moskee Bala Haus  

Vervolgens is het een eindje lopen door de hittte en de drukke stad naar het volgende bezoekpunt. We passeren een openlucht markt, een parkeerterrein en een paar straten en dan komen we bij het Registan, het grote plein voor de Ark, de stad in de stad, de vesting, de regeringszetel en het paleis van de heersers van Buchara. Maar eerst bekijken we de moskee Bala Haus, tegenover het Registan. Dat moet nog even snel want het is vrijdag, op die dag is er om 12 uur dienst in deze vrijdagmoskee en het is kwart voor twaalf. Dus snel de schoenen uit en naar binnen. Straks kijken we wel verder naar de mooie buitenkant. Tegenwoordig is deze moskee dus weer volop in gebruik, vijf keer per dag. De meeste moskeeën die we tot nu toe bezochten, hadden voornamelijk museumwaarde. 

Binnen is de versiering voornamelijk verfijnd. Veel wit, bij voorbeeld in de koepel, met verfijnde goudkleurige versiering. Alleen waar de imam straks zal staan, is de versiering uitbundiger. Naast blauw hier ook veel goud en geel en groen. Weer ‘s wat anders dan het vele blauw in Khiva,  dus. 

 

 moskee Bala Haus

Ik stelde deze panoramafoto digitaal samen uit twee foto's

   

 plafond van de voorhof van moskee Bala Haus te Bukhara

  

interieur van moskee Bala Haus

  gebedsnis en preekstandplaats en -stoel van de imam

 vrij sobere decoratie

   

 buiten is de decoratie juist uitbundig

 

Rustgevend plaatje

Weer buiten in het felle zonlicht valt ons de bijzondere bouw op. De moskee dateert uit 1712, met ervoor een minaret uit 1917. De harmonie van het geheel valt eigenlijk pas op als je afstand neemt: loop daarvoor even naar het Registan en kijk dan terug. Dan zie je het bassin met donkergroen water voor de moskee, waarin die soft focus weerspiegelt, samen met de twee grote bomen voor de moskee. Een rustgevend plaatje. De bouw is bijzonder want er is een deel dat overkoepeld is en daarvoor is over de volle breedte van de gevel een voorhal, rustend op twee keer tien houten pilaren. Die zuilen lopen boven uit in prachtig gekleurde stervormige stalactietenversieringen. Ze schragen een plafond van donkerbruine balken, maar langs de randen zijn weer kleurrijke versieringen aangebracht, en er is o.a. boven de ingang een cassetteplafond met een mozaïek met geometrische en plantenmotieven, en ook weer stalactietenversiering. Ook hier weer veel geel en groen en goud. Het geeft een vrolijk effect. Het is hoog dus je moet goed kijken met je hoofd in de nek. Maar wel doen. 

 

Schuin tegenover de moskee is een groot en drukbeklant restaurant. Daar drinken we koffie en blazen we even uit. En straks zullen we hier ook lunchen. Het is naar mijn indruk vandaag nog warmer dan gisteren. Hier zitten we lekker beschaduwd. In het parkje ernaast staan kamelen en dromedarissen, zeker voor een ritje.

 

   

Aan de rand van het Registan van Bukhara staan lommerrijke bomen en verveelde dromedarissen ...

 ...en zitten vriendelijke dagjesmensen...

 ....

 

 ....met veel goud in de mond

 

 




 

 

 Het Registan-plein van Bukhara

Registan en vesting de “Ark”

Na de koffie steken we het hete plein, het Registan, over en beklimmen de trap naar de Ark. Dit was reeds vanaf de vijfde eeuw tot 1920 de woonplaats van de khans of emirs van Bukhara. In 1920 hebben de bolsjewieken een groot deel van het fort vernield. Men zegt dat wat er nu staat nog slechts 25 procent is van wat er eens stond. En nu is het nog een indrukwekkend complex. In de tijd van de Samaniden (Perzische dynastie die van 819-999 heerste in Centraal-Azië)  was dit een oase in de oase, met weelderige tuinen en verfrissende bassins, luxe gebouwen en paleizen. Ik stel me voor dat voor het restaurant waar we zaten, nog enkele van de schaduw brengende olmen staan, overblijfselen van die lusthoven, maar verder is het plein nu een kale vlakte waar de zon vrij spel heeft. Iets verderop is nog wat groen en staan er een paar bomen. Daar is wat volk verzameld, dagjesmensen, er staat een kameel, een echte met twee bulten dus en een keukentrapje ernaast. Kinderen mogen op het beest zitten. Ik heb ze niet zien rijden. 

 

 

     de vesting

 de toegang werd voor ons betaald uit de 'pot'  maar een foto-toestemming moesten we zelf kopen

 

 

    

 

 

Zijden loper 

Het fort zelf bevat nog een deel van de koninklijke vertrekken. En verder zijn er diverse pleintjes en gebouwen. In sommige is een museum, in andere zijn wat winkeltjes gevestigd. Wij kijken eerst rond met de gids en later op eigen gelegenheid. Riet heeft een mooie, antieke zijden, geborduurde tafelloper gezien. We gaan op zoek naar het winkeltje waar dat was, en even later vinden we het terug. De man herinnert zich mijn vrouw nog en komt alras te voorschijn met het stuk. Hij heeft er nog meer, maar deze is wel erg mooi. Je kunt zien dat hij gebruikt is maar dat is niet erg. De kleuren van de zijde zijn nog fantastisch. Na wat afdingen vanaf 20 dollar worden we het eens over 12 dollar. Er zijn immers gebruikssporen. Bij het betalen wil de man de twee een-dollarbiljetten niet accepteren omdat er een kreukel in zit. Hij moet nu ineens vijftien dollar en wil er dan een prul bij doen. Nee dus, geld is geld en graag of niet. Dat helpt. Mokkend accepteert hij de 12 dollar. 

We dwalen nog wat door de stegen en straatjes van de Ark. Op een hoek staat een mevrouw bij in mijn ogen wat sneue souvenirs; ze spreekt ons –als ze ons Nederlands hoort- aan in het Hoch Deutsch.  Ze is jaren docent geweest aan het Ghoethe-instituut, vertelt ze. Vandaar. 

Vrijdaggebed in Bala Haus moskee

Maar het is tijd om naar het restaurant te gaan voor de gezamenlijke lunch. Maar eerst nog even naar de Bala Haus Moskee, want daar is intussen de dienst van het vrijdagmiddaggebed begonnen. Niet alleen de moskee zit vol, maar ook de ruimte onder de voorhal is gevuld met gelovigen. Wij kijken en luisteren even mee op een afstandje. 

Maar dan toch maar naar de lunch. Iedereen is er al. Bij de ingang vangt een gerant ons op: wat we willen drinken, want van de anderen heeft hij de bestelling al opgenomen. Ik heb dorst en bestel een pilsje. Dat had ik beter niet kunnen doen. Het biertje zakt me ’s middags in de benen en na de lunch ben ik heel moe. De fut is er even helemaal uit… Ik heb ook nog last van buikloop. Ik neem nog maar wat loperamide. De lunch is goed, overigens. Ik eet maar normaal mee. Aan de achterzijde zijn toiletten. Er loopt een mannetje en als je die 500 sum geeft, mag je in een aparte wc, waarvan men zegt dat die wat schoner is dan de rest. Goed, dat doen we dus maar. Het zag er idd redelijk uit. 

 

 de voorhof van de moskee wordt klaargemaakt voor het vrijdaggebed

 een uurtje later is de dienst gaande 

 

 

 





 

Bij 38 graden gaan we na de lunch weer op pad, naar het piece de resistance van Bukhara: het Poï-Kalyan-complex met de Kalyan Minaret en Kalyan Moskee en de Madrassa Mir-e Arab: 

 

 

  Oezbeekse dames voor de madrassain Bukhara

 

Poï-Kalyan-complex met de Kalyan Minaret en Kalyan Moskee en de Madrassa Mir-e Arab

 

 

 

Kalyan minaret (Grote Minaret)

De Kalyan minaret (Grote Minaret) beheerst met haar 47 m het Poï-Kalyan-complex (Voet van de Grote) en is via een kleine brug verbonden met de Kalyan Moskee (Grote Moskee). Deze minaret dateert uit begin 12e eeuw en diende niet enkel om de gelovigen tot het gebed op te roepen, maar was tevens een baken voor de karavanen die door de woestijn trokken. En daarnaast had de toren  zoals gezegd de functie van gerechtsplaats, waar veroordeelden werden terechtgesteld. Ook nu nog is de minaret het icoon, de ‘landmark’ van de stad. De diameter bedraagt op het grondvlak zo’n tien meter en naar boven toe wordt dat steeds minder. De bouwwijze doet aan het Samaniden Mausoleum denken. Ook hier de gebrande terracotta stenen of tegels, die door hun patronen de toren verlevendigen. Bovenaan is een klein randje gekleurde steen te zien. Men denkt daarom dat dit een van de eerste bouwwerken is waarin men kleur ging toepassen en verwerken. 

 

Kalyan Moskee

Met een brug is de minaret verboden met de Kalyan Moskee. Ook die dateert uit de 11e / 12e eeuw. Er is echter veel aan verbouwd en opnieuw opgebouwd. De huidige versie dateert uit 1514.  Het is ook een van de grootste moskeeën van Centraal Azië. Hij heeft vier iwans. (Een iwan is een begrip uit de islamitische bouwkunst. Het is een overdekte ruimte, met drie zijden afgesloten en één zijde open. Het dient als toegangspoort van een gebouw.) De ene is nog mooier dan de andere. De moskee heeft een grondvlak van maar liefst 127 bij 78 meter. De koepelgalerijen die de binnenplaats omgeven, worden door 208 witgeschilderde, een beetje bladderende pijlers gedragen. Daarop rusten 288 kleine koepels. 

Door de zuilengangen lopend moest ik denken aan een kloostergang van een groot (bijv. cisterciënzer-) klooster in bv. Frankrijk. 

Tegenover de ingangs-iwan ligt het hoofdgebouw. Bovenop staat een koepel die uit twee schalen bestaat en van buiten bekleed is met prachtig blauw-turquoise tegels. Deze buitenkoepel is in praktisch de hele binnenstad te zien. 

Deze moskee in Bukhara vertoont zoveel overeenkomsten met de Bibi Hanim moskee in Samarkand dat men veronderstelt dat de Kalyan inderdaad al onder de Timuriden ontworpen werd. (Deze dynastie werd in de 14e eeuw gesticht door de militante veroveraar Timoer Lenk (Tamerlan, tegenwoordig in Oezbekistan: Amir Timur). De afmetingen voldoen aan de regel van de Gulden Snede. (Een veel gevolgde regel m.b.t. de compositie van een kunstwerk; ook in de fotografie -als het goed is- veelvuldig toegepast). 

Omdat de moskee sinds 1991 daadwerkelijk (weer) gebruikt wordt als gebedsoord is niet alles op het complex toegankelijk. De Russen gebruikten de moskee overigens als warenhuis…

 

Mir-e-Arab madrassa

Aan de andere kant van het plein bevindt zich de Mir-e-Arab madrassa, een mooi voorbeeld van de bouwstijl onder de Cheibaniden (16de eeuw). Ook dit gebouw pronkt met vier iwans. Hij werd voltooid in 1536. De school is genoemd naar zijn architect. De school meet 55 bij 73 m. Rond de binnenplaats zijn de cellen voor de studenten in twee etages. 

Beide monumenten hebben in hun versiering de kenmerken van de laat Timuridische tijd. Mozaïeken in blauw en wit, polychrome gestileerde plantenmotieven, kunstig vervlochten Koranteksten in Thuluth-kalligrafie en ornamenten bestaande uit kunstig gelegde, kleurige tegelverbanden. Wij zijn allebei verrukt van wat we zien, mijn vrouw en ik. Het is van een schoonheid, wat ons hier omringt, dat je het niet kunt uitleggen aan iemand die dit nooit gezien heeft. Hopelijk laten de vele foto’s bij dit artikel iets daarvan zien en kunnen die iets overbrengen van onze esthetische verrukking. 

Ontstaansgeschiedenis

De ontstaansgeschiedenis van de koranschool Mir-e-Arab madrassa is minder fraai. De Sjeikh Mir-e-Arab (prins van de Arabieren) was de bijnaam van Sjeikh Abdoella Jamani, de spirituele raadsman van de Sjaibanidenvorsten (16e eeuw). Ook toen speelde kennelijk al de tegenstelling tussen soennieten en sjiieten. De bevolking van de stad Bukhara bestond toen voornamelijk uit sjiitische Perzen, maar de machthebbers waren Soennieten. De Sjeikh verkocht toen vele burgers (dat kon toen kennelijk) als slaven aan de Safaviden van Isfahan, Perzië, nu Iran. Met het daarmee verdiende geld werd de koranschool gefinancierd. 

Onder het Sovjet-regime werden oorspronkelijk alle madrassa's gesloten. Stalin heropende deze in Bukhara echter in 1944 als enige madrassa in Centraal Azië, om zo steun van de islamitische Oezbeken te verwerven tijdens de Tweede Wereldoorlog. Al 400 jaar en ook nu nog is het een islamitische hogeschool. Circa 250 jonge mannen bestuderen hier vijf jaar achtereen de Koran, het islamitische recht en de Arabische taal. 

 

 

   

     

         de madrassa                             

 binnenplaats

    

   

   

 grote koepelgalerij met 208 zuilen die 288 koepels ondersteunen

   

 

We zien achterlangs nu de buitenkant van de vele bruine stenen koepels op de Kalyan Moskee. Ik vind het moeilijk te geloven dat het er 288 zouden zijn… (onder)

   

 

 

 

Madrassa Abdulasis Khan en de Madrassa Ulughbek

Ongeveer aan het eind van onze queeste door Bukhara komen we bij de tegenover elkaar liggende Madrassa Abdulasis Khan en de Madrassa Ulughbek. De laatste dateert uit begin 15e eeuw en is de oudste bewaard gebleven theologische hogeschool van Centraal-Azië. De eerstgenoemde is van 1652 en valt vooral op door de veelheid van nieuwe versieringsmotieven. Vooral de binnenkant van de koepel is bijzonder kleurrijk en toch smaakvol versierd met prachtige majolica-techniek. Geel, blauw, oranje, rood, goud, groen; de kleuren spatten ons tegemoet. Van de ornamenten op de gevel is helaas verder naar boven veel verloren gegaan en (nog?) niet gerestaureerd. Hiermee vergeleken oogt de Ulughbek er tegenover maar sober. Die is voornamelijk in blauwtinten gehouden en qua motieven houdt die het voornamelijk bij geometrische. 

 

 

               

straatdanseres                                              Madrassa Abdulasis Khan en de Madrassa Ulughbek

 dol op goud

 

   

   

 

 

    

 

Moskee Maghak-e Attari

Ik maak nog een foto van de moskee Maghak-e Attari. Die is erg oud, al uit de 9e/10e eeuw, gebouwd op de plaats van een Zoroastrische maantempel. De moskee werd pas in de jaren dertig van de vorige eeuw onder een dikke laag zand vandaan getoverd en gerestaureerd. Wat we nu zien dateert uit de 12e eeuw. Ook hier de techniek van terracotta stenen die in hun patronen niet alleen bouwstenen maar ook versiering zijn. Voor mijn kunstreisgids is dit een zeer belangrijk gebouw uit zijn tijd. 

 

   zeer oude moskee Maghak-e Attari

 

 

Lab-e Haus,  ook wel Liab-i-Khaouz

We geraken bij de mooie waterpartij van Lab-e Haus/ ook wel Liab-i-Khaouz (“oever van het bassin”). Hier is de ziel van het pre-Sovjet Centraal-Azië nog tastbaar aanwezig, en het is dan ook aangenaam hier een ogenblik te vertoeven onder de machtige bomen. Oudere inwoners van de stad zitten hier groene thee te drinken, te kletsen en domino te spelen. In 1620 werd hier een u-vormig complex gebouwd, dat de inspiratie vormde voor het Registan in Samarkand. Hier staan de De Chanaka Nadir Diwan Begi, Madrassa Kukaldash en de Madrassa Nadir Diwan Begi. De laatste heb ik gisteren al gefotografeerd: die met de vliegende vogels. 

Het is intussen tegen vier uur geworden. We, dat de reisbegeleider en de gids en de groep, houden even beraad. De voornaamste monumenten hebben we gezien. We zouden nog in het centrum kunnen blijven, maar de meesten, eigenlijk allemaal stemmen ervoor om terug te gaan naar het hotel. De intense hitte en de vermoeidheid hebben, althans bij ons tweeën, hun tol geëist. We willen nu eigenlijk wel graag eens even liggen, na een verkwikkende douche. 

 Labi Hausz complex

 

  Madrassa Nadir Diwan Begi (met de vogels)

 

Synagoge

Nog één dingetje dan. Er is in deze stad nog een synagoge. Onze reisbegeleider vindt dat we die een bezoek moeten brengen, en dat vinden wij ook. We worden gastvrij ontvangen en krijgen een korte verklaring van wat we zien in het kleine zaaltje. Ik schat dat er misschien veertig mensen in kunnen. Na afloop doneert de groep wat aan de gemeenschap. Die kan best wat steun gebruiken lijkt me. 

Langs het wat achteraf straatje lopen we terug naar ons hotel. We zijn wel toe aan even wat rust en ben blij dat we er zijn. Ik voel me slap en moe. Maar vanavond ‘moeten’ we nog weer aantreden. Er staat voor het diner nog een show gepland van enerzijds traditionele dansen in dito gewaden, afgewisseld met een modeshow van dames gekleed in moderne Oezbeekse mode, met stoffen uit deze regio. Met een flink orkest met veel traditionele instrumenten op de achtergrond. We lopen dus hetzelfde stuk naar het centrum weer (en straks nog weer terug naar het hotel, zucht!). De bus kan ons niet brengen want het hele centrum is voor verkeer afgesloten wegens een festival van zijde en de Zijderoute. 

de joodse synagoge van Bukhara

 

Modeshow en aquarellen met nescafé

We zitten rond het binnenplein van een madrassa met op tafel een kan groene en een kan zwarte thee. We zijn op tijd, maar de show laat nog even op zich wachten. Riet en ik kijken even bij een van de winkeltjes in de galerijen. Een jonge kunstenaar is bezig met schilderijtjes te maken met… nescafé.  Het zijn sierlijke aquarelletjes, in verschillende formaten en uitvoeringen. Hij laat ons alles zien en het wordt moeilijk kiezen, maar uiteindelijk nemen we er een paar. Een voor de buren die altijd op ons huis en goed passen en een voor onszelf, voor het ‘reisbord’ op onze slaapkamer. Daar hangen en staan uiteenlopende maar toch aardig bij elkaar passende dingen die we uit de diverse landen meenamen. Een paar tekeningen en aquarellen uit China, een kleurig stuk geweven stof uit een Roemeens klooster, wat traditionele mola’s uit Bolivia en Peru, en nog zo wat. Daar hangt nu het nescafé-aquarelletje met het thema zijderoute-karavaan dus bij. Alleen de koepels van de moskeeën zijn lichtjes blauw getoetst. Fraai hoor. 

 MODESHOW

 (de meeste van deze foto's zijn gemaakt door mijn vrouw)

   

  

  

  




 prachtige decoraties in oud koopmanshuis waar we dineren




 

Geen fijne nacht

De show is leuk en zeker het aanzien waard. Zowel de gewaden als de dames erin zijn zeer fraai. We kunnen de show niet tot het eind uit zien want we hebben voor het diner afgesproken in een oud koopmanshuis in een ‘achteraf’ straatje van de stad. Als we over het ongelijke en stoffige plaveisel strompelen, vragen we ons af wat dat moet worden. Eenmaal binnen vallen sommige monden open. Wat een prachtig pand en wat een mooie inrichting! Heel verrassend. Ik voel me niet lekker en eet alleen wat kippensoep, wat fruit en drink veel thee en mineraalwater. Riet eet wel maar later op de kamer bekomt het haar niet goed en alles moet eruit. We zijn beiden de hele nacht ‘in touw’, om de beurt op het toilet. Bij mijn vrouw moet zelfs elk slokje water er meteen weer uit. Dat vind ik zorgelijk. 

Met ORS hoef ik al helemaal niet aan te komen. Gelukkig heb ik onderweg in de stad vanmiddag een paar bananen gekocht. Voor het ontbijt eet ik er daar een van. Riet eet niets. Ik neem genoeg loperamide om de lange dag in de bus morgen door te komen. 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dag 11 van onze reis langs de Zijderoute:  Van Bukhara via  Shakhrisabz  naar Samarkand

30 mei 2015

Klik hier voor onze route (op Maps.Google)

  besneeuwde bergen onderweg 

’s Morgens nemen we beiden wat water met ORS (zouten en suikers om vochtverlies te compenseren). Van ontbijten komt niet veel. R. moet meteen in de bus alweer overgeven. Heel naar. 

We hebben een tocht van 11 uur voor de boeg. Het is een saaie reis door een soort woestijn/ steppelandschap en katoenplantages. Van een medereiziger krijgt Riet ’s avonds een pil, die het overgeven gelukkig tegengaat. Dat blijkt een stap in de goede richting. Motilium heet het spul. We hebben een arts in de groep die voor informatie kan zorgen aangaande het gebruik. 

Bij de lunch is er uiteraard weer van alles aan lekkers te eten, maar de reisbegeleider zorgt ervoor dat ik een schoteltje witte rijst krijg en wat kippensoep. Meer hoef ik niet en is ook niet goed voor me,  denk ik. ’t Is trouwens best een leuke locatie waar we lunchen. Een echt wegrestaurant met een groot terras en beschaduwde plekken om te zitten. Voor het toilet moet je apart betalen. ’t Is een eind lopen over het terrein en eerst zie ik niemand maar als ik terugkom, staat er ineens een dametje dat de hand ophoudt. Na de maaltijd of wat ervoor doorgaat bij mij, ga ik voor de zekerheid nog eens. Weer dokken natuurlijk. Ach, het is maar 500 Sum. 

   en eindeloze katoenplantages...

Dan weer uren rijden door saai woestijnachtig landschap en eindeloze katoenplantages met struikjes die nu nog klein zijn maar in het najaar het land wit zullen maken met hun pluizige bollen. Soms zien we op de achtergrond bergen bedekt met sneeuw. In de loop van de middag rijden we Shakhrisabz binnen. (Ook wel Shachr-e Sabs en nog andere spellingswijzen. )

Shakhrisabz

SHAKHRISABZ, 60 km ten zuiden van Samarkand, de “groene stad”, het oude Kech, waar Tamerlan in 1336 het levenslicht zag. Hij liet er tussen 1374 en 1396 het Ak-Saraï optrekken, het immense “witte paleis”, ook vandaag nog het meest indrukwekkende gebouw van de wereldlijke bouwkunst uit het middeleeuwse Centraal-Azië. Uit de tijd der Timouriden dateren ook de Roh-Gumbaz moskee (“de blauwe koepel”) en het mausoleumcomplex Gumbaz-i-Zaïdin.

Deze stad van nu 93.000 inwoners ligt aan de belangrijke noord-zuid-route. Waarschijnlijk is de stad in de 3e eeuw v.Chr. ontstaan en ze was voorbestemd om de hoofdstad van het immense rijk van Timur Lenk te worden. De beruchte en tegenwoordig in Oezbekistan beroemde heerser is geboren in een dorp 13 km zuidelijk van Shakhrisabz. Hij liet in deze stad een paleis bouwen en een mausoleum, waarin hij echter niet begraven is. Hij ligt begraven in de Gur-Emir in Samarkand, die wij morgen zullen bezoeken. Eind veertiende eeuw was Shakhrisabz een sterke stad met muren van 11 m hoog en 5 m dik. Tal van gebouwen zijn door Timur zelf ontworpen en onder zijn toezicht gebouwd. Sinds 2000 is de stad werelderfgoed. 

 de muur van Timur's paleis Ak Sarai

Timurs paleis Ak Sarai

Wij bekijken vandaag eerst het Witte Paleis, het Ak Sarai, aan het Registan. De muur is voor een deel weer opgeknapt en staat huizenhoog te blinken in de felle zon. Overal eromheen is het een drukte van belang. Tuinarbeiders werken aan de plantsoenen die hier al aangelegd zijn en nog aangelegd worden; vrachtwagens vervoeren zand en puin en bulldozers schuiven met zand. Het stuift dat het een aard heeft. Over een soort bres in de muur en over een zandvlakte bereiken wij het terrein van de ruïne. Het is allemaal nog in ontwikkeling, zei ik al. De Oezbeekse overheid is er kennelijk wat aan gelegen om dit monument weer in een passende infrastructuur in te passen. Timur is nu de grote held, de man die de natie een identiteit moet geven. 

Ak Sarai paleis: niet veel meer over

 

 

Van het Ak Sarai paleis is tegenwoordig niet veel meer over. Alleen de beide pylonen, de zijkanten van het enorme portaal staan nog overeind. Maar die wekken dan ook wel grote indruk. Ze zijn 38 meter hoog (!) en de spanwijdte bedroeg destijds 22 meter. Opgebouwd uit terracotta kleurige bakstenen laten ze toch ook nog wel versiering zien hoewel die erg beschadigd is. Geometrische figuren en patronen in voornamelijk de tinten blauw en bruin verlevendigen de enorme vlakken. Er staat geschreven in sierletters: ‘God verlenge de dagen van de Sultan’. Er achter zouden talloze gebouwen hebben gestaan langs een met arcaden omzoomde hof en een grote fontein. Een reusachtig paleis, volgens kenners, en de belangrijkste kasteelbouw van Centraal Azië. Achter de ruïne heeft men onlangs mozaïekvloeren blootgelegd; er overheen is een stellage gebouwd die voorkomt dat je er overheen loopt. In het park dat men bezig aan te leggen achter het gebouw zien we in de verte een reusachtig beeld van Timur staan. Op het beeld staat de lijfspreuk: ‘Gerechtigheid is sterkte’. 

 

  de muur van Timur's paleis Ak Sarai

  Timur's paleis Ak Sarai

 

   

de pylonen van Timur's paleis Ak Sarai: 38 m hoog, spanwijdte: 22 m                                                                     re: een reconstructie/ artist's impression van hoe het geweest zou kunnen zijn   

 

       

bewaard gebleven decoraties                                                                                      het zijn indrukwekkende brokken steen

       achterkant

  

 opgegraven vloermozaïeken                                        en de muur nogmaals, met nieuwe beplanting ervoor

 

                          moskee Gök Gumbaz Djami 

 in de verte de sneeuwbergen; hier beneden is het loeiheet

Dorut- Tilovat- complex

 

Moskee Gök Gumbaz Djami

Wij gaan met de bus een eindje om het park heen naar het andere eind van het Dorut- Tilovat- complex. Daar staan een moskee en een paar mausolea. De moskee Gök Gumbaz Djami is in 1436 door Ulughbek gebouwd. Ulughbek was een kunstzinnige en geleerde kleinzoon van Timur, die ons veel aan cultuur heeft nagelaten. We komen zijn naam nog meer tegen morgen. De naam van de moskee betekent ‘blauwe koepel’ en die is goed gekozen. Hij wordt inderdaad bekroond met een turquoise-blauwe koepel, die glanst in de brandende zon. Binnen en buiten wordt gewerkt aan de restauratie. Vooral binnen is veel aan het fotografische oog onttrokken door lelijke steigers, maar enkele foto’s die ik wel kon maken, tonen toch wel de prachtige mozaïeken, deze keer vooral in geel, blauw en goud. Planten- en geometrische motieven zie ik. 

Tegenover is het mausoleum van de geestelijke leraar van Timur, Sheikh Shamsuddin Kulal. Ook daar zijn schilders bezig met het wit verven van de ruimte en buiten staan mooie platen marmer te wachten op verwerking. 

 

Er staat voor de toeristen een groot bord met hoe het allemaal wordt als het helemaal klaar is. Er is geen woord Engels of een andere westerse taal bij, helaas. 

 

Dorus Siadat mausoleum

 

Even verder op hetzelfde complex is het Dorus Siadat mausoleum. Waarschijnlijk ligt alleen de oudste zoon van Timur,  Djehanghir hier begraven. Hij overleed in 1376 en Timur besloot hier een grote necropolis te bouwen voor zijn familie. Er werd 25 jaar aan gebouwd. Het werd het ‘Huis van de Macht’ genoemd: Dorus Siadat. Timurs tweede zoon Omarsheikh werd hier begraven. Van het hele complex is alleen een mausoleum overgebleven, met een tentvormige koepel erop. Er staat nog een pylon, die in grootte vergelijkbaar is met die van het Ak Sarai paleis. De andere pylon is er niet meer. Door een poortje kunnen we via een trapje naar beneden waar de tombe te zien is. Er is op zich niet veel aan te zien: een sobere stenen kist. 

 

          moskee Gök Gumbaz Djami 

 

                     

 

 moskee Gök Gumbaz Djami 

  

 

 

 prachtig gerestaureerde koepel

 

 detail

 

  interieur

 

   

     

een groot deel van het interieur staat in de steigers, maar ik maak foto's van een paar mooie details

    

   

 

 

 achterkant van Ak Sarai paleis met Timurs beeld ervoor

 

  

Dorus Siadat mausoleum

                                     

  dat is ook restauratiearbeid: metselkalk maken uit oude steen

 

 

 

Wie was Timur Lenk alias Tamerlan, alias Amir Timur

In Wikipedia is een heel groot artikel over deze intrigerende man opgenomen, waarvan ik hier de inleiding overneem:     Wikipedia spelt:  ‘Timoer’. 

“Timoer Lenk (Kesh, 9 april 1336 – Otrar, 19 januari 1405) (ook bekend als Timoer de Grote, Timoer de Manke, of in Europa als Tamerlane en Tamburlaine, verbasteringen van het Perzische Temur-i-lang en Temür in Turkse talen) was een veertiende-eeuwse Turks-Mongoolse krijgsheer en stichter van het Timoeridische rijk en de dynastie der Timoeriden.

Timoer Lenk werd geboren in Kesh, dat tegenwoordig bekendstaat als Sachrisabz (omgeving van Samarkand, Oezbekistan). Timoer was heel zijn leven voornamelijk op oorlogspad en verbleef zelden langer dan een paar jaar op dezelfde plaats. Hij wist een nieuw rijk te creëren op de fundamenten van het ineengestorte Mongoolse Rijk. Hoewel hij een militair genie was — hij verloor geen veldslag nadat hij volledig aan de macht kwam in 1370 — wist Timoer geen effectief opererende regering neer te zetten, waardoor hij gebieden vaak opnieuw moest veroveren nadat ze in opstand waren gekomen. Meestal ging dit gepaard met onmenselijke wreedheden, zoals het bouwen van torens met afgehakte hoofden, waardoor hele regio’s ontvolkt raakten. Timoer werd daardoor van China tot West-Europa berucht en gevreesd. Gedurende zijn constante oorlogsvoering zijn volgens schattingen 17 miljoen mensen om het leven gekomen. 

  Timur staat met zijn rug naar zijn paleis...

Ook hier is men druk bezig de laatste hand te leggen aan het park en de paden. Op de achtergrond het Dorus Siadat mausoleum complex. 

 

 

Held en barbaar

Timoer stierf in de winter van 1405 in Otrar, Kazachstan, terwijl hij optrok tegen zijn grootste vijand, Ming-China. Na zijn dood verdween Timoers rijk al snel van de kaart en werden zijn daden grotendeels vergeten. Zijn naam echter heeft in de geschiedenis een plaats gekregen naast die van zijn voorbeelden Alexander de Grote en Dzjengis Khan. Pas na de onafhankelijkheid van Oezbekistan kwam er meer aandacht voor de verrichtingen van Timoer. Men beschouwt hem daar als een held, omdat onder Timoers bewind het gebied van de Oezbeken bloeide als nooit tevoren. In de rest van de Islamitische wereld daarentegen wordt Timoer vooral als barbaar gezien.”

Identiteit voor een natie

Zoals je ziet nu niet meteen een vreedzame vader des vaderlands, althans niet voor de buurlanden. Voor Oezbekistan heeft hij ontegenzeglijk veel betekend. De huidige verering van Timoer gaat verder dan die voor Mao in China. Deze wordt tegenwoordig toch gezien als iemand die voor het land zeer veel heeft betekend maar die toch ook wel fouten heeft gemaakt, maar ja, die kwamen weer vooral door zijn vrouw en…. Met andere woorden, Mao wordt m.i. toch een beetje op de achtergrond geplaatst, men ziet niet in elke stad beelden van hem. Timur als beeld kom je in Oezbekistan nogal tegen. En overal worden kosten noch moeite gespaard om de gedachtenis van Timur op te poetsen. De man moet zoveel jaar na zijn dood de natie bijeen houden, identiteit verstrekken. Timur was niet alleen een meedogenloze soldaat, maar ook iemand met belangstelling voor culturele zaken. Op dat gebied is er een en ander door hem verricht en nagelaten. Zoals dus onder andere hier in Shakhrisabz.

 

Verder weer. De laatste tientallen kilometers naar Samarkand gaan door wat afwisselender gebied, met bergen en heuvels. 

 

   

heuvelachtig terrein onderweg (uit de bus genomen)  

 

Op de chorpoy

We checken in, in het Arba hotel in Samarkand. Het diner is verrukkelijk, alleen ik eet niet alles wat me lekker lijkt. De meest vettige dingetjes laat ik toch maar staan. Riet is nog heel moe en beroerd. Ze eet helemaal niet mee en rust op de chorpoy, een houten divan bedekt met kleden en kussens die aan het eind van de lange tafel staat. 

  Riet eet niet mee

Gelukkig slaan alle pillen en ORS bij ons allebei aan en genieten we van een deze keer vrijwel ongestoorde lange nachtrust. Dat doet goed. Gisteren had Riet al aangekondigd niet mee te gaan met de excursie door Samarkand. Nou, dan moet ze wel heel ziek zijn, want dit is het hoogtepunt van de reis, cultureel gezien, voor ons beiden. Gelukkig dus is ze de volgende morgen zo opgeknapt dat ze wel meegaat. In de loop van de dag krijg ik toch wel weer last en ik ga ’s avonds niet mee naar het diner. Maar overdag kan ik gelukkig dank zij de loperamide aan alles meedoen en zien wij beiden alle culturele hoogtepunten die deze dag te bieden heeft. En dat is heel wat. Je moet er niet aan denken dat je deze reis maakt en dit dan zou moeten missen. ’t Is toch wel het hoogtepunt, vandaag. 

 

 

 


 

 Over Samarkand  

 

“Samarkand roept geen aardse stad voor de geest”, schrijft Colin Thubron in “Het verloren hart van Azië” uit 1994. “…Samarkand ligt slechts aan de rand van de landkaart. …. Het was de zetel van een rijk dat zo ver lag in zijn steppe en woestijn dat het Europa eigenlijk alleen maar schrik aanjoeg.” 

Samarkand (=vruchtbare nederzetting) zou één der oudste steden ter wereld zijn, al 40.000 jaar geleden bewoning gekend hebben en vanaf 700 voor onze jaartelling een belangrijke stad geweest zijn. Samarkand werd al in de 14e eeuw voor Chr. in de vruchtbare aarde van de rivier Serafšān als oase-stad gesticht. Het is een van de belangrijkste steden op de zijderoute tussen het Midden-Oosten en China, en dankt daar grotendeels ook zijn welvaart aan. Alexander de Grote zou bij de aanblik van Samarkand gezegd hebben: alles wat ik over de schoonheid van deze stad gehoord heb, is waar, het is alleen nog veel mooier. Alexander III de Grote veroverde de stad (toen bekend als Marakanda) in 329 v.Chr. Dat was nadat hij zijn beroemde Gordiaanse knoop had doorgehakt. 

Stad van Timur Lenk

Samarkand kende zijn grootste bloeiperiode onder Amir Timur of Timoer Lenk die in de veertiende eeuw (n. Chr.) van Samarkand de hoofdstad van zijn wereldrijk maakte. Hoewel Samarkand in de loop van de geschiedenis herhaaldelijk werd verwoest, blijft het een betoverende stad die tot ieders verbeelding spreekt. Het Registan-plein behoort ongetwijfeld tot de mooiste pleinen ter wereld. Voor mij is het vergelijkbaar met het mausoleum van Sjah Jahan in Agra,India: de Taj Mahal, of de St. Pieter in Rome. En de Grote Markt in Grönn, natuurlijk (vlg. onze reisbegeleider). De brink van Ruinen wil ik in dit verband dan ook wel even noemen. 

Samarkand, “de parel van de islam”, “het Rome van het Oosten”, schitterde gedurende 25 eeuwen als Sogdiaans koninkrijk  en bood gedurende meer dan drie jaar weerstand aan de aanvallen van Alexander de Grote. Onder de Seleuciden was Samarkand voor alle handelaars alom bekend op de Zijderoute,die liep van Byzantium tot in China.

 

Zwarte bladzij

Na de wreedaardige aanval door de Arabieren in 712 herwint de stad haar volle glorie onder de Samaniden (9de-10de eeuw), om opnieuw in rook op te gaan onder de aanvallen van Dzjenghis Khan in 1220. De Khwarezm sjah, de koning van het rijk, had de afgezanten van Dzjenghis Khan namelijk geëxecuteerd en hun hoofden naar hem teruggestuurd. Als wraak viel Dzjenghis Khan met 200.000 man de stad aan die na een belegering van slechts vijf dagen viel. De stad werd geplunderd en grotendeels verwoest. Bijna alle inwoners: mannen, vrouwen, kinderen, bejaarden en dieren werden vermoord. Dit was de zwartste bladzijde uit de geschiedenis van Samarkand.

 

Steeds herrijzen dank zij de Zijderoute

Opnieuw zou de stad herrijzen op haar ruïnes. Dat telkens herrijzen uit haar as heeft ongetwijfeld te maken met haar belangrijke positie op de beroemde Zijderoute. De stad waarmee we vandaag kennis maken, is vooral de stad van Tamerlan, of Timur Lenk (de “kreupele van ijzer”), die er de hoofdstad van de wereld van wilde maken, en de stad van zijn kleinzoon Ulughbek of te wel Ulugbey, die haar promoveerde tot zetel der wetenschappen. 

Timur Lenk maakte Samarkand in 1370 de hoofdstad van zijn grote rijk. Timur liet bouwmeesters uit zijn hele rijk –en daarbuiten- naar Samarkand komen om zijn hoofdstad te verfraaien. Veel van de historische gebouwen die nog te zien zijn, zijn van Timurs hand of althans onder zijn leiding gebouwd. 

 

Verschil met Khiva

In 1868 kwam de stad onder Russische controle (protectoraat). In 1920 werd de laatste emir, Alimkhan, door de bolsjewieken verdreven. Hierna werd de Sovjetrepubliek Bukhara uitgeroepen. In 1924 ging deze echter op in de Oezbeekse Socialistische Sovjetrepubliek, waarvan het tot 1930 de hoofdstad was. Daarna kreeg Tasjkent deze positie in handen en heeft deze tot op heden behouden. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1990 kwam de stad onder Oezbeeks bestuur. 

Nu telt de stad 350.000 inwoners en heeft een eigen luchthaven. 

Het grote verschil met bv. Khiva is dat daar de hele oude stad openluchtmuseum was; hier zijn, net als in Bukhara, de bezienswaardigheden gelegen in de drukke stad. Je moet je dus verplaatsen van de ene naar de andere bezienswaardige plek. In Bukhara deden we dat lopend, hier brengt ons voor de grootste wandelafstanden de bus. Dat is in deze hitte toch wel lekker. 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dag 12 van onze reis langs de Zijderoute, Samarkand

31 mei 2015 

Reisverslag vervolg

    

Gur-Emir, schitterend mausoleum van Timur Lenk

 

Onze dag begint met een uitgebreid bezoek aan Gur-Emir. Net uit de bus gerold, sta ik al versteld van de aanblik. Een enorme ingangs-iwan met een flonkering van mozaïeken in de voornaamste kleuren blauw, paarsblauw en goud. Daarachter rijst een tweede iwan op, daar bovenuit een enorme koepel met ribben, en geheel bedekt met blauwe geglazuurde tegels. Onvoorstelbaar, zo mooi tegen de eveneens helblauwe lucht. Ernaast eist een van de twee minaretten nog aandacht op. De andere gaat nog schuil achter de enorme koepel. Kortom, nog niet eens binnen en nu al ogen te kort. Het is een mausoleum, maar het lijkt een schitterend paleis. Voor die tijd was het een uniek gebouw en het kan niet anders of het is het werk van meerdere architecten en bouwmeesters. Ook hier zie je dat de staat moeite doet om de nagedachtenis van Timur steeds meer luister bij te zetten. De restauratie is –volgens mij als leek- schitterend gedaan. Dan zullen we het vanmiddag in de necropolis Shah-i-Zinda het wel heel wat slechter zien. 

        schitterende ingangs-iwan

Even wat gegevens over dit mausoleum

Een van de meest bekende monumenten van Samarkand is de Gur-Emir (“Graf van de Emir”), dat Tamerlan had voorbestemd als mausoleum voor zijn geliefde kleinzoon Moukhammed-Sultan. Toen Tamerlan, “de gesel Gods”, de man van de 100.000 schedels in Bagdad, in 1405 stierf, werd zijn lichaam opgebaard in een graf van donkergroen nefriet. Het gebouw neemt een belangrijke plaats in, in de geschiedenis van de Islamitische architectuur als een voorganger en voorbeeld van Humayuns tombe in Delhi en de Taj Mahal in Agra, gebouwd door Timoers erfgenamen, de Mogols. 

 

    

    wonderschone meloen-koepel

  

achterkant (binnenplaats) met koepel en minaretten                         re.: bovenkant van minaret

  

   

   

schitterende decoraties tot in de fijnste details (links is een detailfoto van het halve gewelf rechts) 

   

    Staatsieportret Timur en kaart van zijn veroveringen

Bouw

Gur-e Emir is het Perzisch voor "Graf van de Koning". Dit architectonisch complex met zijn azuurblauwe koepel bevat het graf van Timoer Lenk, zijn zonen Shah Rukh en Miran Shah en kleinzonen Ulugh Bey en Mohammed Sultan. Verder is Sayyid Baraka, de leermeester van Timoer Lenk vereerd met een plaats in het graf. Het oudste deel van het complex, is aan het eind van de 14e eeuw gebouwd in opdracht van Mohammed Sultan. Dat zijn de fundamenten van de madrassa en khānegāh, de hoofdingang en een deel van één van de vier minaretten. De bouw van het mausoleum begon in 1403 na de plotselinge dood van Mohammed Sultan, Timoer Lenk's troonopvolger en zijn geliefde kleinzoon, voor wie het was bestemd. Timoer Lenk had voor zichzelf een kleiner graf gebouwd in Shahrisabz, dichtbij zijn Ak-Saray paleis. Toen hij in 1405 overleed tijdens zijn militaire expeditie naar China, waren de passen naar Shahrisabz onbereikbaar door sneeuwval, zodat hij in plaats van Shahrisabz hier begraven werd. Ulugh Bey, een andere kleinzoon van Timoer Lenk heeft het werk voltooid. Tijdens zijn bewind werd het mausoleum het familiegraf van de Timoeridendynastie. De koepel zou verwijzen naar het dak van de yurt, de traditionele woning destijds (en nu nog voor de laatste nomaden), en in de koepel naast, deel boven de graven, hangt aan een lange staak een bosje paardenhaar (de ‘tuq’) ; dit zou verwijzen naar Timur’s culturele verleden, en zijn afstamming van Dzjengis Kahn benadrukken. 

  

 de tombes van de familie

   

  

  pluk paardenhaar symboliseert zijn verbondenheid met Dzjengis Kahn, de Mogol clan

 

Met de telelens bekeken is de koepel helemaal van een ongekende schoonheid. Woorden kunnen het nauwelijks beschrijven. De hoogte van de koepel is 34 m en de diameter 15 m. De koepel is dubbelwandig, met een relatief lage binnenkoepel. Daardoor kon men de buitenkoepel die enorme meloenvorm geven. 

  

 top van minaret

     oude man bij het mausoleum

 

Opnieuw opbouwen

Het verhaal gaat, dat Timur niet tevreden was met wat zijn bouwlieden ervan gemaakt hadden. Toen het mausoleum klaar was, liet hij het afbreken en in 14 (!) dagen weer opnieuw opbouwen. Als je de afmetingen en de afwerking van het gebouw ziet, ben je niet geneigd dit verhaal te geloven. Zelfs met de arbeidspotentiëlen waarop Timur een beroep kon doen- of liever: die hij aan het werk zette- is dat natuurlijk absoluut onmogelijk. 

 

Niet te beschrijven

Door de pisjtak in de iwan komen we op een binnenplaats. Hier zien we een nieuwe iwan. Een deel van het gebouw bevat een gewelf dat bekleed is met stalactietversiering. Uit de verte lijkt het gebroken wit maar als ik dichter bij kom, zie ik dat er wel wit in zit, en wel in de voegen, maar dat het voornamelijk lichtblauwe holle ‘tegels’ zijn, met onvoorstelbaar fijne versierinkjes daar weer in. Niet te beschrijven. 

Pas na de tweede iwan gepasseerd te zijn, komen we in het eigenlijke mausoleum. Binnen een portret van Amir Temur (Timur) en een kaart waarop een groot deel van het rijk te zien is dat hij onder zijn beheer bracht. Grofweg van Delhi tot Istanbul. 

Binnen in het mausoleum overheerst de kleur blauw eveneens, maar in alle denkbare tinten en afgewisseld met veel goud. Het maakt een overdonderende indruk op mij. Het is er druk rond de rechthoek waarop de tombes staan. Met enige moeite kan ik mij tussen de koorden en de mensen door wurmen om de plekken te vinden van waaruit ik mijn foto’s wil maken. Als we er even zijn, gaat een hele groep mensen zitten om te bidden. Dat maakt de ruimte niet overzichtelijker. Maar met enig geduld kan ik alle foto’s nemen die ik wilde. 

Benadrukt door de uitgekiende belichting is het een ongekende weelde aan kleuren en vormen wat zich aan je oog opdringt. Je krijgt het gevoel in de schoonheid te verdrinken, zo overdadig is het allemaal. Maar niet lelijk overdadig, integendeel. Kortom, ook dit kun je niet of nauwelijks beschrijven, dit moet je zien, ondergaan. 

 

Sterke verhalen

Evenals er over de koningsgraven in Egypte sterke verhalen bekend zijn, is er ook een sterk verhaal verbonden aan de tombe van Timur. In juni 1941 wilden Sovjet geleerden wel eens weten hoe Timur er uit zou hebben gezien. Zou hij werkelijk mank geweest zijn? En is zijn kleinzoon Ulugh Beg echt onthoofd?  De onderzoekers stoorden zich niet aan de inscriptie die ongeveer luidde: “Wie dit graf opent, zal verslagen worden door een vijand die meer gevreesd zal zijn dan ik.” Men opende de tombe door de stenen plaat weg te schuiven. Timurs ene been blkee idd korter dan het andere (een oorlogswond) en het hoofd van Ulugh Beg was eraf.  En juist op dat moment werd de wetenschappers telefonisch meegedeeld dat de oorlog tussen de Sovjetunie en Duitsland begonnen was. Het was 22 juni 1941. Toch kwam de voorspelling op de sarcofaag niet helemaal uit, gelukkig maar, want de Sovjetunie werd –uiteindelijk- niet verslagen door Nazi-Duitsland. 





 

 

Het wonderschone Registan van Samarkand

  zijkant van Registan plein Samarkand

 idem

Er is veel te zien aan cultureel erfgoed, in Samarkand. Maar het is het Registan (lt. “plaats van zand”), dat vooral bijdroeg tot de roem van Samarkand.  In elke plaats bijna is wel een Registan. Maar dit… is wel heel bijzonder. Het plein stamt uit de 14e eeuw en wordt aan drie zijden omringd door grote religieuze gebouwen: madrassa's. Een madrassa is een islamitische hogeschool. De oudste is in de 15e eeuw gebouwd en heet de Ulegh Beg madrassa (1417-1420 gebouwd door Timurs kleinzoon). Er recht tegenover staat de Shir Dor madrassa, gebouwd tussen 1619 en 1636. De naam betekent Shir Dor betekent 'versierd met tijgers' en de toegangs-iwan van het gebouw is inderdaad versierd met een mozaïek met tijgers. De derde, centraal staande madrassa heet Tilla Kari, dat de betekenis 'overdekt met goud' heeft. Deze koranschool fungeert tevens als moskee. De gebouwen zijn in de afgelopen eeuw geheel gerestaureerd.

  jonge suikerspin verkoper

Tobberige Thubron

Colin Thubron was hier net nadat de Russen weg waren,in 1992 of daaromtrent. Hij registreerde toen: “Rond het oude marktplein, de Registan, stonden drie medressen in bijna volmaakte symmetrie. Het was vrijwel verlaten. Ooit het centrum van de wereld, was nu het centrum van niets. Er waren zelfs geen buitenlandse toeristen.” 

Dat is nu wel anders. Toeristen zijn er heel wat, en ook wel buitenlandse. Hoewel dat er waarschijnlijk veel meer zouden kunnen zijn als het land iets deed aan zijn malle visum-eisen en douaneformaliteiten. Thubron is over het algemeen nogal tobberig, vind ik, in zijn boeken, maar over het Registan vind ik hem wel erg somber. Hij vindt het eigenlijk niet meer dan ‘bombastische façades’, ‘blufferig toneeldecor’, en dat omdat alleen de voorkant van de iwans zo mooi gedecoreerd is en niet de achterkant ook. Even later kan ook hij toch zijn bewondering niet onderdrukken. In de centrale moskee, de “met goud overdekte” Tilla Kari noteert hij: “Vanaf het middelpunt van het plafond waaiert in een spectaculair trompe-l’oeil een regen van vergulde bladeren en bloemen uit een donkerblauwe hemel, terwijl het gewelf boven de mihrab een waaier van koralen en gouden stalactieten ontvouwt.” Kijk, dat komt dichter bij wat ik onderging bij mijn bezoek aan het Registan. In zijn latere boek “Schaduw van de Zijderoute” is Thubron iets milder. Maar nog: de drie gerestaureerde koranscholen hebben “een serene, steriele uitstraling”. De minaretten “staan uit het lood als vervormde kaarsen”. Ook nu vindt hij het voornamelijk “ongelukkige toneeldecors”. Beste lezer, Thubron doet in zijn boeken heel veel behartigenswaardige en opmerkelijke observaties, maar neem niet alles aan wat hij zegt. Het Registan en de drie koranscholen er omheen zijn, vooral in hun opstelling rond het plein, gewoon uniek en met niets te vergelijken, wat mij betreft. 

  zij- en achterkant van Shir Dor madrassa

Fraaie infrastructuur

Wij moeten de bus parkeren op een afstand en lopen langs zeer verzorgde paden en wegen naar het plein. Uit foto’s en de literatuur die ik hierover las (Thubron o.a.!) had ik toch een beetje de indruk gekregen dat het allemaal nog wat houtje touwtje zou zijn. Nu is er sinds Thubron’s laatste bezoek toch wel veel veranderd. De infrastructuur is, als ik zei, fraai aangelegd. En de restauraties zijn naar mijn leken mening netjes gedaan. De omgeving van de Registan is parkachtig. Het ziet er allemaal keurig onderhouden uit. 

Achter het groen doemen al de muren van de madrassa’s op. De achterzijde van de iwans is inderdaad niet versierd maar het blijkt dat de muren rond de binnenplaatsen wel degelijk fraai gedecoreerd zijn met gekleurde stenen in geometrische figuren in de verder terracotta kleurige muren. Het wekt hoge verwachtingen. 

 

We komen lopend langs de Shir Dor (met de tijgers) het plein op. Aan de zuidkant dus. Daar spreken we een tijd af en kunnen dan op eigen gelegenheid rondkijken. Ik laat eerst het plein en de gebouwen even op me inwerken. Ik zei ergens al eerder dat ik ongeveer hetzelfde gevoel meen te hebben als toen ik door de poort liep en de Taj Mahal voor me zag staan. Ook hier een gevoel van …ja, ‘wat is dit mooi!’ 

 blik frontaal op de het Registan

voor de kijker rechts: Shir Dor; midden voor de Tilla Kari en links de Ulugh Beg Madrassa




 

Shir Dor Madrassa

We gaan door de iwan naar binnen en komen op de binnenplaats van de Shir Dor. Langs de rand van het plein en in de cellen beneden stalletjes met souvenirs. Twee  van de vier iwans staan in de steigers. De eerste indruk is dat letterlijk elke vierkante centimeter van alle muren bedekt is met versiering in de vorm van tegels en mozaïekwerk. Bij wat beter kijken zijn er wel hele stukken die beschadigd zijn en waar de versiering dus ontbreekt. Niettemin doet het geheel sprookjesachtig aan. Een paar meisjes draaien al even om ons heen. Ze lopen weer weg. Maar ze komen even later terug met een derde dame. Wat verlegen spreken ze ons aan in voorzichtig Engels. Of ze wel met ons op de foto mogen. Dat kunnen –en willen- we natuurlijk niet weigeren. Een van hen maakt foto’s met een mobieltje. Natuurlijk maak ik dan nog een foto met mijn camera. Een van hen houdt een soort diploma van Samarkand voor zich: we zijn er echt geweest en we zagen deze westerse mensen! 

Bij een aardige mevrouw in een stalletje koop ik een paar T-shirts met een Zijde-karavaan erop en Samarkand op de achtergrond. 

 

Zoek de verschillen

Deze madrassa is gebouwd in 1611-1636. Twee eeuwen later dan de Ulugh Beg madrassa er tegenover. Toch lijken ze sterk op elkaar. Maar er zijn ook verschillen. Zo heeft de Shir Dor een grote turquoise koepel die lijkt op de van Gur-Emir. De Ulugh Beg heeft geen koepel. Ook hier die ribben aan de buitenkant. De koepel rust op een band versierd met Arabisch schrift. En de versiering van de ingangs-iwan is natuurlijk heel anders. Bij Ulugh Beg staan er sterren op; hier dus de tijgers, Araltijgers, die een hert nazitten. Op de achtergrond een stralende zon met een mensengezichtje. Het afbeelden van levende dieren is en blijft toch een uitzondering in de Islam. 

 

Even verderop heeft een dochter van een mevrouw zich gehuld in traditionele kledij, die daarvoor klaar ligt. Ze vindt het goed als ik er een foto van maak. 

 

Maar we moeten verder want er is hier zoveel te zien. En onze tijd is beperkt. Naast de Shir Dor lopen we even binnen in een wat kleiner gewelf, waar een tapijthandel of zo in zit. Hier krijgen we al een voorproefje van de Tilla Kari. Goud en blauw fonkelt ons tegemoet. 

  

De madrassa met de tijgers li nu en re: in begin van de vorige eeuw (schilderij) 

 

 tijger achtervolgt hert; detail van de ingangs-iwan

 op het binnenplein van Shir Dor

zelf digitaal samengestelde panoramafoto van het binnenplein

   

familie die heel graag met ons samen op de foto wilde (met het "Samarkand diploma" in de hand)          re: een jong meisje dat zich even verkleedde in traditionele dracht

 vroeger de studiecellen van de scholieren 

 ondanks het achterstallig onderhoud nog steeds schitterend

   



 

De Hal naast Shir Dor Madrassa:

    

Naast de Shir Dor (met ingang op het plein) is een kleine -ik zou bijna zeggen 'kapel'- die schitterend gedecoreerd is. Voorproefje van de Tilla Kari die we daarna zien.  

   

 

 





 

Tilla Kari Madrassa

Dan de hoek om naar de echte “met goud bedekte” want dat betekent Tilla Kari. Het is geen woord te veel gezegd. Binnen vallen onze monden open. Het is wat Thubron schrijft: vanaf het ronde plafond dwarrelen als het ware honderden gouden blaadjes uit een diepblauwe hemel. Maar woorden schieten altijd te kort om dit verkwistende schoons te beschrijven. Zelfs mijn Dumont Kunstreiseführer laat het afweten en noteert dat de lezer er maar het best aan doet te kijken en alles op zich in te laten werken, “um Eindrücke zu sammeln, die weder ein Bild noch ein Text zu vermitteln in der Lage ist”. Ik hoop toch met mijn foto’s de lezer een klein beetje die indrukken door te geven. 

      

 

Omdat de Bibi Khanoum al in de 17e eeuw niet meer bruikbaar was als vrijdagmoskee, werd deze pronkmoskee daartoe gebouwd en gebruikt. Ook werd het gebouw gebruikt als Madrassa.

De buitenkant is versierd met prachtige polychrome mozaïeken. Hoewel de vormen en patronen goed passen bij de andere twee madrassa’s, is er toch geen sprake van herhaling. Dit is de rijkst gedecoreerde van de drie. 

 

   

 binnenplein Tilla Kari 

De mehrab, de gebedsnis, is van een afstandje al hemels mooi, maar hoe dichterbij je komt, hoe meer details je ontdekt. Tot in het heel klein gaan die details. Overigens is hier veel geschilderd; het gaat niet om geglazuurde tegels. 

  

in werkelijkheid is het vele malen indrukwekkender...

 ook wel door de uitgekiende belichting

 

  

 duizenden gouden blaadjes dwarrelen uit een blauwe hemel... (ColinThubron)

   

Op de foto links zie je goed dat er veel geschilderd is van wat je ziet. Mysterieuze gaten trouwens...

 bezoek in dienstttijd

 Riet op het binnenplein

 

  





 

Ulugh Beg Madrassa

Ten slotte komen we bij de oudste madrassa, die van Ulugh Beg, de kleinzoon van Timur Lenk. Deze dateert uit 1417-1420. Het is meteen een van de oudste van Centraal Azië. Hij mag dus als voorbeeld gezien worden voor alle madrassa’s. De voorgevel wordt voor twee-derde ingenomen door de enorme ingangs-iwan, de pishtak. Op de uiteinden staan twee minaretten. Deze minaretten zijn niet voor muezzins bestemd maar ze zijn er zuiver uit architectonische en esthetische overwegingen neergezet. Door hun slankheid bieden ze een tegenwicht tegen het massieve portaal. De versiering kun je ingetogen noemen, althans vergeleken met die van de beide andere madrassa’s. Kleurige stenen, tegels tegen een zachte terracotta achtergrond vormen geometrische figuren. Er zijn gerehs, inschriften in Kufi. (Een gereh is een soort knoopvormig patroon, een geometrische arabeske, kufi duidt op Arabische kalligrafie, met kenmerk: veel herhalingen.) Sterren- en bloemen- en plantenmotieven. De hele presentatie laat zien dat dit gebouw draaide om wetenschap, kunst en techniek. Ulugh Beg heeft hier zelf de astronomie onderwezen. 

(Mohammed Taragai Ulug Bey (of Beg) (Soltaniyeh (Zanjan, Iran), 22 maart 1407 - Sultaniye (Iran), 27 oktober 1449) was een Turks-Mongools heerser en astronoom. Ulug Bey was heerser van het rijk der Timoeriden, maar stelde meer belang in de astronomie.) 

 de oudste van de drie (scheelt ongeveer twee eeuwen) 

 de strengere geometrische decoratie

benadrukt vooral het wetenschappelijke doel dat Ulugh Beg had met deze Koranschool

 swastika-motieven

 de sterren in de iwan duiden op Ulugh Begs fascinatie:    nl. de sterrenkunde

 

  

 binnenplaats

    

 

 


 

Ulugh Beg als vroege wetenschapper

Bron: Kennislink.nl: “Een wiskundige ‘Prince of Persia’ was Ulugh-Beg (ca. 1393-1449), een kleinzoon van Ti-moer Lenk (1336-1405), die eerst gouverneur was in Samarkand en daarna de vorst van het gehele rijk. Hij zou een groot belang hechten aan de wetenschap en een enorme astronomische sterrenwacht laten bouwen. Onder zijn bewind werden Koranscholen een soort islamitische academies, waar ook wiskunde en sterrenkunde hoog in het vaandel werden gedragen. Tussen 1408 en 1437 werkten er zowat 70 sterrenkundigen, onder wie Al-Kashi (1380-1429). Al was de astronomie er het belangrijkste studiegebied, toch zou deze laatste bijvoorbeeld ook de decimalen van pi berekenen aan de hand van een 8.050.306.368-zijdig veelvlak. Zijn waarde was pi was 3,141 592 653 589 793 25, wat juist is tot op de 16 decimaal (de 17de moet 4 zijn, niet 5). Zijn ‘totaal nutteloze’ wereldrecord zou stand houden tot 1596 toen de Nederlander Ludolph van Ceulen er 20 berekende.

Al-Kashi berekende ook de sinus van 1° met een grote nauwkeurigheid, en dit 200 jaar voor Kepler. In 1449 werd Ulugh-Beg echter vermoord op zijn weg naar Mekka, door fundamentalisten geleid door zijn eigen zoon. Misschien konden de hovelingen het niet langer dulden dat hij meer aandacht had voor wetenschappelijke dan voor wereldse zaken, en met zijn dood kwam ook een einde aan de wetenschappelijke activiteiten in Samarkand.”

 

 




 

Samarkand, sprookje aan de Zijderoute     (Blog van Sven Standhardt 29-08-2013, SRC-reizen.nl) 

 

De Engelse onderkoning van India, Lord George Curzon, schreef, toen hij rond de eeuwwisseling van de 20e eeuw het Registan van Samarkand betrad: ‘Het Registan van Samarkand was oorspronkelijk en is ook nu nog het meest verheven openbare plein ter wereld. Ik ken geen enkel plein in Europa of in de wereld dat in haar eenvoudigheid en grandioosheid erbij in de buurt komt, zelfs niets dat zich er ook maar mee kan vergelijken’.  

Tegenwoordig is het Registan geen ruïne meer, maar is het prachtig gerestaureerd. De schoonheid van het plein beneemt iedereen de adem die het voor het eerst ziet.  Drie prachtige medressen vormen het plein waar eens de machtige khans van Oezbekistan recht spraken en waar de grote overwinningen werden gevierd. Ook werd er handel gedreven in de zijde die Samarkand haar rijkdom bracht, door haar unieke positie aan de beroemde zijderoute van China naar Europa. Tegenwoordig staat het plein op de lijst van werelderfgoed van UNESCO.

Het was de beroemde Timur Lenk, ook wel Amir e Timur genoemd, die het plein tot centrum van Samarkand maakte. Zijn kleinzoon Ulug Bek, de astronoom, maakte het tot een paradeplein. De Sherdor, de leeuwen-medresse*, is versierd met mozaïeken die leeuwen voorstellen die op antilopen jagen. Daarboven zien we de stralende zon, evenals vele swastika’s, het oude symbool van de zon. De invloeden van de Zoroastriërs die hier eens leefden en Samarkand verbinden met de rijke cultuur van Perzië, zijn hier duidelijk zichtbaar. De Tillakori-medresse is met goud bedekt. Dit wordt duidelijk wanneer we de moskee betreden en baden in een warm gouden licht dat weerkaatst wordt door de prachtige gouden mozaïeken boven de gebedsnis, de mehrab. Lange tijd was deze medresse de vrijdagsmoskee van de stad en daarmee ook de belangrijkste moskee van Samarkand.

De Ulug Bek-medresse is versierd met sterren en aan de wetenschap gewijd. Het is de oudste medresse van het plein. Hier zou volgens de legende Ulug Bek zelf astronomie hebben gedoceerd. Met zijn ontdekkingen over ons zonnestelsel was hij de westerse wetenschappers van zijn tijd ver vooruit.

Samarkand heeft nog veel meer te bieden. Het schitterende graf van Timur Lenk, bijvoorbeeld, die een koepel heeft die zo mooi is dat hij, zoals de Oezbeken zeggen, wel uit de hemel moet zijn neergedaald. Vlak daarbij staat het nog niet gerestaureerde mausoleum van Bibi Khanom, dat door Timur Lenk bedoeld was als de grootste moskee op aarde. En weer even verderop vinden we de necropolis van Shoh-i-zinda. De aaneenschakeling van prachtige mausolea vormt de top van de islamitische kunst in Oezbekistan. Niet voor niets zegt men: ‘Wie eenmaal de schoonheid van Samarkand heeft gezien, zal er voor eeuwig door geraakt zijn’.

 

*) volgens mij (en de Kunstreiseführer) zijn het geen leeuwen maar tijgers (LM). 



 

Panorama van het Registan in Samarkand

 

 

(Zelf digitaal samengestelde panoramafoto van twee foto's)

 

Als we klaar zijn is het ook tijd om naar het verzamelpunt te gaan. We lopen achter een soort podium langs en komen op een verhoging die speciaal aangebracht lijkt om het hele plein te kunnen overzien, met de drie koranscholen in het gelid. Ik maak er foto’s waar ik thuis een panorama van maak, zodat het hele plein in één beeld gevat is. We laten ook een paar foto’s maken van ons tweeën voor het beroemde plein. Dat heeft nog voeten in de aarde, omdat de Oezbeekse  jongeman die ik vraag, eerst begrijpt dat wij samen met hem en zijn vriendin op de foto willen. Nee, deze keer eens niet. Met dank en excuses overigens. Lachend begrijpt hij uiteindelijk: ahhh, jullie willen er met z’n tweeën op! 

We lopen terug. De jongen met een schaal met grote vierkante blokken is er ook nog. De witte ‘blokken’ blijken suikerspinnen in het vierkant te zijn. Hij wil graag even poseren. 

 

 

  we waren er echt!

 





 

Bibi Khanym Moskee

Na de lunch gaan we naar de Bibi Khanym Moskee. Deze heet ook wel de Bibi Khanoum of Khanyum moskee en is genoemd naar de eerste vrouw van Timur. Het verhaal gaat dat zij het gebouw liet neerzetten als verrassing voor haar man toen deze op campagne was in India en waar hij de stad Delhi zo grondig vernielde dat het twee eeuwen zou duren voor Delhi weer een stad van betekenis werd. Maar dat terzijde. Laten we Bibi de eer maar geven, maar uiteindelijk waren het natuurlijk de excellente handwerkslieden en ambachtsmensen die Timur uit alle delen van zijn uitgestrekte rijk altijd meenam naar ‘huis’ in Samarkand, die de klus klaarden. Het resultaat moet verbluffend geweest zijn. We weten dat de rotsblokken voor de fundamenten op karren getrokken door olifanten uit Tadzjikistan werden gehaald. Dat er muren en minaretten verrezen die ‘tot in de hemel reikten’, in ieder geval tot 50 m hoog. Dat er een binnenplaats was met zuilengangen en honderden koepels, rustend op schitterend bewerkte marmeren zuilen. Dat het marmer door 95 olifanten uit Perzië en de Kaukasus werd gehaald. 

Tijdsdruk is echter nooit bevorderlijk voor de kwaliteit van een bouwwerk, en dat gold ook hier. Toen Timur onverwacht terugkeerde, vond hij de turkooizen koepels maar niks en de portalen te laag. Hij liet de bouwheren terechtstellen en hield toen persoonlijk toezicht op het opnieuw opbouwen. Maar in hun doodsangst werkten de bouwvakkers te snel. 

 Bibi Khanym Moskee, vanaf de straat gezien

  

re: ingangs-iwan, indrukwekkend!

   

digitaal samengestelde panoramafoto van drie foto's:  Bibi Khanym Moskee, binnenplein  

        

het gebouw links heeft zware aardbevingsschade             het gebouw op de rechterfoto is ook gesloten; moet nog gerestaureerd worden. 

    

 

deze vogelsoort zie je overal in deze landen                                                            weer op de foto alsjeblieft 

 

   

 

   

   

 

de koepel is nog prachtig maar het gebouw is zwaar beschadigd, m.i. onherstelbaar

 

  

alleen met een digitale samenvoeging kreeg ik het geheel erop (de supergroothoek had ik niet bij me)

van hem kochten we een paar miniatuur aquarelletjes voor onszelf en voor dochter M. &M. 

 de steun van de oudste koran ter wereld zou dit zijn;

hier moest je als vrouw onderdoor kruipen als je veel kinderen wilde. Ik zag het niemand doen terwijl ik hier was. Moderne Oezbeekse vrouwen zijn wel wijzer.

 

 detail koepel

 minder mooi detail: er groeit gras op...

 

 

 

Ontbinden

Al vrij snel na de oplevering begon het gebouw te ontbinden en eindigde het in de negentiende eeuw als katoenopslagplaats en stal voor de tsaristische cavalerie. In 1887 stortte het grotendeels in na een aardbeving. Na de terugtrekking van de Russen in 1991 is men wel begonnen met de restauratie, maar dat is zo’n gigantische klus, dat, als wij er zijn, het centrale gebouw nog een puinhoop is en afgesloten voor het publiek. Het is slechts een schim van wat het ooit geweest moet zijn. 

 

Weer een sterk verhaal

Dan is er ook nog het verhaal dat de bouwheer tijdens de bouw verliefd werd op Bibi en haar chanteerde. Hij wilde het gebouw alleen op tijd afmaken als hij haar mocht kussen. Dat is waarschijnlijk gebeurd want toen Timur terugkwam stond de moskee er. Maar die stond Timur dus niet aan. Bovendien merkte hij –op wat voor manier, dat is gissen- dat de bouwheer zijn vrouw onteerd had. Daarom liet hij de architect onthoofden en zijn vrouw levend inmetselen in het Bibi Khanyum mausoleum vlakbij de moskee. Ook wordt verteld dat sindsdien vrouwen een hoofddoek moeten dragen om mannen niet (weer) in de verleiding te brengen. Verhalen…

 

Nóg een sterk verhaal

Wellicht nog zo’n verhaal: op de grote binnenplaats staat een enorm stenen gevaarte. Drie rechtopstaande stenen dragen een dekplaat en daarop ligt nog een groter blok steen. De steenblokken zijn bewerkt met inscripties. Het zou een koranhouder zijn. Daarop zou vroeger de grote en Heel Belangrijke Osman Koran gestaan hebben. 

Het verhaal gaat, dat als een vrouw door een van de twee openingen kruipt onder de dekplaat, dat zij dan veel kinderen zal baren. Er zitten tijdens ons bezoek heel wat vrouwen –met kinderen soms- op de muurtjes in de schaduw, net als wij uit te rusten. Bij geen van hen heb ik ook maar enige neiging bespeurd om door het gat te kruipen. Moderne Oezbeekse vrouwen zijn wel wijzer. 





 zicht op Shah i Zinda (de moderne begraafplaats op de heuvel) 

   

onderweg naar Shah i Zinda: broodverkopers met de kinderwagen 

 

 Maar eerst nog: 

Ulug Bek Observatorium

 

 museumgebouw 

 

BRON: Nl.wikipedia.org: 

“In Samarkand, de hoofdstad van zijn rijk, richtte Ulugh Beg een wetenschappelijke school op waar astronomie werd onderwezen. Hij bouwde een reusachtig sextant van marmer, 63 meter lang en met een kromtestraal van 40 meter, uitgelijnd op de lokale meridiaan. Hiermee kon hij de posities van zon, maan en planeten bepalen alsook die van een duizendtal sterren. Dit gebeurde met een nauwkeurigheid die pas honderd jaar later door Tycho Brahe (1546-1601) geëvenaard werd. Ulug Bey publiceerde zijn metingen in de sterrencatalogus Zidji Djadid Sultani (1420-1437). Deze metingen verbeterden in verschillende opzichten die van Claudius Ptolemaeus. De - in het Arabisch gestelde - catalogus werd in het Perzisch vertaald. In de 16e eeuw werd hij bekend in Europa en een Latijnse versie werd in Engeland uitgebracht in 1665.

 

Uit zijn metingen concludeerde Ulug Bey dat de aarde om de zon draaide. Hij berekende zelfs dat de aarde er 365 dagen, 5 uur, 49 minuten en 15 seconden over deed, een tijdspanne vergelijkbaar met de moderne waarde van het tropisch jaar van 365d 5h 48m 45s.” 

(Terzijde: Voor die tijd toch niet minder dan verbluffend, lijkt mij als volstrekte leek op dit gebied. LM). 

 

  

ingang van de enorme sextant, ingebouwd in de berg                                   tekening uit de Reiseführer Dumont hoe het zou werken

 

     

Binnen is de sextant te bekijken                                    en rechts een model uit het mueseum

 

 museumgebouw

 

    

oud boek en prent waarop Ulugh Beg te zien is in de kring van andere grote geleerden

  zo'n boekenstaander hebben wij dus gekocht 

 

 

Staatsman

“Zijn politieke en administratieve optreden was niet zo geslaagd als zijn briljante wetenschappelijke prestaties. Hij verloor met sommige veldslagen grote delen van zijn rijk met wedijverende koninkrijken. Abdel Latif, zijn zoon, boos over het feit dat hij werd overgeslagen om over Samarkand te heersen, rebelleerde terwijl zijn vader op veldtocht was om Khurasan terug te veroveren. Hij versloeg zijn vader in 1449 aan de Dimashq nabij Samarkand. Ulugh Bey besloot later zich over te geven en 'Abd Al-Latif vergunde hem een bedevaart (hadj) naar Mekka, maar eenmaal op weg werd hij vermoord door zijn eigen zoon. Dit leverde hem de beruchte bijnaam "Padarkush" op (van Tajik "vadermoord"). Uiteindelijk werd zijn lichaam door zijn afstammeling Babur, stichter van het Mogolrijk herbegraven in Samarkand naast het graf van zijn grootvader, de beruchte krijgsheer Timoer Lenk.  

Ter ere van zijn wetenschappelijke werk werd de Ulugh Beigh krater op de Maan naar hem vernoemd door de Duitse astronoom Johann Heinrich von Mädler op zijn kaart van de Maan.”

 

Aardbevingsbestendig

3,5 km verwijderd van het Registan staat de sterrenwacht van Ulugh Beg. Om de sterrenwacht aardbevingsbestendig te maken, groef Ulugh Beg een diepe gleuf in de bergwand en liet die bekleden met marmer. De sextant was 11 meter lang met een straal van ruim 40 m. Er is een gebouw omheen gezet en het begin van de gleuf kun je nu nog zien. Verder is er van de sextant natuurlijk niet veel te zien. Wel is er een vrij uitvoerige tentoonstelling bij, met ook verschillende modellen die het bouwsel verduidelijken. Er staan natuurlijk boeken waaronder een uit Oxford (Oxonii), uit 1665,  dat oorspronkelijk geschreven schijnt door Ulugh Beg. Ook is er een prent waar Ulugh op staat samen met geleerden als Hevelius, Tycho Brahe en Ptolomaeus. 

  kaart van "de" Zijderoute





 

 

 

Necropolis Shah-i-Zinda: ‘buitengewone schoonheid’

 

Tot slot van deze lange intensieve dag brengen we nog een bezoek aan een necropolis, een dodenstad. Het is de beroemde Shah-i-Zinda. Volgens sommigen is dit het absolute hoogtepunt van de dag. Mijn Dumont Kunstreiseführer is helemaal enthousiast en wijdt maar liefst 13 pagina’s aan alle onderscheiden bouwwerken op deze heuvel. Hodsha, een kusthistoricus uit de 19e eeuw, vindt dat men nog nooit bouwwerken van een zo buitengewone schoonheid heeft gezien als deze. ‘De levende Sjah’ betekent de naam. 

Begin 20e eeuw was dit voor ongelovigen nog verboden terrein. Nu staat er nog wel een vermanend bord bij de ingang –in het Engels nota bene!, dat zie je nergens- dat niemand leest. De eerste regel is dat je je voor het bezoek fysiek en geestelijk moet reinigen en regel 2 is dat je de doden hier behoort te groeten door het lezen van de Koran. Verder zijn er onder de 12 regels veel die vanzelf spreken (niet dronken over de graven lopen) maar je mag hier ook niet kussen of een heilige aanroepen en ook geen doekjes in de bomen knopen. Dat laatste doen Centraal Aziaten graag, hebben wij al wel geleerd. Ik heb het hier niet gezien. Het bord heeft dus zin. 

       Shah-i-Zinda

Li: een plattegrond uit de Dumont Kunst-Reiseführer met alle mausolea erop aangegeven. 

 

Straat de heuvel op, met mausoleums aan beide zijden

Ook hier spreken we een tijd af en lopen op onze eigen gelegenheid langs de vele mausolea. Het is een pad, een straat, de heuvel op, met een (redelijk steile) trap met aan beide kanten mausolea, en het eindigt bovenop de heuvel in een eigentijdse begraafplaats. Het is enerzijds een voorbeeld van 11e en 12e eeuwse Islamitische en Timuridische bouwkunst, maar ook een voorafschaduwing van het beloofde paradijs. 

Als eerste kom je door het voorportaal van Ulugh Beg; dit is de ingang. Uiteraard wordt hier voor ons toegang betaald (uit de pot) en betalen we voor fototoestemming (net als overal vandaag trouwens). Ik treed maar niet te veel in details over alle monumenten die we hier gezien hebben. 

We wandelen langzaam omhoog, kijken dan hier dan daar binnen in een mausoleum. Het verschilt erg wat daar te zien is. Soms is het heel mooi. Soms valt het nogal tegen, of is het te donker om iets goed te zien en een foto te maken. 

     

li: de trap omhoog is goed te zien; onderhoud; re:  gevel van een van de mausolea

  

prachtig gedecoreerde iwans en portalen

   

   een interieur

    

Re: Het is redelijk druk in deze 'dodenstraat' (mooie zin overigens, al zeg ik het zelf). Weinig westerlingen naast onze groep, en veel dagjesmensen en bedevaartgangers. 

  juist de combinatie van zoveel uitbundige grafmonumenten maakt Shah-i-Zinda wel uniek

   

Geen gevel is gelijk aan een andere al lijken ze misschien voor de leek op elkaar. Ik vond het niet vervelend worden, zo van 'al weer een mausoleum'. 

  

  

mausoleum van Kusam Ibn Abbas

 gebedsruimte in mausoleum van Kusam Ibn Abbas

          

 

   

      

   

 

Mausoleum van Kusam Ibn Abbas

Een van de grotere complexen is het mausoleum van Kusam Ibn Abbas. Deze Kusam (Shahi Zinda = de levende koning) was een neef van de profeet Mohammed, en een van diens naaste medewerkers. Ook wordt hij gezien als een van de eerste verspreiders van de Moslimgodsdienst in Centraal Azië. Logisch dat hier nogal wat bedevaartgangers op af komen. 

Via een smalle gang kom je in een grafmoskee,en een offer- en een gebedsruimte. Het meeste is uit de 14e/ 15e eeuw. Als wij in de gebedsruimte zijn, komen net een aantal mensen binnen die gaan bidden in de vrij kleine ruimte. Wij gaan er toch maar even tussendoor om weer naar de uitgang te kunnen. Men kijkt er niet van op. 

 

We lopen buiten tot helemaal boven aan de heuvel toe, waar de reguliere hedendaagse begraafplaats is. Daar gaan we weer terug naar beneden, en zien nu natuurlijk toch nog weer andere dingen dan op de heenweg. Sommige versieringen zijn weer heel mooi. Andere, vooral als je dichterbij komt, toch wel erg knullig gerestaureerd. Lapwerk, haastwerk. 

    terug in de 'buitenwereld'

 

 

Dan zit het erop voor vandaag. Terug naar het hotel. Riet voelt zich weer goed en gaat mee naar het diner, waar ze heerlijk eet. Salades, pompoensoep, patat (nog lekker ook! zegt ze) met ‘varkensmedaillons’ (ik denk dat het toch kalf was…) in champignonsaus, en apfelstrudel met vanilleijs toe. Ik heb dus wel wat gemist, maar ik voel me zo niet-lekker en heb nog weer last van diarree, dus ik houd rust op de kamer en eet een paar heerlijke waldkorn-crackers, met een glas mineraalwater met opgelost ORS erbij. Toetje: twee pilletjes loperamide. Heerlijk. 

Maar ik ben blij dat ik vandaag alles heb kunnen zien en ervaren. Een (of misschien wel het) hoogtepunt. 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dag 13 van onze reis langs de Zijderoute,   Naar Tashkent, de hoofdstad van Oezbekistan

1 juni 2015

 KLIK HIER voor onze route   (op Maps.Google)

 

Jammer dat we deze oasesteden nu al weer achter ons moeten laten. We hadden zowel in Khiva, als in Bukhara als hier in Samarkand eigenlijk nog een dagje moeten kunnen blijven. Maar ja, dan hadden we moeten kiezen voor de reis door alleen Oezbekistan. Had ook gekund. Voordeel van déze reis is de ongekende afwisselingen in wat je allemaal ziet. 

Vandaag naar Tashkent, de hoofdstad van Oezbekistan. Bij onze uittocht uit Samarkand stopt de chauffeur op de uitvalsweg even bij een aantal broodstalletjes. Het brood uit Samarkand staat kennelijk zo goed bekend dat de beide chauffeurs voor hun gezinnen in Tashkent brood meenemen uit Samarkand. De stalletjes doen niets anders dan de ons inmiddels bekende ronde broden verkopen en ze hebben het er druk mee. 

 

Vervolgens rijden we uren door een heel ander landschap dan de vorige routes, namelijk nu door vruchtbaar groen land, groene heuvels, bergtoppen met sneeuw erop, terwijl het hier beneden tegen de 40 graden is. Vruchtbare velden en boomgaarden en redelijk welvarende dorpen zo te zien. Sanitaire stops bij toiletten die in geen jaar een pleeborstel hebben gezien. Is dat hier zo’n grote moeite of kan het allemaal niet schelen…? 

    

Grazige weiden voor de afwisseling;       Re:  we rijden een stukje om Kazachstan heen, omdat we daar geen visum voor hebben; het is niet ver om. In de verte zou dit land moeten liggen. 

  bergachtige streken; foto Riet vanuit de bus

   

li: bevloeiingsbuizen voor de (katoen)akkers                                                  re: op vele hoogspanningsmasten zaten hier ooievaars, teken dat er voldoende water in de buurt is. 

                                                    rivier



                                                            

 

 

Sightseeën in Tashkent

We lunchen op een overdekt terras in de hoofdstad. Wij nemen shaslik en soep. Na de lunch gaan we sightseeën voornamelijk door de nieuwe stad Tashkent. De stad telt 2,2 miljoen inwoners – waaronder een grote Russische minderheid – en is de belangrijkste stad in Centraal-Azië. Ze ligt in de uitlopers van het Tien Shan gebergte. De stad is meer dan 2200 jaar oud. Het is een mooi aangelegde stad met kanalen met stromend water erin, veel bomen, vaak in rijen langs de straten, een echte oasestad. In april 1966 schudde de aarde, liefst meer dan duizend keer en 36.000 gebouwen stortten in, voornamelijk in de oude stad. 75.000 families werden dakloos. Sindsdien is men de stad weer gaan opbouwen, en men ging ondergronds om tot nu toe 38 km metro aan te leggen. Tashkent is nog steeds een typische Sovjetstad, waar weinig doet herinneren aan haar historische positie van vóór de komst van de Russen. De stad wordt gezien als de meest kosmopolitische stad van heel Centraal-Azië met een grote Russische en Koreaanse (Koryo-saram) minderheid. De stad staat bekend om haar met bomen omlijste straten, ontelbare fonteinen en vele zitbankjes. Sinds de onafhankelijkheid is de stad al verschillende malen het doelwit geweest van terrorisme, wat door de Oezbeekse regering wordt geweten aan de opkomst van het moslimfundamentalisme. De economische situatie in de stad is veel slechter dan in de Sovjet-tijden, wat ertoe heeft geleid dat vele Tashkentenaars (voornamelijk Russen) naar het buitenland zijn getrokken. Sommigen van hen zijn ook naar het Westen geëmigreerd, waarbij er vooral in Israël, Duitsland, Seattle en New York grote gemeenschappen zijn ontstaan. Binnen de lage landen zijn er vooral in Kortrijk veel mensen uit Tasjkent.

Vroeger was Tashkent een belangrijke halte op de zijderoute tussen Europa en Azië. Veel van de historische bouwwerken zijn vernield tijdens de socialistische revolutie in 1917 en tijdens een grote aardbeving in 1966.

 

  

aardbevingsmonument in Tashkent

 

      

    

we wandelen door een mooi park 

 veel water in dit park

   

 regeringsgebouwen

 ingang van de metro

  beeld van Amir Timur

   

Icoon van Sovjet-architectuur: het Hotel Oezbekistan in  Tashkent

   

 

Park en metro

We stappen uit en maken een wandeling door een groot park. We zien rond het park fraaie moderne gebouwen, het park zelf is fraai aangelegd met borders, veel gras en ander groen, fonteinen, waterpartijen. We zien het beeld ter nagedachtenis aan de grote aardbeving van 1966. En we maken een ritje met de metro. Jammer genoeg is het streng verboden beneden foto’s te maken. Van de ingang mag wel, vreemd is dat. 

Uiteraard moeten we ook nog even het standbeeld van Amir Timur zien, dezelfde als Timur Lenk, (de manke).Meer informatie over deze wrede veroveraar en kunstzinnig heerser over Samarkand en ommelanden:  KLIK

We lopen terug naar de bus voor het hotel Uzbekistan langs. Dit gebouw is een toonbeeld van Sovjetarchitectuur, als zodanig een echt icoon; het dateert uit de jaren zeventig. Zie deze website voor meer.    

Het ziet er heel apart uit, maar ik zou hier toch liever niet logeren. 

 

’s Avonds hebben we een heerlijk diner met zang en dans van drie dames, staat er in onze aantekeningen. Ik herinner me er weinig van…

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dag 14 van onze reis langs de Zijderoute,  Tashkent

2 juni 2015

 

 

 

Hazrati Imam complex

Vandaag vooral de oude stad van Tasjkent, van wat daarvan over is. We bezoeken eerst het Hazrati Imam complex. Hasrati was een bekende wetenschapper, althans in deze contreien, en als je een korankenner een wetenschapper kunt noemen. In 2007 is het hele complex van de grond af aan opnieuw opgebouwd naar oude kaarten en bouwplannen. In het centrum staat de moskee Hasrati Imam met twee 52 m hoge minaretten ernaast en bekroond met twee glimmende blauwe koepels. 

Belangrijk onderdeel van het complex is de Barak-Khan Madrassa uit de 16e eeuw. Daarbij is een bibliotheek. Daar zien we vele korans, en handschriften en versies maar ook de “oudste koran ter wereld”, de Osman Koran uit het jaar 655. In mijn reisgids overigens de Koran van Uthman, van de derde kalief, genoemd. 

Toevallig staat er vandaag (23-07-2015) in de krant dat in de universiteit van Birmingham mogelijk de oudste fragmenten van een koran aanwezig zijn. Dat manuscript blijkt na onderzoek via koolstofdatering 1.370 jaar oud te zijn. Dat betekent dat de schrijver ervan in dezelfde tijd geleefd heeft als de profeet Mohammed. "Hij heeft hem misschien gezien, hij heeft hem misschien horen preken", zegt een woordvoerder. Maar goed, dat wisten wij toen allemaal nog niet, dus wij bekijken de Osman Koran als de oudste ter wereld. Het boek wordt op een verhoging gepresenteerd, waar je met een paar mensen tegelijk op kunt. Er zijn ook heel fraaie kalligrafieën. Fotograferen is natuurlijk streng verboden. 

Er zijn twee mausoleums uit de 15e/ 16e eeuw, waarvan het mausoleum Kaffal Shashi een grote sier-iwan heeft. Er staan nog enkele gebouwen op het complex, in traditionele stijl, waaronder dat van het beheer van de soennitische moslims in Oezbekistan. 

 

   

  Hazrati Imam complex

  

    

    

Als je een beetje zoekt, kun je in deze landen mooie souvenirs kopen. Ze zijn niet zelden met de hand gemaakt, door de kunstenaars die ook verkoper is. De tafereeltjes zijn wel vaak van hetzelfde motief: de Zijderoute-karavaan is uiteraard populair dus veel voorkomend. De prent rechts is van natuurlijk materiaal gemaakt en humoristisch en kritisch tegelijk. 

   





 

 

 

Enorme overdekte markt

Verder staat er vandaag een grote overdekte markt op het programma. We kijken altijd heel graag rond op dit soort markten, omdat er zoveel te zien is, maar ook omdat je hier wat meer het ‘gewone volk’ tegenkomt, in plaats van al die mensen die met toerisme te maken hebben, bedoel ik. Het is een belevenis. Niet alleen om de overvloed die je hier aantreft, maar ook om de verscheidenheid van waren. Het draait wel voornamelijk om voedsel, tenminste het deel dat wij zien. Het fruit ligt in prachtige piramides opgestapeld, de groente lijkt vers van het land te komen. Bij een kruidenman koopt Riet een zakje gemalen rode peper, met de witte zaadjes er bij in. Daar hebben we thuis nog lang plezier van want er hoeft maar héél weinig van gebruikt te worden om het tot achter in je keel te voelen. De kruiden zijn verpakt in een papier dat door kinderen gebruikt is om op te schrijven. 

Suiker is zoals op veel plekken in het buitenland te koop in grote kristallen. Erop zit een soort wespen, maar de koopman laat zien dat dit goedaardige beestjes zijn. Probeer het maar, gebaart hij, maar wij laten de beestjes toch liever op zijn vingers rondkruipen. Via de bruids- en verjaardagstaarten komen we bij een hal met alleen maar bakkers. Broden in alle soorten (wit met glanzend bruine korst) en maten en vormen (rond). We mogen een kijkje nemen in een kraam en een blik in de oven werpen. De broden worden met een lange stok met houder geplakt tegen de wand en ’t plafond van de oven, boven de lange gasvlammen. Ze blijven daar wonder boven wonder zo aan zitten en pas als de man ze met de stok aanraakt, vallen ze in de houder en komen ze dampend en wel op de kraam te liggen. Dat gaat de hele tijd zo door. We mogen even vlak bij de oven om een foto te maken van de broden tegen het plafond. Heet dat het er is, daar een meter voor de oven al. 

 ingang van de markthal (een van de ...)

Oezbeken eten heel veel en vaak brood. Broodverkopers zie je overal op straat. Hoewel de vorm wel varieert, is er toch niet zoveel keus als bij ons. Bruin en volkoren zoek je tevergeefs. De smaak varieert ook nog best veel.  

Nog een markthal

 groente- en fruitafdeling

 Riet koopt hete kruiden en mag eerst ruiken

 nog een eitje? 

 suikerkoopman; let op de  'wespen'

 brood; een hele hal vol

 

 

 

Hete broden plakken tegen ‘t plafond

Ik mag ook even een brood vasthouden, vindt de man leuk, want hij heeft door zijn werk vuurvaste vingers gekregen, maar ik had ander werk en heb geen vuurvaste vingers. Zooo, wat is dat heet zeg. Gelukkig neemt de man het brood weer snel van mij over. Riet heeft net op tijd een foto gemaakt om mijn vertrokken gezicht te kunnen zien. Leuk man! Tja, je mag het ook niet laten vallen want brood is hier soort van heilig. 

We steken over naar een tweede hal, helemaal rond, met een enorme overkapping en twee verdiepingen, langs de randen althans. In het midden is het open en we hebben dus vanaf de balustrade een mooi overzicht. Beneden is hier vooral vlees en zuivel. Moet je je voorstellen: een hal zo groot als ruim het halve Vrijthof (schat ik zo) en dan vol met stalletjes voor voornamelijk vlees en zuivel. Op de balustrade achter ons zijn ook tientallen meters kraampjes met noten en (gedroogde) zuidvruchten en allerlei exotische lekkernijen. Zo’n markt in je buurt, dan ben je bevoorrecht. Dat is nog eens wat anders dan die ‘super’markten bij ons. Dit is pas super. 

 

 

    

en zo bakken ze dat hier! Gewoon tegen het plafond van de oven plakken en even later eraf halen. Met een schep. De vriendelijke bakkers laten alles zien... en voelen... 

  

                                                                                                                              o moeder, wat is dat heet! 

 de vlees- en zuivelafdeling

  een heel lam? dat kan ook

 vers hoor! Ruik maar. 

   

re: en alweer broodverkopers

  

wachten op de bus, wel even in de schaduw alsjeblief                                                               re: leuke souvenirs kun je overal kopen

 

 

 en alweer...broodverkopers

   

wij lopen naar onze bus, voor de bijna laatste rit in Oezbekistan.           re: achter ons in het selfservicerestaurtant is een man bezig pasta te maken. Dat gaat met geweld! Ik schrik van de harde knallen als hij de streng op de plaat slaat. 

Laatste summen

We lopen beneden langs de vleeskramen. Wat een soorten en wat een aanbod. Van bijna puur vet tot prachtig mager vlees. Worsten in alle maten en kleuren. Alles van het dier is te koop; niets gaat verloren. Aan de achterkant van de hal staan buiten de verkopers en verkoopsters van brood met hun oude kinderwagens vol met prachtige ronde broden te wachten op een klant. 

We hadden hier nog wel langer kunnen rondkijken maar we moeten naar het lunchadres. Deze keer een zelfservice zaak. Je wijst wat aan en rekent aan het eind af. Ach, het smaakt redelijk. Maar het interieur heeft een hoog gehalte aan wat ik maar noem “McKentuckyDonalds”: plastic stoeltjes en plastic sfeer. We hebben soep, brood, thee en literpak appelsap. Daarna een kopje speciaal gezette cappuccino bij een koffiebar. Het kost een paar sum (een paar duizend sum, dus) maar dan heb je ook wel wat. Heerlijke koffie. Zo hebben we net onze ‘summen’ opgemaakt. 

 

Vlucht naar Bishkek in Kirgizië

Verder is het vanmiddag een beetje de tijd doodslaan. We moeten naar het vliegveld voor de vlucht naar Bishkek in Kirgizië. De middag en avond bestaan dus voor een groot deel uit wachten. Eigenlijk zonde bij zo’n reis. Maar ’t is niet anders. Voortaan misschien toch een reis kiezen met minder verplaatsingen tussentijds per vliegtuig. Dat klinkt snel (en is het natuurlijk ook wel) maar het is wachten, wachten en nog eens wachten. 

Bij de luchthaven begint de chaos al buiten. Vlak achter de ingangs- én uitgangsdeur (lekker makkelijk) staat de (eerste) veiligheidsscanner. Alle bagage moet erdoor. Dan weer de gebruikelijke gekte van douanecontroles (een keer is niet genoeg natuurlijk), formuliertje dit en formuliertje dat, dit invullen, dat inleveren, dit laten zien, dat …. Nergens borden waar je moet zijn qua gate. Sta je een half uur in de rij voor een bord waarop staat dat het naar Moskou gaat en waarvan iedereen verzekert dat die niet naar Moskou maar naar Bishkek gaat, blijkt er ineens een gerucht te zijn dat we toch in de verkeerde rij staan, dus moven maar weer. Naar een andere rij waar helemaal geen bord bij staat. ’t Is dat we georganiseerd gaan en ik alles kan overlaten aan de reisbegeleiding, anders werd ik hier gillend gek. Wachten, want de vlucht heeft (standaard, zegt men) een uur vertraging, maar daar komt nog een half uur bij. Zo vergaan er uren. Uiteindelijk zitten we toch in het vliegtuig en het gaat nog naar Bishkek ook.

De vlucht zelf duurt maar drie kwartier… Tja, dat gaat snel genoeg. Wel is er nog weer een uur tijdverschil. Vandaar dat we tegen elf uur ’s avonds in het hotel zijn. Het Shakh Palace Hotel in Bishkek. Aardige mensen daar hoor, daar niet van. Ze serveren op deze tijd van de dag (nacht) nog een prima diner. Om half een kruip ik in bed. Toch wel moe van, ja wat eigenlijk. Van wachten dus…

 

  © Lammert Metselaar/ Reizenenschrijven.com/ 2015

 

Het derde deel van ons Centraal Aziatisch avontuur kan beginnen. Kirgizië. 

Dat deel van het reisverslag staat op een aparte webpagina onder Azië.

 

Op de volgende pagina nog alle foto's van deze webpagina op een rij! Uitgevoerd als thumbnail. Klik erop voor vergroting. 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 ALLE FOTO'S OP EEN RIJTJE

EERST DE SELECTIE DIE OP DEZE WEBPAGINA TE ZIEN IS UIT MIJN FOTO'S ;

 

DAARNA NOG AANVULLENDE FOTO'S VAN MIJN VROUW. IN DE PAGINA'S STAAN ZE DOOR ELKAAR. 

 

Klik op de foto's. 

Tip: zoom in tot bv. 150 %, 't mooist zijn de foto's op een pc met flink scherm....

 

 

  • Oez001Oez001
  • Oez002Oez002
  • Oez003Oez003
  • Oez004Oez004
  • Oez005Oez005
  • Oez006Oez006
  • Oez007Oez007
  • Oez008Oez008
  • Oez009Oez009
  • Oez010Oez010
  • Oez011Oez011
  • Oez012Oez012
  • Oez013Oez013
  • Oez014Oez014
  • Oez015Oez015
  • Oez016Oez016
  • Oez017Oez017
  • Oez018Oez018
  • Oez019Oez019
  • Oez020Oez020
  • Oez021Oez021
  • Oez022Oez022
  • Oez023Oez023
  • Oez024Oez024
  • Oez025Oez025
  • Oez026Oez026
  • Oez027Oez027
  • Oez028Oez028
  • Oez029Oez029
  • Oez030Oez030
  • Oez031Oez031
  • Oez032Oez032
  • Oez033Oez033
  • Oez034Oez034
  • Oez035Oez035
  • Oez036Oez036
  • Oez037Oez037
  • Oez038Oez038
  • Oez039Oez039
  • Oez040Oez040
  • Oez041Oez041
  • Oez042Oez042
  • Oez043Oez043
  • Oez044Oez044
  • Oez045Oez045
  • Oez046Oez046
  • Oez047Oez047
  • Oez048Oez048
  • Oez049Oez049
  • Oez050Oez050
  • Oez051Oez051
  • Oez052Oez052
  • Oez053Oez053
  • Oez054Oez054
  • Oez055Oez055
  • Oez056Oez056
  • Oez057Oez057
  • Oez058Oez058
  • Oez059Oez059
  • Oez060Oez060
  • Oez061Oez061
  • Oez062Oez062
  • Oez063Oez063
  • Oez064Oez064
  • Oez065Oez065
  • Oez066Oez066
  • Oez067Oez067
  • Oez068Oez068
  • Oez069Oez069
  • Oez070Oez070
  • Oez071Oez071
  • Oez072Oez072
  • Oez073Oez073
  • Oez074Oez074
  • Oez075Oez075
  • Oez076Oez076
  • Oez077Oez077
  • Oez078Oez078
  • Oez079Oez079
  • Oez080Oez080
  • Oez081Oez081
  • Oez082Oez082
  • Oez083Oez083
  • Oez084Oez084
  • Oez085Oez085
  • Oez086Oez086
  • Oez087Oez087
  • Oez088Oez088
  • Oez089Oez089
  • Oez090Oez090
  • Oez091Oez091
  • Oez092Oez092
  • Oez093Oez093
  • Oez094Oez094
  • Oez095Oez095
  • Oez096Oez096
  • Oez097Oez097
  • Oez098Oez098
  • Oez099Oez099
  • Oez100Oez100
  • Oez101Oez101
  • Oez102Oez102
  • Oez103Oez103
  • Oez104Oez104
  • Oez105Oez105
  • Oez106Oez106
  • Oez107Oez107
  • Oez108Oez108
  • Oez109Oez109
  • Oez110Oez110
  • Oez111Oez111
  • Oez112Oez112
  • Oez113Oez113
  • Oez114Oez114
  • Oez115Oez115
  • Oez116Oez116
  • Oez117Oez117
  • Oez118Oez118
  • Oez119Oez119
  • Oez120Oez120
  • Oez121Oez121
  • Oez122Oez122
  • Oez123Oez123
  • Oez124Oez124
  • Oez125Oez125
  • Oez126Oez126
  • Oez127Oez127
  • Oez128Oez128
  • Oez129Oez129
  • Oez130Oez130
  • Oez131Oez131
  • Oez132Oez132
  • Oez133Oez133
  • Oez134Oez134
  • Oez135Oez135
  • Oez136Oez136
  • Oez137Oez137
  • Oez138Oez138
  • Oez139Oez139
  • Oez140Oez140
  • Oez141Oez141
  • Oez142Oez142
  • Oez143Oez143
  • Oez144Oez144
  • Oez145Oez145
  • Oez146Oez146
  • Oez147Oez147
  • Oez148Oez148
  • Oez149Oez149
  • Oez150Oez150
  • Oez151Oez151
  • Oez152Oez152
  • Oez153Oez153
  • Oez154Oez154
  • Oez155Oez155
  • Oez156Oez156
  • Oez157Oez157
  • Oez158Oez158
  • Oez159Oez159
  • Oez160Oez160
  • Oez161Oez161
  • Oez162Oez162
  • Oez163Oez163
  • Oez164Oez164
  • Oez165Oez165
  • Oez166Oez166
  • Oez167Oez167
  • Oez168Oez168
  • Oez169Oez169
  • Oez170Oez170
  • Oez171Oez171
  • Oez172Oez172
  • Oez173Oez173
  • Oez174Oez174
  • Oez175Oez175
  • Oez176Oez176
  • Oez177Oez177
  • Oez178Oez178
  • Oez179Oez179
  • Oez180Oez180
  • Oez181Oez181
  • Oez182Oez182
  • Oez183Oez183
  • Oez184Oez184
  • Oez185Oez185
  • Oez186Oez186
  • Oez187Oez187
  • Oez188Oez188
  • Oez189Oez189
  • Oez190Oez190
  • Oez191Oez191
  • Oez192Oez192
  • Oez193Oez193
  • Oez194Oez194
  • Oez195Oez195
  • Oez196Oez196
  • Oez197Oez197
  • Oez198Oez198
  • Oez199Oez199
  • Oez200Oez200
  • Oez201Oez201
  • Oez202Oez202
  • Oez203Oez203
  • Oez204Oez204
  • Oez205Oez205
  • Oez206Oez206
  • Oez207Oez207
  • Oez208Oez208
  • Oez209Oez209
  • Oez210Oez210
  • Oez211Oez211
  • Oez212Oez212
  • Oez213Oez213
  • Oez214Oez214
  • Oez215Oez215
  • Oez216Oez216
  • Oez217Oez217
  • Oez218Oez218
  • Oez219Oez219
  • Oez220Oez220
  • Oez221Oez221
  • Oez222Oez222
  • Oez223Oez223
  • Oez224Oez224
  • Oez225Oez225
  • Oez226Oez226
  • Oez227Oez227
  • Oez228Oez228
  • Oez229Oez229
  • Oez230Oez230
  • Oez231Oez231
  • Oez232Oez232
  • Oez233Oez233
  • Oez234Oez234
  • Oez235Oez235
  • Oez236Oez236
  • Oez237Oez237
  • Oez238Oez238
  • Oez239Oez239
  • Oez240Oez240
  • Oez241Oez241
  • Oez242Oez242
  • Oez243Oez243
  • Oez244Oez244
  • Oez245Oez245
  • Oez246Oez246
  • Oez247Oez247
  • Oez248Oez248
  • Oez249Oez249
  • Oez250Oez250
  • Oez251Oez251
  • Oez252Oez252
  • Oez253Oez253
  • Oez254Oez254
  • Oez255Oez255
  • Oez256Oez256
  • Oez257Oez257
  • Oez258Oez258
  • Oez259Oez259
  • Oez260Oez260
  • Oez261Oez261
  • Oez262Oez262
  • Oez263Oez263
  • Oez264Oez264
  • Oez265Oez265
  • Oez266Oez266
  • Oez267Oez267
  • Oez268Oez268
  • Oez269Oez269
  • Oez270Oez270
  • Oez271Oez271
  • Oez272Oez272
  • Oez273Oez273
  • Oez274Oez274
  • Oez275Oez275
  • Oez276Oez276
  • Oez277Oez277
  • Oez278Oez278
  • Oez279Oez279
  • Oez280Oez280
  • Oez281Oez281
  • Oez282Oez282
  • Oez283Oez283
  • Oez284Oez284
  • Oez285Oez285
  • Oez286Oez286
  • Oez287Oez287
  • Oez288Oez288
  • Oez289Oez289
  • Oez290Oez290
  • Oez291Oez291
  • Oez292Oez292
  • Oez293Oez293
  • Oez294Oez294
  • Oez295Oez295
  • Oez296Oez296
  • Oez297Oez297
  • Oez298Oez298
  • Oez299Oez299
  • Oez300Oez300
  • Oez301Oez301
  • Oez302Oez302
  • Oez303Oez303
  • Oez304Oez304
  • Oez305Oez305
  • Oez306Oez306
  • Oez307Oez307
  • Oez308Oez308
  • Oez309Oez309
  • Oez310Oez310
  • Oez311Oez311
  • Oez312Oez312
  • Oez313Oez313
  • Oez314Oez314
  • Oez315Oez315
  • Oez316Oez316
  • Oez317Oez317
  • Oez318Oez318
  • Oez319Oez319
  • Oez320Oez320
  • Oez321Oez321
  • Oez322Oez322
  • Oez323Oez323
  • Oez324Oez324
  • Oez325Oez325
  • Oez326Oez326
  • Oez327Oez327
  • Oez328Oez328
  • Oez329Oez329
  • Oez330Oez330
  • Oez331Oez331
  • Oez332Oez332
  • Oez333Oez333
  • Oez334Oez334
  • Oez335Oez335
  • Oez336Oez336
  • Oez337Oez337
  • Oez338Oez338
  • Oez339Oez339
  • Oez340Oez340
  • Oez341Oez341
  • Oez342Oez342
  • Oez343Oez343
  • Oez344Oez344
  • Oez345Oez345
  • Oez346Oez346
  • Oez347Oez347
  • Oez348Oez348
  • Oez349Oez349
  • Oez350Oez350
  • Oez351Oez351
  • Oez352Oez352
  • Oez353Oez353
  • Oez354Oez354
  • Oez355Oez355
  • Oez356Oez356
  • Oez357Oez357
  • Oez358Oez358
  • Oez359Oez359
  • Oez360Oez360
  • Oez361Oez361
  • Oez362Oez362
  • Oez363Oez363
  • Oez364Oez364
  • Oez365Oez365
  • Oez366Oez366
  • Oez367Oez367
  • Oez368Oez368
  • Oez369Oez369
  • Oez370Oez370
  • Oez371Oez371
  • Oez372Oez372
  • Oez373Oez373
  • Oez374Oez374
  • Oez375Oez375
  • Oez376Oez376
  • Oez377Oez377
  • Oez378Oez378
  • Oez379Oez379
  • Oez380Oez380
  • Oez381Oez381
  • Oez382Oez382
  • Oez383Oez383
  • Oez384Oez384
  • Oez385Oez385
  • Oez386Oez386
  • Oez387Oez387
  • Oez388Oez388
  • Oez389Oez389
  • Oez390Oez390
  • Oez391Oez391
  • Oez392Oez392
  • Oez393Oez393
  • Oez394Oez394
  • Oez395Oez395
  • Oez396Oez396
  • Oez397Oez397
  • Oez398Oez398
  • Oez399Oez399
  • Oez400Oez400
  • Oez401Oez401
  • Oez402Oez402
  • Oez403Oez403
  • Oez404Oez404
  • Oez405Oez405
  • Oez406Oez406
  • Oez407Oez407
  • Oez408Oez408
  • Oez409Oez409
  • Oez410Oez410
  • Oez411Oez411
  • Oez412Oez412
  • Oez413Oez413
  • Oez414Oez414
  • Oez415Oez415
  • Oez416Oez416
  • Oez417Oez417
  • Oez418Oez418
  • Oez419Oez419
  • Oez420Oez420
  • Oez421Oez421
  • Oez422Oez422
  • Oez423Oez423
  • Oez424Oez424
  • Oez425Oez425
  • Oez426Oez426
  • Oez427Oez427
  • Oez428Oez428
  • Oez429Oez429
  • Oez430Oez430
  • Oez431Oez431
  • Oez432Oez432
  • Oez433Oez433
  • Oez434Oez434
  • Oez435Oez435
  • Oez436Oez436
  • Oez437Oez437
  • Oez438Oez438
  • Oez439Oez439
  • Oez440Oez440
  • Oez441Oez441
  • Oez442Oez442
  • Oez443Oez443
  • Oez444Oez444
  • Oez445Oez445
  • Oez446Oez446
  • Oez447Oez447
  • Oez448Oez448
  • Oez449Oez449
  • Oez450Oez450
  • Oez451Oez451
  • Oez452Oez452
  • Oez453Oez453
  • Oez454Oez454
  • Oez455Oez455
  • Oez456Oez456
  • Oez457Oez457
  • Oez458Oez458
  • Oez459Oez459
  • Oez460Oez460
  • Oez461Oez461
  • Oez462Oez462
  • Oez463Oez463
  • Oez464Oez464
  • Oez465Oez465
  • Oez466Oez466
  • Oez467Oez467
  • Oez468Oez468
  • Oez469Oez469
  • Oez470Oez470
  • Oez471Oez471
  • Oez472Oez472
  • Oez473Oez473
  • Oez474Oez474
  • Oez475Oez475
  • Oez476Oez476
  • Oez477Oez477
  • Oez478Oez478
  • Oez479Oez479
  • Oez480Oez480
  • Oez481Oez481
  • Oez482Oez482
  • Oez483Oez483
  • Oez485Oez485
  • Oez486Oez486
  • Oez487Oez487
  • Oez488Oez488
  • Oez489Oez489
  • Oez490Oez490
  • Oez491Oez491
  • Oez492Oez492
  • Oez493Oez493
  • Oez494Oez494
  • Oez495Oez495
  • Oez496Oez496
  • Oez497Oez497
  • Oez498Oez498
  • Oez499Oez499
  • Oez500Oez500
  • Oez501Oez501
  • Oez502Oez502
  • Oez503Oez503
  • Oez504Oez504
  • Oez505Oez505
  • Oez506Oez506
  • Oez507Oez507
  • Oez508Oez508
  • Oez509Oez509
  • Oez510Oez510
  • Oez511Oez511
  • Oez512Oez512
  • Oez513Oez513
  • Oez514Oez514
  • Oez515Oez515
  • Oez516Oez516
  • Oez517Oez517
  • Oez518Oez518
  • Oez519Oez519
  • Oez520Oez520
  • Oez521Oez521
  • Oez522Oez522
  • Oez523Oez523
  • Oez524Oez524
  • Oez525Oez525
  • Oez526Oez526
  • Oez527Oez527
  • Oez528Oez528
  • Oez529Oez529
  • Oez530Oez530
  • Oez531Oez531
  • Oez532Oez532
  • Oez533Oez533
  • Oez534Oez534
  • Oez535Oez535
  • Oez536Oez536
  • Oez537Oez537
  • Oez538Oez538
  • Oez539Oez539
  • Oez540Oez540
  • Oez541Oez541
  • Oez542Oez542
  • Oez543Oez543
  • Oez544Oez544
  • Oez545Oez545
  • Oez546Oez546
  • Oez547Oez547
  • Oez548Oez548
  • Oez549Oez549
  • Oez550Oez550

 






 

  • OezR0001OezR0001
  • OezR0002OezR0002
  • OezR0003OezR0003
  • OezR0004OezR0004
  • OezR0005OezR0005
  • OezR0006OezR0006
  • OezR0007OezR0007
  • OezR0008OezR0008
  • OezR0009OezR0009
  • OezR0010OezR0010
  • OezR0011OezR0011
  • OezR0012OezR0012
  • OezR0013OezR0013
  • OezR0014OezR0014
  • OezR0015OezR0015
  • OezR0016OezR0016
  • OezR0017OezR0017
  • OezR0018OezR0018
  • OezR0019OezR0019
  • OezR0020OezR0020
  • OezR0021OezR0021
  • OezR0022OezR0022
  • OezR0023OezR0023
  • OezR0024OezR0024
  • OezR0025OezR0025
  • OezR0026OezR0026
  • OezR0027OezR0027
  • OezR0028OezR0028
  • OezR0029OezR0029
  • OezR0030OezR0030
  • OezR0031OezR0031
  • OezR0032OezR0032
  • OezR0033OezR0033
  • OezR0034OezR0034
  • OezR0035OezR0035
  • OezR0036OezR0036
  • OezR0037OezR0037
  • OezR0038OezR0038
  • OezR0039OezR0039
  • OezR0040OezR0040
  • OezR0041OezR0041
  • OezR0042OezR0042
  • OezR0043OezR0043
  • OezR0044OezR0044
  • OezR0045OezR0045
  • OezR0046OezR0046
  • OezR0047OezR0047
  • OezR0048OezR0048
  • OezR0049OezR0049
  • OezR0050OezR0050
  • OezR0051OezR0051
  • OezR0052OezR0052
  • OezR0053OezR0053
  • OezR0054OezR0054
  • OezR0055OezR0055
  • OezR0056OezR0056
  • OezR0057OezR0057
  • OezR0058OezR0058
  • OezR0059OezR0059
  • OezR0060OezR0060
  • OezR0061OezR0061
  • OezR0062OezR0062
  • OezR0063OezR0063
  • OezR0064OezR0064
  • OezR0065OezR0065
  • OezR0066OezR0066
  • OezR0067OezR0067
  • OezR0068OezR0068
  • OezR0069OezR0069
  • OezR0070OezR0070
  • OezR0071OezR0071
  • OezR0072OezR0072
  • OezR0073OezR0073
  • OezR0074OezR0074
  • OezR0075OezR0075
  • OezR0076OezR0076
  • OezR0077OezR0077
  • OezR0078OezR0078
  • OezR0079OezR0079
  • OezR0080OezR0080
  • OezR0081OezR0081
  • OezR0082OezR0082
  • OezR0083OezR0083
  • OezR0084OezR0084
  • OezR0085OezR0085
  • OezR0086OezR0086
  • OezR0087OezR0087
  • OezR0088OezR0088
  • OezR0089OezR0089
  • OezR0090OezR0090
  • OezR0091OezR0091
  • OezR0092OezR0092
  • OezR0093OezR0093
  • OezR0094OezR0094
  • OezR0095OezR0095
  • OezR0096OezR0096
  • OezR0097OezR0097
  • OezR0098OezR0098
  • OezR0099OezR0099
  • OezR0100OezR0100
  • OezR0101OezR0101
  • OezR0102OezR0102
  • OezR0103OezR0103
  • OezR0104OezR0104
  • OezR0105OezR0105
  • OezR0106OezR0106
  • OezR0107OezR0107

 

 

 

 

 

naar boven